Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

20425 resultaten - Pagina 36 van 1362

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[6] Maar dat is niet de enige ervaring op dit gebied. Toen ik een aantal jaren geleden naar Egypte moest reizen, maakte ik de volgende heel vreemde gebeurtenis mee: Ik was met de meeste van mijn hier aanwezige metgezellen in Sicilië om vandaar per schip naar Egypte te reizen. Wij scheepten ons 's morgens in op ons grote, stevige schip, dat reeds vele stormen getrotseerd had. Wij bevalen ons aandachtig en innig in de hoede van de goden aan en ik riep heimelijk ook nog de bescherming van de God der joden in, die ik uit jullie Schrift had leren kennen. Toen wij af wilden varen, was het schip met geen mogelijkheid vlot te krijgen. Ik liet meteen alles heel zorgvuldig onderzoeken en nergens was iets te vinden dat het schip ook maar in het minst had kunnen belemmeren om vlot te komen. Toen werd van alles geprobeerd om het schip, dat toch in zeer diep water lag, van land te duwen; maar alles, was vergeefse moeite. Ik stond met een aantal van mijn metgezellen vol woedende gedachten op het dek, keek omhoog en omlaag en links en rechts en over boord naar beneden in zee om eventueel toch de een of andere reden te ontdekken waarom het wegvaren niet lukte.
Hoofdstuk 218: Agricola spreekt over het wezen van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] DE ROMEIN zei: 'Best! Inmiddels kunnen we deze geschiedenis wel laten voor wat het is, omdat jullie nu inzien dat wij Romeinen niet zo dom zijn als jullie gewoon waren van ons aan te nemen. Jullie hebben nu gezien dat wij alles degelijk onderzoeken en het daarbij gevonden goede en ware behouden. Maar omdat jullie daar nu wel van overtuigd zijn, vraag ik jullie: Heb ik gelijk, als ik jullie nu je grote dwaasheid verwijt om de godmens die daar zit, niet als zodanig te willen en te kunnen erkennen naar wat Hij volgens mijn mening ontegenzeggelijk is?'
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] DE ROMEIN zei: 'Deze verontschuldiging van jullie is zo waardeloos en zo leeg als een uitgeblazen ei en bevat niet de minste reden om jullie van het aannemen van de waarheid af te kunnen houden. Want nu jullie weten en wel moeten erkennen wie deze godmens is, kunnen jullie toch onmogelijk vragen wat jullie zullen eten, waarmee je je zult kleden en waar je zult wonen. Als de hoogste geest van God in Hem woont, die hemel en aarde geschapen heeft en alles onderhoudt en bestuurt, en als iedere ademhaling en iedere polsslag alleen van Hem afhangt, dan zal Hij ook wel degenen die in Hem geloven en Hem liefhebben alles geven wat zij voor hun lichamelijke levensonderhoud nodig hebben.
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Dat alles heeft God reeds in de oudste tijden veelvuldig via Adam, Seth, Enos, Kenan, Henoch, Lamech, Noach en daarna steeds maar door tot Abraham, Isaäk en Jacob aan de mensen laten zien. Hij woonde vaak zelfs persoonlijk bij hen en leerde hun de juiste wegen van het heil te gaan. Waarom hebben jullie mensen dat allemaal verworpen en jullie wereldse wijsheid op de plaats van de goddelijke openbaringen gezet?!
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] De Romein heeft jullie de ware reden gezegd waarom jullie niet willen geloven dat Ik de beloofde Messias ben. Maar Ik zeg jullie nog één keer: Wie in Mij gelooft, zal het eeuwige leven hebben, en er zullen stromen levend water uit zijn lendenen vloeien; wie echter niet gelooft, zal het eeuwige leven niet in zich hebben, maar slechts de wereldse dood en alle gericht! Maar Ik dring Mij daardoor aan niemand op, maar laat alles over aan ieders vrije wil.
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] DE FARIZEEËR zei nu tegen de zijnen: 'Wat moeten we doen? Die man spreekt geweldig, en zeer velen geloven in hem. We kunnen niet zeggen: 'Hij is het!', -maar ook niet: 'Hij is het niet!' Naar mijn mening kunnen we eerst beter eens goed de Schrift nalezen. Als alles met hem overeenstemt, dan kunnen we niet anders dan volledig in hem geloven; stemt echter niet alles met hem overeen, dan blijven we wat we zijn! Wat denken jullie ervan?'
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Sla maar na in de Schrift dan zullen jullie wel vinden waarom Mozes alleen maar het gebruik van zuivere spijzen heeft aanbevolen! Dat deed hij vanwege jullie te grote belustheid op vlees en vanwege jullie buitensporige zinnelijkheid en geilheid. Ik zeg echter nu, dat voor degene die in zijn hart rein is ook al het andere rein is, maar voor degene die in zijn hart onrein is, alles onrein is.
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: ' Als Ik Degene ben als wie Ik in deze wereld ben gekomen, dan doe Ik dat nu met precies hetzelfde recht als waarmee de Vader die in Mij is, eens Mozes in de woestijn voor jullie joden de wetten gaf. Ik hef echter, zoals jij denkt, beslist geen wet van Mozes op, maar Ik Zelf vervul de wet in alle opzichten. Ik laat jullie alleen maar jullie onbegrip zien ten aanzien van de beoordeling van de wetten van de profeet. Jullie houden je aan de letter, die doodt, en kennen de geest niet die levend maakt. Ik openbaar jullie nu echter de alles levendmakende geest; hoe kun je dan zeggen dat Ik de wet van Mozes ophef?
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Zelf eten jullie zelfs op de sabbat gezuurd brood, jullie eten wild gevogelte en geven ook nog aan jullie apostelen verlof om alles te eten wat de mensen in een bepaald land eten. Het gaat jullie echter alleen maar om het aardse voordeel, en dat maakt nu juist datje de wet breekt; Ik geef de mensen echter nu uit pure liefde en mededogen deze raad en verlang voor die dispensatie geen offers en hef daarom de wet van Mozes niet op! Want als de mens, wanneer hij honger heeft, zijn lichaam verzadigt met wat voor eetbaar voedsel dan ook, zondigt hij tegen geen enkele wet van Mozes. Maar als een Jood puur uit smulpaperij en om zijn gehemelte onnodig te strelen, tot ergernis van zijn medemensen het vlees van onreine of gestikte dieren eet, terwijl hij voldoende vlees heeft van reine dieren, dan zondigt hij omdat hij zijn zwakke medemensen daarmee ergert
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar Ik ben die Ik ben, ook een Heer van de sabbat! En dus zeg Ik: Dat wat jullie van de sabbat gemaakt hebben, schenkt Mij geen vreugde, en Ik doe ook op de sabbat wat Ik wil, zoals Ik ook op de sabbat - spreekt de Heer - de zon op en onder laat gaan, en de rivieren laat stromen, de winden laat waaien en de grote stormen loslaat, en de maan en de sterren langs hun voorgeschreven banen laat gaan en het gras laat groeien en het zoete sap in de druif laat rijpen! Als dat alles echter in Mijn absolute macht ligt, moet Ik jullie dan soms vragen wat Ik op een sabbat mag doen?! Spreek nu en geef een deugdelijk en verstandig antwoord!'
Hoofdstuk 223: Goed en verkeerd sabbatvieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Want als God dat niet in de planten en dieren gelegd zou hebben, dan zouden jullie binnen korte tijd geen brood meer hebben en geen vlees en geen melk, geen wijn en geen fruit; maar omdat een tarwekorrel als hij in de aarde gelegd wordt honderdvoudige vrucht geeft, hebben jullie steeds brood genoeg en eveneens al het andere. Als God dus steeds in alles oneindige dingen schept volgens Zijn allerhoogste wijsheid en eindeloze macht, kan dan iemand zeggen dat het eeuwige en eindeloze scheppen uit God iets nutteloos is? Jullie eigen alledaagse levensbehoeften leren jullie al het zuivere tegendeel, omdat jullie zonder voedsel niet zouden kunnen bestaan! - Begrijp je nu, waarom God voortdurend zo eindeloos veel schept?'
Hoofdstuk 226: Gods wezen en eeuwige scheppingsvreugde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] IK zei: 'Deze nacht is het nog geen tijd om daarover te spreken, maar er kan nog van alles gebeuren, omdat Ik pas vandaag over zeven dagen Jeruzalem voor een poos zal verlaten. Bespreek echter nog voordien met Mijn oude leerlingen de hoofdinhoud van Mijn leer; wat jullie niet weten zal je op het moment datje het nodig hebt in de mond gelegd worden.
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Want wie God niet goed kent, kan nooit volmaakt in een God geloven, en Hem nog minder boven alles liefhebben en dus ook nooit volledig deel hebben aan de geest van God. Want uit een onjuiste kennis van God komen mettertijd tengevolge van de vrije wil van de mensen, allerlei soorten dwalingen onder de mensen, die dan als een duizendkoppige hydra voortwoekeren, de mensen tot afgodendienaars maken en hun de poort tot het ware, eeuwige leven versperren, zodat zij dan aan gene zijde als zielen moeilijk ooit binnen kunnen komen; want wat een ziel hier binnen een dag voor haar levensvervolmaking kan doen, kan zij aan gene zijde vaak niet in duizenden aardse jaren doen. Mijn oude leerlingen hebben over God al wel veel uitgebreidere kennis; maar jullie nieuwelingen zijn al met al daarin nog zwak, en daarom wil Ik jullie daarin sterken.'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] En kijk, dat alles bevindt zich nu in Mij: De liefde, de wijsheid en alle macht! En daarom is er maar één God, en dat ben Ik, en Ik heb alleen maar hier een lichaam aangenomen om Mij aan jullie mensen van deze aarde, die Ik volkomen naar Mijn evenbeeld geschapen heb uit de oersubstantie van Mijn liefde, in jullie individualiteit nader te kunnen openbaren, - zoals dat juist nu het geval is.
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Voor kinderen is er ander voedsel dan voor rijpe mannen. Hoe wil je iemand iets wat dieper geestelijk is begrijpelijk maken, als hij de aarde die hem draagt en voedt, totaal niet kent, en nog minder beseft wat de sterrenhemel allemaal omvat en bevat? Maar jullie heb Ik dat alles leren kennen, zodat jullie je vooral een levendig begrip van de grootte en van de wijze orde van God hebben kunnen maken, en daarom hebben jullie dat hogere en zuiver geestelijke ook gemakkelijker kunnen begrijpen; de anderen die hier zijn, hebben al veel in de wereld beleefd, en hebben daardoor een basis om ook iets hogers te begrijpen, waartoe hun grote liefde tot Mij hen echter het meest geschikt maakte. En zo is nu aan allen die daarvoor geschikt waren, dit grote en diepe geheim door Mij uitgelegd; alle anderen moeten wachten tot zij geschikt zijn om het van Mijn geest te ontvangen.
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...