Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 36 van 103

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[2] Wij begaven ons naar de top van de heuvel, maar waren niet lang alleen, want de zeven Opper-Egyptenaren kwamen ons al gauw achterna en de eerste Opper-Egyptenaar zei: 'Heer, vergeef ons dat we U onmiddellijk gevolgd zijn; op deze aarde zullen we U wel nooit meer in levenden lijve kunnen volgen en deze aarde zal ook nooit meer het eindeloos zeldzame geluk ten deel vallen, dat haar Schepper haar ooit nog met Zijn lichamelijke voeten zal betreden! Maar wij hebben het onbeschrijflijke geluk om oog en oorgetuigen te zijn van dit wonder, dat het grootste van Uw eindeloze eeuwige wonderdaden is. En daarom zou het wel een grove zonde zijn, U ook maar een enkel ogenblik uit het oog te verliezen en niet ieder woord uit Uw mond te vernemen.'
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De Opper-Egyptenaar zei: 'Kijk, vriend, in de hoogste luchtlaag, die zich op een hoogte van gemiddeld ongeveer tienmaal de Libanon boven de aardbodem uitstrekt, vormt zich op bepaalde tijden en in bepaalde jaren een fijne damp. En omdat deze damp een hogere graad van stabiliteit heeft, komt de grote luchtzee boven de aarde volledig tot rust -hoewel niet overal -, zoals men dat op bepaalde tijden ook wel op de grote wereldzee kan waarnemen, waar dan ook een bepaald deel van het zeeoppervlak een geheel rustige spiegel vormt, terwijl zich eromheen vaak golven vertonen. Als er dan op het grote luchtzeeoppervlak soms ook zo'n gedeeltelijke rust heerst, wordt het beeld van de zon daarop even zuiver teruggekaatst als op een zeer rustige zeespiegel en daardoor zien wij dan, ontstaan door geheel natuurlijke oorzaken, een nevenzon. Als er nu op meerdere plaatsen van het luchtzeeoppervlak een als hierboven beschreven volledige rust heerst, dan zullen er ook evenzoveel nevenzonnen te zien zijn als er zich rustplaatsen op het oppervlak van de luchtzee gevormd hebben; vooropgesteld dat deze zich in een zodanige positie bevinden, dat het door hen opgevangen beeld in een rechte lijn op een corresponderend gebied valt waar eenzelfde rust heerst. Wanneer de positie van deze rustige plaats verandert, verdwijnt voor dit gebied de nevenzon helemaal of is er nog slechts één bijzonder schijnsel te zien. En als de rust op zo'n plaats verandert in een golvende beweging, dan is het met de nevenzon ook helemaal gedaan.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen de koning dat van de knechten hoorde, ging hij naar degene toe die geen bruiloftskleed aanhad en hij zei tegen hem: 'Hoe kon je nu hier naartoe komen zonder een bruiloftskleed aangetrokken te hebben? Zie, de tafels zijn nu vol bezet met arme mensen, van wie een deel slecht en maar een heel klein deel goed is; maar allen hebben zich zo mooi gekleed dat mijn oog nu echt behagen in hen schept! Jij was de eerste keer al uitgenodigd en wilde geen gehoor geven aan de uitnodiging; en nu bij de derde, algemene uitnodiging heb je je er toch toe laten bewegen om binnen te komen, maar wel zonder je ook maar enigszins mooi voor de bruiloft te kleden, terwijl je toch vermogend genoeg bent om een bruiloftskleed te bezitten. Waarom heb je me dan deze schande aangedaan?
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Cyrenius zei vol verbazing: 'O eindeloos grote fantasie van de ene ware God! Wat een oneindig grote volheid van belichaamde gedachten van God! Wat een oneindige verscheidenheid! Wat een kolossen van zeemonsters komen telkens weer hier naar toe, aangetrokken door een onzichtbare scheppende kracht! Ruim een uur duurt deze wonderbaarlijke processie al, en nog is bij lange na het einde niet in zicht! Niet eens een duizendste deel kennen we bij naam en U, o Heer, roept ze in Uw wil naar Uw wijsheid zeker bij hun naam en alle dieren volgen Uw almachtige roep! O, allen die hier zijn moeten goed kijken, want jullie zien nu wat het oog van een sterfelijk mens nog nooit heeft gezien!'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar Ik zei tegen hem: 'Laat de herberg maar de herberg, - die zal zelf wel weten wat er gedaan moet worden; maar wat jou bij ons ten deel valt, zal je meer tot voordeel strekken dan je herberg, en je huis -want je weet nu wel met wie je in Mij van doen hebt -zal morgen nog eerder klaar zijn dan dat wij van hier bij je huis terug zullen zijn.
Hoofdstuk 212: In het paleis van Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ik zei: ' Maar zo is het beter; want als alle mensen zulke en zovele schatten zouden hebben, zouden die ten eerste geen waarde hebben en ten tweede zouden de mensen al gauw hun drang om actief te zijn verliezen en tenslotte evenals de dieren, in volledige traagheid voortleven. Alleen honger en dorst zou hen dan tot de vereiste activiteit aanzetten; al het andere zou voor hen geen prikkel en stimulans zijn. Maar wanneer zulke schitterende schatten en rijkdommen zich alleen maar in handen van enkele verstandige mensen bevinden, hebben ze voor alle andere mensen vanwege hun grote zeldzaamheid ook een nauwelijks te schatten waarde, en de mensen worden daarbij actief en werklustig om bij zulke rijke lieden ook een klein deel van de kostbare schatten te verdienen. En zie, dat is immers goed!
Hoofdstuk 212: In het paleis van Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Terwijl Ik zo met de Griek bezig was, sprak Cyrenius met grote belangstelling met Jozef over Mij en wat Ik in die tussentijd allemaal gedaan had, hetgeen Jozef en Jacobus hem ook allemaal in het kort waarheidsgetrouw meedeelden, wat hem grote vreugde verschafte. Dat vragen en vertellen duurde ruim twee uur; ook de meeste hoge raadsheren en ministers namen daaraan deel en aan hun verbazing over Mij kwam geen einde.'
Hoofdstuk 212: In het paleis van Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ook al zijn we tot het kindschap van God geroepen, dan kan dat zeker maar door een klein deel van de mensen bereikt worden! Waarom dan niet door allen? Waarom moet er ongeveer een derde van de mensen als nog onmondige kinderen sterven? Wat kunnen die weten van God en hun latere bestemming en hoe kunnen ze zich door het juiste gebruik van hun vrije wil ontwikkelen totdat ze Gods gelijke zijn?
Hoofdstuk 216: Kritiek van de Romein op de aardse toestanden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Omdat het intussen avond was geworden, werden de lichten aangestoken en werd ons meegedeeld dat het avondmaal in de grote eetzaal was opgediend. Cyrenius ging staan om alle aanwezigen uit te nodigen aan het avondmaal deel te nemen. Maar sommige raadsheren verontschuldigden zich door te zeggen dat ze dat thuis eerst hadden moeten meedelen, omdat men anders met het avondeten op hen zou wachten.
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Hierna zei Ik: 'Nemen jullie vieren nu de zaag en deel iedere boom in de lengte precies in vieren!'
Hoofdstuk 229: Het vreugdemaal bij de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Toen we nu bij de buurman aankwamen, gaf hij alle aanwijzingen en ook onze mensen thuis werden onmiddellijk op de hoogte gebracht, en Mijn moeder Maria kwam al gauw met een paar dienstmaagden om ook deel te nemen aan de toebereiding van het feestmaal, dat in een paar uur gereed was.
Hoofdstuk 229: Het vreugdemaal bij de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[24] Een andere Farizeeër zei: 'Luister, jonge wijze redenaar, wij vragen je nu alleen nog maar, ons weer ongedeerd naar de stad te laten gaan, en wij geven je de volledige verzekering, dat wij, die nu hier zijn, nooit meer aan de vervolging van de wonderbare profeet uit Galilea ook maar in het minst deel zullen nemen! Ja, wij zullen dat de anderen zelfs zoveel mogelijk afraden! Of wij echter onze ambtgenoten welwillender zullen kunnen stemmen ten opzichte van de wonderdoener, daarvoor kunnen wij natuurlijk niet instaan; maar dat wij onze uiterste best zullen doen, om de vervolgingswoede van onze collega 's te temperen, daar staan we borg voor! Want wij hebben nu ondervonden en onszelf ervan overtuigd, dat ons blinde vervolgen van de Galileeër een van de grootste dwaasheden is, die tot niets anders dan alleen maar onze ondergang leidt. En dus willen en zullen we ook doen, wat wij hier beloofd hebben; maar laat ons nu, zoals we je al gevraagd hebben, ongedeerd de stad weer bereiken!'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Wie van het meer ontwikkelde en ervaren deel van de mensen bezoekt tegenwoordig eigenlijk nog ten volle gelovend de tempel? De hooggeplaatsten en wijzen gaan alleen vanwege het gewone volk de tempel binnen en doen alsof hun geloof rotsvast is, opdat het volk dan bij zichzelf denkt en zegt: 'Er moet toch wel iets van waar zijn, omdat de hooggeplaatsten, geleerden en wijzen, die alles kunnen weten, er zoveel waarde aan hechten!'
Hoofdstuk 3: De geloofsopvattingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Een andere schriftgeleerde zei: 'Ik kan je geen ongelijk geven en deel in veel opzichten .jouw mening; maar als een volledig uitgemaakte waarheld kan Ik Je mening toch eigenlijk niet aannemen! Want ik kan niet geloven, dat God als de meest wijze Schepper van hemel en aarde, die toch de zon, de maan, de sterren en deze aarde voortdurend in stand houdt, ons als volmaakte werken van Zijn wijsheid en macht alleen geschapen heeft om te dienen als Zijn vergankelijke speelpoppen!
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Wat Hij echter nu doet, weten jullie voor een deel, maar jullie houden het meeste van wat jullie over Hem, Zijn onderricht en daden verteld werd, voor meer dan de helft voor fabels en overdrijvingen van het volk, dat aan Hem hangt en aan Hem gelooft - en daar vergissen jullie je heel erg in!
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...