Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9032 resultaten - Pagina 36 van 603

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[8] Daarom zeg Ik, wie van jullie zich ook maar enigszins aan Mij ergert, moet naar huis gaan en doen en geloven wat hem goed en juist lijkt! Want eenmaal zal ieder volgens zijn geloof leven, en de daden, die hij volgens zijn geloof uit liefde heeft gedaan, zullen zijn rechter zijn!
Hoofdstuk 32: Hoofdkenmerken van Gods wezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De SCHOONZOON zegt: "Ga weg, leugenaars! U kunt wel voor de erftiende dagelijks zeven uur om onze dood gesmeekt hebben, maar zeker niet om ons leven; want u bent nu niet hierheen gekomen om ons als weer herstelden geluk te wensen, maar om bij ons, de vermeende gestorvenen, de erftiende te laten beschrijven en na ons aller dood hebzuchtig in bezit te nemen! O, booswichten, ik ken u maar al te goed en ook uw gebeden! Verdwijn daarom, anders zal ik genoodzaakt zijn van mijn huisrecht gebruik te maken! U bent in der eeuwigheid niet waard de naam uit te spreken van degene, die ons heeft geholpen!"
Hoofdstuk 34: De hebzucht van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] "'Maak u niet kwaad over de bozen, wees niet jaloers op de boosdoeners; want zij worden als het gras weldra afgemaaid en zij zullen als het groene kruid verwelken. Hoop op de Heer en doe het goede; blijf in het land en leef eerlijk! Verheug u in de Heer; Hij zal u geven wat uw hart begeert: Beveel uw wegen in Gods ontferming aan en hoop op Hem! Hij zal alles goed maken en zal uw gerechtigheid voor de dag brengen als een licht, en uw recht als de middagzon.
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Blijf daarom vroom en rechtvaardig, want op het eind zal het goed met dezulken gaan! Maar de overtreders van Gods wetten zullen gezamenlijk worden verdelgd, en de goddelozen zullen tenslotte worden uitgeroeid! De Heer helpt de rechtvaardigen in iedere nood en is hun enige kracht en sterkte. De Heer zal hen bijstaan en zal hen redden. Hij zal hen Zelfvan de goddeloze redden en hen helpen, want zij vertrouwen op Hem."'
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Maar hoe kwam de timmermanszoon aan zo'n onmeetbare genade van God? Wij kennen hem toch allemaal heel goed; het zal nauwelijks drie jaar geleden zijn, dat hij met zijn broers bij ons heeft getimmerd! Toen was er niets van dien aard bij hem te ontdekken! Zou hij die gave pas kort geleden hebben gekregen? Hij was altijd wel een heel vroom mens, zijn gedrag was altijd zeer beleefd; hij was een rustig werker en sprak slechts het hoognodige; men zag hem vrijwel nooit lachen, maar ook nooit treuren; dus kan Jehova zijn deugden wel opgemerkt en hem nu deze genade gegeven hebben! Want Jehova let nooit op het wereldse aanzien van een mens, maar slechts op diens zuivere, onbesproken hart!"
Hoofdstuk 33: Genezing van de zieke familieleden van een oude Jood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] Een ANDER zegt: "Ik begrijp deze zaak beter dan jullie allemaal! Vriend Roban werd gedwongen om die psalm te lezen; dat heeft die timmermanszoon met zijn onbegrijpelijke tovermacht gedaan! Want als hij in staat is om de gehele familie, waar wij zoëven tevergeefs ons gouden en zilveren heil zochten, met één woord te genezen, dan is hij net zo goed in staat om ons te dwingen alleen die psalmen te lezen, die heel duidelijk net zo tegen ons gericht zijn, als eenmaal tegen de vijanden van David.
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[25] Bovendien is zelfs onze overste Jaïrus nu met lichaam en ziel aan hem verknocht omdat hij tweemaal zijn dochter voor hem heeft opgewekt uit de dood, en hij ondersteunt hem met alles wat hij maar wil -en daarom zijn wij ook niet in staat om in Jeruzalem ook maar iets tegen hem uit te richten. Kort en goed, wij zitten nu aan alle kanten vast en kunnen niets tegen hem doen. Het lijkt mij nog het beste om niets te laten blijken van ons probleem of ons volledig bij hem als leerlingen aan te sluiten - meer nuttigs valt er voor ons tegen hem niet te doen, omdat we niets kunnen bedenken dat hij niet meteen tot in de finesses zou weten."
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Weliswaar staat er geschreven, dat er uit Galiléa nooit een profeet zal voortkomen; maar daar houd ik mij nu niet meer aan, - want bij mij geldt de zichtbare daad meer dan het raadselachtige woord van de schrift, dat niemand naar waarheid kan schatten. Bovendien bent u bij mijn weten niet eens geboortig uit Galiléa, maar uit Bethlehem, en dus kunt u uit het oogpunt van geboorte heel goed een profeet zijn! Ik voel mij erg tot u aangetrokken, en uw nabijheid doet mij goed, dus blijf ik. Ik heb weliswaar geen groot vermogen, maar wat ik heb is voor ons allen voldoende om dertig jaar van te leven! Als u leergeld vraagt, staat mijn halve vermogen u ten dienste!"
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] PETRUS zegt: "Als het nodig is, kunnen ook wij, door de kracht van de Meester in ons, zulke daden verrichten en wij begrijpen ook precies hoe ze zonder meer moeiteloos plaats kunnen vinden. Als u een echte leerling van Hem wilt zijn, zult ook u zulke dingen kunnen doen en tevens goed begrijpen wat u doet! Want de liefde is hier de wet, en de wijsheid voert die uit!"
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] IK zeg: "Helemaal niet! Ga en win over alles inlichtingen in; en als u weer hierheen zult zijn gekomen, stel uw broeders en collega's dan op de hoogte van alles, wat u gehoord en gezien heeft! Kom terug als u deze opdracht met goed gevolg uitgevoerd heeft, en volg Mij! Want u zult wel te weten komen waar Ik op dat moment ben! Als u echter door Sibarah, de eerste tolplaats hiervandaan, en dan door Kis en Kana in Samaria gaat, en men u zal vragen waarheen en in wiens naam u deze reis maakt, noem dan Mijn naam, dan zal men u overal vrij laten doortrekken. Maar ga niet in het gewaad van een oudste der Farizeeën! Want daarmee zou u wel eens niet ver kunnen komen; trek daarentegen heel eenvoudige burgerkleding aan, dan zal men zich ook in Samaria niet tegen u verzetten. "
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] En IK zei tegen hem: "Doe wat u wilt! Gisteren heeft u terwille van Mij moeilijkheden met de Farizeeën gehad, en u heeft zich allen in Mijn naam goed gedragen. Daarom zult u in de toekomst van al dat soort plagen bevrijd zijn, en geen hebzuchtige Zeloot zal de drempel van uw huis meer betreden! Ga nu naar Mijn leerlingen; die zullen u leren wat u allen vanaf nu moet geloven en doen!
Hoofdstuk 37: De komst van Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Borus had namelijk in de open lucht veel tafels op laten stellen, bij welk werk Mijn broers hem als timmerlieden natuurlijk goed hielpen, en dus zou vandaag, zijnde de dag voor de sabbat ofwel op vrijdag, de morgenmaaltijd buiten genoten worden. Ongeveer vijftig lange tafels, voorzien van banken, waren beladen met spijzen en wijn, en het was werkelijk een schouwspel om van te genieten zoals daar honderden verschillend geaarde gasten al aan de tafels zaten, lofpsalmen zongen en het overvloedige maal genoten. In het midden van de vele tafels was een soort tribune opgericht, waarop een grote sierlijk getooide tafel met spijzen op ons wachtte en waaraan wij - Ik, Cyrenius, Cornelius, Faustus, Jaïrus met vrouwen dochter, Mijn moeder en de twaalf apostelen - plaats namen en onder allerlei verheffende blijde gesprekken de morgenmaaltijd gebruikten, die Faustus en Borus zo verzorgd hadden.
Hoofdstuk 37: De komst van Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] IK zeg: "Oh, daar heb Ik allerminst wat op tegen! Want daarom heb Ik jouw plan met de Farizeeën al naar de middag verschoven, omdat Ik maar al te goed wist, dat je al gauw iets anders van plan zou zijn. - Maar omdat het vandaag zulk mooi weer is gaan we nu naar de zee en wat vissen vangen voor vanmiddag en vanavond. Laat degenen, die mee willen, opstaan!"
Hoofdstuk 39: Engelenwoorden in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Mijn liefje toch, Ik heb maar al te goed aan je gemerkt dat je veelliever bij Mij dan waar ook zou zijn geweest! Oh, Mij ontgaat niets van wat er zich afspeelt in iemands hart, en daarom houd Ik ook zo bijzonder veel van je!
Hoofdstuk 40: Schepper en schepsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg: "Zo is het goed, zo heb Ik het het liefst! Wie Mij liefheeft, moet Mij geheel en boven alles liefhebben, als hij wil dat Ik hem ook boven alles lief heb. Kijk, de beide engelen zijn zeker buitengewoon mooi; maar jij bent Mij nu ook liever dan talloze scharen van de zuiverste engelen, en blijf daarom nu maar onverbrekelijk bij Mij! Ik zeg je: Jij bent uit velen een echte bruid van Mij! -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 40: Schepper en schepsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...