Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1972 resultaten - Pagina 37 van 132

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[7] DE FARIZEEËR zei: 'ja, ja, daar heb ik veel over gehoord, en het zal wel precies zo zijn als jij mij nu hebt beschreven; maar die tempel is verschrikkelijk oud, en wie kan zeggen wie de volkeren waren die die tempel gemaakt hebben? Hun tekens zijn voor ons onleesbaar, en wie kan precies raden wat zij betekenen?! Ze lijken niet in het minst op ons schrift, en zodoende zijn zij dood voor ons. jullie schrijven van links naar rechts, en wij omgekeerd, en daarom kunnen jullie het oerschrift van Egypte ook gemakkelijker lezen dan wij, omdat men zegt dat ook de oude Egyptenaren van links naar rechts geschreven moeten hebben. Wij schrijven omgekeerd en kunnen daarom dat oude schrift echt niet meer ontcijferen. Wat kunnen die drie hallen en die vreemde grote en kleine beeldhouwwerken in de eerste twee hallen betekenen, en wat tenslotte de derde hal met die bepaalde inscripties, die wij Joden niet kunnen lezen?'
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE FARIZEEËR die buitengewoon verbaasd was, zei: 'Heer en Meester, nu pas besef ik dat U vol van de goddelijke geest moet zijn; want over zulke dingen kan alleen maar God de mens een waar en volledig uitsluitsel geven! Wat is daarbij vergeleken het verstand van de grootste wijze van deze aarde, dat hij zich door enige ervaring en beschouwing van de uiterlijke vormen der dingen heeft eigen gemaakt?! Wat is de kleine beperkte mens tegenover God?! Daarom kan de mens uit zichzelf God ook nooit doorgronden en evenmin Zijn eeuwige heerschappij, zijn werkzaamheid en scheppingskracht!
Hoofdstuk 227: Niet het weten, maar het handelen uit liefde maakt zalig - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER): 'Er staat weliswaar geschreven dat men hem, die je iets kwaads heeft aangedaan, zevenmaal volledig vergeven moet; maar Ik zeg jullie: zeven en zeventigmaal zevenmaal zul je je belediger vergeven voor je hem voor de rechter aanklaagt! Verbetert hij zich ook dan niet, verstoot hem dan uit de gemeente! Wie echter niet telt hoe vaak iemand hem beledigd heeft, die zal ook in de hemel niet worden aangerekend worden hoe vaak hij tegenover God heeft gezondigd.
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Jullie allen is op deze aarde slechts iets gerings toevertrouwd; maar wie in dit kleine getrouw is, zal eens over iets groots gesteld worden. Maar Ik zeg jullie ook, dat niemand God en de mammon tegelijkertijd kan dienen; noch de een en noch minder de ander is tevreden met een halve dienst. Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Dat is zo Mijn raad hoe jullie je ook in zo'n geval als Mijn echte leerlingen zullen moeten gedragen. Jullie kunnen de misdadigers in jullie gemeente verbeteren of deze van hen zuiveren, maar jullie mogen geen rechter spelen! Want wie oordeelt, zal eens ook door Mij geoordeeld worden. Wie echter niet oordeelt, zal ook door Mij niet geoordeeld worden. Als jullie degenen die tegen jullie zondigen zullen vervloeken en verdoemen, dan zal jullie eens van Mij datzelfde te wachten staan; als jullie echter volgens Mijn leer wandelen, zullen jullie ook niet verdoemd en vervloekt worden.
Hoofdstuk 244: Over rechtspreken en straffen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] De Romein zei: 'Maar ik ben nu als voornaamste keizerlijke gezant lilt Rome hierheen gekomen om het vele misbruik te onderzoeken dat jullie maken van de privileges die jullie door Rome geschonken zijn! Waar is het vonnis van de wereldse rechter?'
Hoofdstuk 7: Agricola verhoort een tempeloverste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Vervolgens zei Agricola ernstig: 'Wel, ik heb je het verlangde document op je wens meteen laten zien; waar heb jij nu het door mij verlangde vonnis van de wereldse rechter over deze misdadiger?'
Hoofdstuk 7: Agricola verhoort een tempeloverste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Verder moet er bij een misdrijf ook op worden gelet, door welke omstandigheden iemand soms zonder het te willen tot een misdaad werd gedreven, want de omstandigheden kunnen de misdaad in belangrijke mate verzachten. Het maakt beslist een groot verschil of iemand van het dak valt en daardoor iemand doodt die zich toevallig onder dat dak bevindt, of dat iemand opzettelijk een mens doodt. En tussen deze beide extremen vindt men nog veel bijkomende omstandigheden, die iedere rechtvaardige rechter goed ter harte moet nemen, omdat ze een en hetzelfde misdrijf kunnen verzachten of verzwaren.
Hoofdstuk 8: De misdadige tempelverordeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Als er bijvoorbeeld iemand bij je zou komen met de aanklacht: 'Door deze persoon is mijn broer gedood', en jij hem dan meteen ter dood zou veroordelen zonder de aangeklaagde persoon verder te ondervragen, zou je wel een slechte rechter zijn! Is in onze wet niet uitdrukkelijk aan iedere rechter ten strengste opgedragen om vóór alles heel precies inlichtingen in te winnen over het 'Cur, quomodo, quando et quibus auxiliis'*, (* waarom, hoe, wanneer en onder welke omstandigheden? ) en dan pas te oordelen?! Hebben jullie dat bij deze misdadiger gedaan?'
Hoofdstuk 8: De misdadige tempelverordeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Toen richtte de misdadiger zich op en zei moedig en openhartig en zonder enige terughoudendheid: 'Grote en machtige en rechtvaardige heer en rechter! Ik ben evenmin een misdadiger als u en degene die bij u is!
Hoofdstuk 9: De bekentenis van de schijnbare misdadiger - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Daarop sleepte men mij onder allerlei mishandelingen en de vreselijkste scheldwoorden naar een donker gat, waarin ik tot vandaag wegkwijnde. Hoe men mij vandaar hier naartoe gesleept heeft, heeft u, hoge rechter, zelf gezien. Hoe het echter mijn arme ouders en mijn arme zuster zal vergaan of reeds is vergaan, mag Jehova weten!
Hoofdstuk 9: De bekentenis van de schijnbare misdadiger - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Agricola zei: 'Waarom heeft Mozes later dan zelf voor dergelijke gevallen eigen rechters aangesteld en gaf hij die jurisdictie niet in handen van de priesters? Hoe zijn jullie dan nu ook rechters over leven en dood van een mens geworden? Mozes heeft jullie alleen maar priesters gemaakt en Rome heeft nu, omdat men zich ten tijde van jullie koning Saul zelf dat recht heeft genomen, jullie allen ook een wereldlijke rechterfunctie gegeven onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat alle misdadigers, en vooral degenen die de dood hebben verdiend, altijd moeten worden overgedragen aan de plaatselijke, wereldlijke rechter en dat geen enkele priester zich er dan verder over heeft te bekommeren wat de rechtbank over de misdadiger beslist. Het komt jullie dus nooit toe ooit iemand te berechten en te veroordelen en uiteindelijk zelfs de hand aan hem te slaan!
Hoofdstuk 7: Agricola verhoort een tempeloverste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Hoge rechter! Dat is alles wat ik u volledig naar waarheid over mijn misdaad kan zeggen! O, oordeel niet zo hard over mij zoals vooral deze overste deed! Want eerlijk gezegd was juist hij het die mijn kuise zuster wilde verleiden, wat ik voor God en alle mensen kan zweren! Ik kan u daarvoor ook heel betrouwbare getuigen noemen, die dit treurige voorval met een eed kunnen bevestigen!'
Hoofdstuk 9: De bekentenis van de schijnbare misdadiger - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Op dat ogenblik verdween de engel snel en bracht de beide ouders en de jonge, erg armoedige, maar lichamelijk zeer mooie zuster, die gevolgd werden door tien Romeinse soldaten en een door Pilatus afgevaardigde rechter.
Hoofdstuk 10: De bekentenis van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Agricola zei: 'Ik ben geen rechter die, zoals jullie, meet met de maat van zijn gevoelens, maar een rechter die meet met de maat van het recht; ik zeg je echter dat deze vier mensen, die je zo onmenselijk diep hebt beledigd, nu je voornaamste rechters zijn! Zoals zij je zullen oordelen, zal ook ik je oordelen! Maar de zonde die deze arme, hongerige man in de tempel aan jullie toonbroden heeft begaan, zal God berechten! Als Hij hem vergeeft, dan vergeven wij hem ook, want tegen ons heeft hij geen zonde begaan!'
Hoofdstuk 10: De bekentenis van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...