Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 36 van 278

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[16] Alles meteen zonder meer aannemen, zou toch net zo gek zijn, als alles meteen bij voorbaat verwerpen. Afwachten, luisteren, kijken en goed testen is alles wat men kan doen. Dan zal wel blijken of men zich bij de voor of tegenstanders moet voegen, want wij kopen nooit de duiven in een zak, omdat men ons anders wel eens gieren voor duiven zou kunnen verkopen! - Zegt u ons nu, of wij gelijk hebben of niet!"
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Toen hij zich er echter al gauw van overtuigde dat bij de Nazareeër alles openlijk ten aanschouwe van iedereen en zonder enige bedrieglijke kunstgreep verricht werd, maar alleen door het aloude woord 'Er zij', nam hij afscheid van zijn Esseeërschap, dat zo vol bedrog was, maakte alle bedriegerijen bekend en werd zelf leerling van de Nazareeër. Daar staat hij, helemaal alleen onder een boom; ga naar hem toe en laat je door hem voorlichten!"
Hoofdstuk 51: Verdere twijfels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] IK zeg tegen de tweede spreker, die Ribar heette: "Hoe kwam jij dan achter de geheimen van de Essenen? Want Ik heb gehoord dat dat zonder levensgevaar vrijwel onmogelijk is!"
Hoofdstuk 51: Verdere twijfels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] RIBAR zegt: "Inderdaad, want zonder onderzoek kan er over niemand geoordeeld worden!"
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[29] SUETAL zegt: "wel voor blinde ezels zoals jij, maar voor ziende mensen niet. Die wisten namelijk wel dat de buik van de bekende afgod in Babel 's nachts door vuur gloeiend werd gemaakt en de offers, die door zijn wijde muil in zijn buik werden geworpen, dus eenvoudig door die natuurlijke gloed verteerd moeten zijn. Zulke wonderen kun je iedere dag door een flink vuur tot stand brengen en daar heb je niet in het minst een satan voor nodig! Ik wil zelf wel met medewerking van wat omgekochte helpers een aantal verschillende satanswonderen laten zien, zonder daarbij de hulp van een satan nodig te hebben. Iedere kwade en op winst beluste wil van een slecht mens voldoet daarvoor méér dan satan.
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[33] RIBAR zegt: "Nou, nou, alles is al weer goed! In medio beati (het geluk ligt in het midden) zeggen de Romeinen. 'Nooit te opgewonden en nooit te lauw' is de kern van alle wijsheid en de hele levenskennis. De waarheid is, als je mij begrijpt, broeder, ook zonder ezel en stoffelijk overschot te begrijpen!"
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] IK zeg: "Goed dan, maar zeg me nu eens zonder omwegen, of je nu ook niet persoonlijk kennis zou willen maken met de grote meester uit Nazareth! Als je wilt kan Ik hem aan je voorstellen."
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] RAPHAËL zegt: "Heb je wel eens meegemaakt dat de dienaren Gods in de tempel ooit enige rekening ermee hielden, of degenen die offeren, thuis nog iets te eten hebben? Zonder consideratie .nemen zij de offers en de tiende van hen af ook al zouden die mensen in het volgende uur van honger sterven! En kijk dat noemt zich dienaren van God en in de ogen van het blinde volk zijn zij dat ook! Jij hebt echter deze dienaren Gods nog nooit, al was het maar heel in het geheim bij jezelf, ter verantwoording geroepen. Waarom maak je je dan nu druk over mijn gezondheid, terwijl ik je toch door mijn daden heb bewezen een echte dienaar van God te zijn?!"
Hoofdstuk 58: Raphaël weerlegt de kritiek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Nadat zij de tafel zo zonder hulp van de engel geleegd hebben, zegt SUETAL: "God de Heer, de enig goede Vader van engelen en mensen, zij alle lof! Nu ben ik eindelijk weer eens zo verzadigd als ik in geen half jaar ben geweest! Nu is het niet moeilijk te zwijgen en met alle geduld te wachten op de beloofde woorden van de wijze Griek, die waarschijnlijk zo'n geheim raadsman is van de hoge stadhouder van Syrië, respectievelijk opperstadhouder van geheel Azië. Maar de woorden die onze jonge vriend voorspeld heeft, laten aardig lang op zich wachten!
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Probeer nu nog eens of je kunt zwijgen en in stilte alleen maar kunt denken, want een zekere uiterlijke rust is noodzakelijk voor het wekken van de geest! Zonder rust kan deze uiterst belangrijke levenshandeling nooit plaats vinden!"
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Zonder een aards gesproken woord kan een nog zo zuivere leer ons niet bereiken. Het gesproken woord is echter stoffelijk en moet tenslotte wegvallen als de innerlijke, zuivere geest zich heeft ontwikkeld. En zo gaat in de loop der tijden met de uiterlijke godsdiensten ook de uiterlijke glans altijd in iets bedenkelijkers over, maar daarvoor in de plaats ontwikkelt zich op de achtergrond langzaam maar zeker een zuivere, geestelijke kracht en waarheid van een eerdere openbaring van God aan de mensen. -Is het niet zo, vriend Risa?"
Hoofdstuk 64: De goddelijke orde en ons aardse verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] SUETAL zegt: "Amen! Dat vind ik ook! Want zoiets heeft nog nooit een sterfelijk oog gezien! De magiërs ten tijde van de Farao hebben ook wel stokken op de grond geworpen, die slangen werden, maar daar waren wij niet bij! En zouden wij daarbij zijn geweest, dan zouden wij waarschijnlijk hetzelfde kunststuk gezien hebben dat wij eens, net eender, in Damascus hebben gezien. Een Perzisch tovenaar gooide een knuppel op een wijd uitgestrekte, voor hem liggende vlakte van stuifzand. En wanneer de op een speciale manier geworpen knuppel in het stuifzand verdween, zodat men er niets meer van zag -wat natuurlijk heel snel gebeurde -kwam er uit het zand een rat of een muis tevoorschijn die haastig wegvluchtte! Deze tovenaar deed het voorkomen alsof hij uit de in het zand geworpen knuppels ratten en muizen toverde. Maar ik onderzocht daarna het zand en vond de gegooide knuppels onveranderd terug, daarbij vond ik ook duidelijke sporen dat de tovenaar, waarschijnlijk zonder getuigen, tevoren een bepaald aantal ratten en muizen in het zand verborgen vasthield door op meerdere plaatsen een speciaal lievelingsvoer in door hem gemaakte zandholletjes te leggen, waarmee de daar uitgezette ratten en muizen heel rustig en behaaglijk bezig bleven tot ze door de handig geworpen knuppel gedwongen werden uit het holletje te springen en weg te lopen.
Hoofdstuk 55: Vergelijkingen met de wonderen van magiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Een derde man uit het gezelschap van de twaalf, BAËL genaamd, zegt: "Vrienden, laat ook mij eens aan het woord! Ik zeg weliswaar,meestal weinig en luister liever zonder iets te zeggen naar iets wat wijs is, maar bij al jullie gepraat was tot nu toe maar heel weinig wijsheid te ontdekken. De jonge leerling heeft zeker gelijk wanneer hij jullie flink uitlacht, want ook ik zeg jullie, dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Denk er eens aan wie wij zijn en waaruit het grote gezelschap bestaat en dank dan God dat wij nog leven! Wij zijn ellendige, zwakke en totaal waardeloze aardwormen en dit gezelschap bestaat uit machthebbers, waarvoor de gehele aarde beeft! En dan wagen wij, wormen, het nog zulke oerdomme woorden met hen te wisselen!? Vriend Suetal, waarom stoorde het je dan dat deze hoge, wonderendoende en werkelijk almachtige jongeman nu in ons bijzijn acht vissen op at?! Zijn wij hier dan geen gasten die gratis mee-eten en hebben wij met genoeg gegeten? Ik vind: Als wij nu meer dan voldoende hebben gegeten, wat willen we dan nog meer? Als de natuurlijke gesteldheid van deze jongeman zodanig is dat hij, om daaraan te voldoen, meer moet eten dan wij, uitgehongerde tempelschooiers, dan is het toch met aan ons om daar kritiek op te leveren! Want ten eerste heeft hij niet op ónze kosten gegeten en ten tweede was het van jullie kant erg ongepast hem daarvoor, zeg maar, op het matje te roepen! Ik vraag je, wordt toch eens verstandiger! Deze jongeman beheerst in zekere zin alle elementen, en jullie praten met hem alsof hij één van jullie gelijken was. O jullie oerdomme ezels! Hij verdient, meer nog dan de profeten van eertijds, onze algehele verering vanwege de geest van God die zich door, hem uit, en jullie,e behandelen hem als iemand die gelijkwaardig is aan jullie! Als jullie in de tempel bij de hogepriester moesten komen beefden jullie van pure eerbied. Hier is miljoen maal meer dan duizend hogepriesters bij elkaar en jullie gedragen je als een stel eersteklas sukkels! Foei, schaam je! Wees stil, luister en leer wat; spreek daarna met mensen die minder wijs zij.n dan jullie! Maar laat de goddelijke jongeman met rust, anders zou ik jullie hard moeten aanpakken uit naam van alle andere broeders die hier aan deze tafel zitten!"
Hoofdstuk 59: Liefde de basis van de echte vreugde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Tel de gasten eens die hier driemaal per dag gevoed worden met de beste en voortreffelijkste, graatloze vissen, met brood, wijn en allerlei vruchten, met honing, melk, kaas en boter! Bedenk daarbij tevens dat onze gastheer in feite eerder een arm dan een welgesteld mens is. Zijn bezit is ongeveer 170 are, met weinig akkerland en dat is nog zo gezien erg stenig. Het vissen levert nog het meeste op, maar wat stelt dat voor bij zoveel gasten? Het zijn nu bij elkaar zo'n vierhonderd man en allemaal zijn ze geheel verzadigd. Daarbij komen nog de vele lastdieren van de Romeinen en Grieken en geen daarvan komt maar iets te kort. Maar ga eens in de voorraadkamer van onze gastheer kijken, dan zul je d!e volgestouwd vinden met allerlei vruchten en met een grote hoeveelheid van het beste brood, en de diepe rotskelder bevat zoveel wijn dat wij die in geen jaar op zouden kunnen, ook al zouden we er nog zo veel van drinken! Vraag dan eens aan de eerlijke en waarheidslieven de gastheer hoe hij aan dat alles is gekomen, dan zal hij slechts antwoorden: 'Alleen door wonderen zonder weerga van de grote heiland uit Nazareth!'
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Als een man veel zaad heeft, laat hij dat dan in een andere akker zaaien op de goede wijze van de oude vaderen en patriarchen, dan zondigt hij niet. Maar als hij er alleen maar heimelijk op uit trekt om zijn lusten bij veile deernen te bevredigen en zich zo te vermaken zonder een vrucht te verwekken, begaat hij daardoor zeker een grove Sodomitische zonde, zowel tegen de goddelijke als tegen de natuurlijke orde!
Hoofdstuk 66: De geslachtelijke omgang van mannen en vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...