Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 36 van 1037

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[15] Maar Ik zei: 'Vriend, Iaat deze zonde je dochters vergeven zijn; want de zonden, die in wezen geen zonden zijn, worden gemakkelijk vergeven. Je dochters hebben echt in alle ernst honger en dorst, en voor allen, die hier zijn is er genoeg brood en wijn. En daarom moeten allen er naar behoefte van genieten, als de twaalf, die op dit moment de meeste honger hebben, verzadigd zullen zijn!'
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Vrienden en broeders, luistert naar mij! Wij kennen de Schrift vanaf Mozes tot bijna aan onze tijd toe, en de boeken over de oorlogen van Jehova, waarvan Mozes en vele andere profeten melding maken, hebben we uit Perzië gekregen en de vertaling daarvan gelezen, omdat veel wijzen ze als echt aanmerken; maar van al de wonderen die daarin beschreven staan, is er ook niet een, dat te vergelijken zou zijn met datgene wat nu voor onze ogen gebeurt. Zoiets is niet alleen niet in Israël, maar in de hele wereld nog nooit gehoord! Wie moet dan wel Degene zijn, Die zulke daden doet, die buiten God echt niemand doen kan?!'
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Bij deze woorden roep Ik Kisjonah van zijn vijf vadem hoge kansel naar beneden en zeg onder vier ogen tegen hem: 'Zwijg voorlopig en verraad Mij niet voor de tijd daarvoor rijp is! Want er zijn er hier nog veel, die daarvoor niet zo rijp zijn als jij en die daarom ook niet volledig gewaar mogen worden Wie Ik nu eigenlijk ben. Anders zou dat een belemmering vormen voor hun tot leven te brengen geestelijke vrijheid, die hun geest heel moeilijk ooit zou kunnen overwinnen.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na deze uitleg, waarvan Kisjonah zei, dat zij een antwoord gaf op al zijn vragen, begon het in het oosten te dagen en een heel frisse ochtendkoelte besloop de spits van onze berg waar we het nog steeds best naar ons zin hadden, en Kisjonah stelde voor dat we zolang af zouden dalen naar de dichtstbij gelegen berghut tot de zon opgegaan zou zijn.
Hoofdstuk 156: Het scheppingsverhaal van Mozes. (2.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kisjonah vroeg niet verder, en wij bleven nog tot aan de middag van deze dag op de top van de berg. Maar na de middag daalden we weer af naar de bergboerderij en brachten daar nog een paar dagen door met allerlei besprekingen over de levenstaken van de mens en over de aard van de aarde, de sterren en allerlei andere dingen.
Hoofdstuk 156: Het scheppingsverhaal van Mozes. (2.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Veel begreep het nog steeds wat somberder deel van de Joden en bij Mij gebleven Farizeeën er niet van, maar toch protesteerden zij niet; want deze Joden en Farizeeën, die zich al op de eerste dag van Mijn bezoek aan Kisjonah aan Mijn kant geschaard hadden, waren werkelijk opgewekte en goedwillende mannen en het waren nuchtere denkers, die al veel van Mij verwachtten en Mijn woord gelijkstelden met dat van God. Daarom kunnen ze niet vergeleken worden met diegenen, die naar Kapérnaum teruggejaagd werden, en ook niet met diegenen, die vanwege het beven van de berg meer dan vier dagen geleden weer naar benepen vluchtten.
Hoofdstuk 156: Het scheppingsverhaal van Mozes. (2.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Een van hen kwam toen naar Mij toe en zei: 'Heer! Als het zo gebeurd is, wat moeten we dan met Mozes en de profeten aan?'
Hoofdstuk 156: Het scheppingsverhaal van Mozes. (2.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Dit gezegde van Mozes heeft dus beslist geen materiële, maar slechts een geestelijke betekenis, en het grijpt alleen met geestelijke symbolen terug op de vroegere schepping der werelden, dus van het geestelijke naar het materiële, -wat waarschijnlijk alleen de wijsheid van een engel doorgronden kan. Maar zoals het er staat heeft het slechts een zuiver geestelijke betekenis en Iaat weten, hoe eerst de enkele mens, en dan ook de hele mensheid, van tijd tot tijd en van periode tot periode wordt gevormd, van het oorspronkelijk noodzakelijke natuurlijke naar het steeds meer geestelijke.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Onder deze omstandigheden komt God weer tot de mensen, natuurlijk - dat begrijpt u wel - geestelijk, en Hij, als de eeuwige liefde, zegt tegen de liefde in het hart van de mens: 'Laat de aarde nu alle soorten zelfbestuivende grassen en kruiden voortbrengen, en allerlei soorten bomen en struiken, die ieder naar eigen aard vruchten dragen en zichzelf uitzaaien op aarde!'
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De door het licht uit de hemel tot de juiste kennis gebrachte oorspronkelijke avond van de mens, wordt zo de aanleiding voor de werken die daarop moeten volgen; en dit is de derde dag van de ontwikkeling van het hart en de gehele geestelijke mens. Om deze geestelijke mens gaat het, daarvoor zijn Mozes en alle andere profeten van God in deze wereld gekomen, net als Ik nu Zelf! Naar Ik meen is dit onderwerp nu toch wel duidelijk genoeg voor u!?'
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Een van de Farizeeën zegt: 'Verheven wijze vriend en Meester! Persoonlijk onderschrijf ik ieder van Uw aan ons allen gegeven woorden, want ze zijn volledig waar en moeten dat ook zijn. Maar als U naar Jeruzalem gaat en op deze wijze in de tempel de. Genesis uitlegt, dan wordt U en Uw gehele aanhang gestenigd als U Zich met heel duidelijk beveiligt door Uw goddelijke macht! Maar als U deze macht tegen. de tempelpriesters gebruikt, dan zijn ze ook veroordeeld, en die veroordeling zal dan weinig afwijken van een direkte totale vernietiging door bliksem en vuur van de hemel!
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Bovendien is de aarde rond en is het steeds aan één kant dag en aan de andere kant nacht. Afhankelijk van de wenteling van de aarde om haar as van het westen naar het oosten, wordt het steeds daar dag waar de landen tegenover de zon liggen, of liever door de constante en steeds gelijkmatig draaiende beweging zo gezegd onder de zon geschoven worden.
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dit ongeschapen eeuwig levende licht aan het uitspansel in de mens is vanaf dat moment het enige dat leiding geeft aan de echte dag in de mens, en deze leert het vroegere vat om zich geheel om te vormen naar zijn eeuwig ongeschapen goddelijk wezen en zo de hele mens tot een Kind van God te maken.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als U soms weer eens naar Jeruzalem gaat, neem dan een grote hoeveelheid almacht mee, anders wordt U als godslasteraar gestenigd! Want wie daar ook maar voor een cent verstandiger probeert te zijn dan de gewoonste veger van de tempelhoven, die wordt direct voor ketter en godslasteraar uitgemaakt, en als hij zich niet bekeert door behoorlijk te offeren, dan staat hem buiten de stadsmuren op de vervloekte plaats genadeloos de steniging te wachten! .
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Volgens Mij kun je, als je doorgaat op deze manier dom te blijven, beter weer naar Bethabara teruggaan; want zo erger je Mij en sta je Me tegen!
Hoofdstuk 164: De luchtreis van Judas Iskariot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...