Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1268 resultaten - Pagina 36 van 85

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[23] Daarop week de verzoeker voor altijd van Mij; en in plaats daarvan kwamen er vele legioenen engelen uit de hemelen naar Mij toe en ze dienden Mij.
Hoofdstuk 134: De Heer vertelt over Zijn verzoeking in de woestijn (Matth. 4:1-11) De Heer in Jesaïra - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Kijk eens naar een nog zo zorgvuldig verzorgd korenveld, of jullie tussen het koren helemaal geen onkruid zullen vinden. Zoals Ik de eerste verzoeker in de woestijn moest verdragen - en pas toen hij helemaal van Mij week, kwamen er engelen naar Mij toe die Mijn lichaam sterkten - moeten we nu aan het einde van Mijn aardse tijd ook de tweede verzoeker verdragen.
Hoofdstuk 135: Het vertrek van Kis naar Jesaïra - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ook Maria, die evenals Jozef een strenge Jodin was en veel op had met de tempel - hoewel in Mijn tijd niet meer zoveel als voorheen - verwonderde zich over de trouwe gezindheid van deze Joden en over de kracht van het geloof van de Samaritanen, en zei tenslotte: 'Als die de tempel zouden bewaken en leiden - wat helaas niet zo is - zou de oude ark weer vervuld zijn van de geest des Heren, tot heil van Jeruzalem en van alle Joden, en de engelen zouden de maagden in de tempel voeden met hemelse kost, zoals dat zo'n dertig jaar geleden nog gebeurde bij de vrome Simeon en de grijze Anna, die de maagden van de tempel moest verzorgen. Maar sinds de vrome Zacharias door de afgunst van de Farizeeën gewurgd werd toen hij de offers aan God kwam wijden met gebed en reukwerk, is de oude ark in verval geraakt en de geest des Heren verdwenen. Weliswaar heeft men een nieuwe ark vervaardigd, maar de geest des Heren keert daar nooit meer in terug; maar wel woont daar de geest van leugen, bedrog, afgunst,jaloezie en laster, hoogmoed en boosaardige heerszucht.
Hoofdstuk 130: Gabriëls getuigenis over Maria (19.2.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Daarop zei de bootsman: 'O beste Heer en Meester, waarom wordt het eigenlijk niet toegelaten dat de zielen van gestorven mensen in zichtbare gedaante tenminste naar hun verwanten komen -vooral, wanneer die gevaar lopen door de wereld verslonden te worden - en hen waarschuwen voor de wereld en hun het hiernamaals laten zien; daardoor zou het geloof in het voortleven van de ziel na de dood van het lichaam bij de mensen toch waarachtiger, vaster en op eigen ervaring gebaseerd blijven en zouden de mensen door zo'n geloof ook gemakkelijker en zekerder geloven in een God, die toch niet ieder mens, zoals wij nu, ieder ogenblik kan zien en spreken?
Hoofdstuk 138: Over het contact met goede geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Het is dus volslagen onzinnig als zulke mensen zeggen: 'Ja, als bijvoorbeeld mijn gestorven vader als zichtbare geest terug zou komen en tegen mij zou zeggen: 'Kijk, zo en zo is het!', dan zou ik het geloven!' Maar nu komt die geest van zijn vader, overdag of 's nachts in een heldere droom, en hij onderricht zijn zoon. De zoon beschouwt zijn visioen dan als een product van zijn fantasie en gelooft daarna vaak nog minder dan eerst. Wat voor nut had dan die gewenste verschijning van zijn vader vanuit de wereld aan gene zijde?
Hoofdstuk 138: Over het contact met goede geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Zou er zonder die voorafgaande activiteit ooit enige gloed en daaruit een lichtende vlam zijn ontstaan, die door haar zichtbare levendige beweging zelf de hoogste graad van activiteit aan de dag legt? .
Hoofdstuk 142: De werkzaamheid van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De mensen ploegen weliswaar de aarde en strooien het zaad in haar voren; maar het is aan de geesten om het ontkiemen, het groeien en het rijpen van de vrucht te bewerkstelligen. Daaruit zul je nu wel begrijpen dat er met name voor de volmaakte geesten ook voor de voor jullie zichtbare wereld, zowel hier op deze aarde als op alle andere hemellichamen, veel valt te werken en te doen, maar nog meer ten behoeve van de juiste ontwikkeling van de ziel en de vervolmaking van de mensen -reeds in het leven op deze aarde, en nog veel meer daarna aan gene zijde. Want er komen immers steeds heel wat meer vaak hoogst onvolmaakte zielen naar de grote wereld aan gene zijde dan volmaakte, en met name van deze aarde. De onvolmaakte, slechte zielen zouden deze hele aarde met behulp van de ongegiste natuurgeesten weldra dermate bederven dat er geen gras, geen struik, geen boom meer zou kunnen groeien en geen dier en geen mens meer zou kunnen bestaan.
Hoofdstuk 143: De werkzaamheid van de geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] O, o, wat zijn jullie allemaal nog kortzichtig! Zonder Mijn wil kan er inderdaad geen haar op het hoofd van een mens gekrenkt worden, geen mus van het dak vallen en geen mens de grootte en gestalte van zijn lichaam veranderen of de dag langer of korter maken -want al die dingen staan direct onder de macht van Mijn wil, die ook een en dezelfde is in alle talloze engelen van Mijn eeuwige en oneindige hemelen. Maar hier op deze aarde, waar ieder mens eerst de vrijheidsproef van zijn wil moet doormaken, is het met de almacht van Mijn wil in de morele en psychische levenssfeer van de mens heel anders gesteld -zoals Ik jullie al heel vaak heb getoond!
Hoofdstuk 144: De betekenis van de toekomstvoorspellingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Deze ene en enig ware God heeft Zichzelf en het feit dat Hij bestaat geopenbaard door Mozes op de berg Sinaï, en niet alleen onder grote, voor alle aanwezige Israëlieten zichtbare tekenen, maar Hij heeft hun ook buitengewoon wijze geboden en voorschriften gegeven waarmee ze een heel gelukkig volk konden zijn als ze die nauwkeurig in acht namen; want daarmee zouden ze God niet alleen volledig zichtbaar voor zich hebben gehad, met Wie ze als echte kinderen tot hun Vader over al hun vragen en noden vrijuit en openlijk konden en mochten spreken. Maar Hij heeft ook steeds de weg naar het eeuwige leven van de ziel helder voor hen verlicht en de grote wereld aan gene zijde met de zalige bewoners daarvan aanschouwelijk opengehouden, w.at duizenden mensen zelfs in deze zeer verduisterde tijd nog kunnen getuigen en waar heel veeloude profeten en zieners over hebben gesproken en geschreven.
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Willen jullie nu ook nog jullie schouders ophalen als ik, die een in heel veel dingen ervaren arts ben, die grote man als de ene, enig ware God erken, die ons in alles kan, wil en zal helpen als we Hem de eer geven, en ik Hem met volle overtuiging beschouw als Degene die Hij onbetwistbaar is, ook al is Hij wat Zijn voor ons zichtbare lichaam betreft uit Galilea afkomstig
Hoofdstuk 161: De belijdenis van de arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Dat echter niet Zijn voor ons zichtbare lichaam, maar alleen Zijn geest werkzaam is, wordt vanzelf duidelijk door de omstandigheid dat Hij mij vanuit de verte heeft geholpen, zonder dat Zijn lichaam aanwezig was. Zijn werkzame kracht en macht gaan dus zeker niet uit van Zijn lichaam, maar van Zijn eeuwige en overal volkomen aanwezige geest.
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Als Hij Zijn doel met ons, berekend volgens Zijn eindeloze wijsheid, bereikt heeft, ongetwijfeld uit pure liefde voor ons mensen, zal Hij het nu voor ons zichtbare lichaam niet meer nodig hebben en zal Hij Zich ervan ontdoen op de manier die Hij goed vindt.
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Nu, in Uw zichtbare tegenwoordigheid, o Heer en Meester, gaat het natuurlijk heel anders; want nu weet ik uit Uw goddelijke mond hoe het met de mens na de dood van zijn lichaam gesteld is, en dat heeft mijn vrees en angst voor de dood, die mij al zo lang gekweld hebben, bijna helemaal weggenomen, waarvoor ik U uit het diepst van mijn hart dank.
Hoofdstuk 168: De wens van de Romein - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[23] Daarop zei mijn vader nogmaals, met een minachtende glimlach: 'Jij was, bent en blijft een onnozele stommeling!', keerde mij de rug toe en verliet mij met zichtbare haast, en naderhand heb ik hem tot nu toe nooit meer te zien gekregen. Een paar jaar later kreeg ik uit Rome het bericht dat hij was gestorven -en ik kon echt niet om hem rouwen!
Hoofdstuk 169: De Romein in gesprek met zijn gestorven vader - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Ik zei: 'Zoals in de loop van de tijd alle materie zichzelf vernietigt, haar naar buiten toe zichtbare vorm te gronde richt en daarna in haar ware oerelement terugkeert.
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...