Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 37 van 42

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42
[28] De kinderen zij n in de natuurlijke betekenis overeenkomstig de stromen van levend water uit de lendenen van het lichaam. Daarbij duiden het 'lichaam' * (*'In de Duitse Bijbelvertaling M.Luther staat in Joh. 7 :38 'lichaam' i.p.v. 'binnenste'.) of de 'lendenen' in deze tekst een materieel beeld aan van de liefdedaad zelf en de hele tekst luidt in onthulde toestand aldus: 'Wie zich in zijn hart aan Mij houdt, diens werken zullen bevorderlijk zijn tot het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 34: 'Wie in Mij gelooft, zoals de schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien' (Joh 7:38) 135 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[12] Karel zegt: 'Dat is een eigenaardige vraag! Naar aardse maatstaven te oordelen ontbreekt jou wel heel veel om door mij als Christus waardig te worden aanvaard, maar hier ben ik nu niet meer zo kieskeurig en neem gemakkelijk een knuppel voor een scepter en een slaapmuts voor een kroon aan, waarom dan jou ook niet als Christus de Heer! Maar kom ik ooit een andere en geschiktere tegen, dat is deze zaak gemakkelijk te veranderen. De echte wordt aanvaard en de valse laat men vallen! Overigens versta je heel goed de kunst om de rol van Christus te spelen! Jouw minzame ernst en je majesteitelijk mooie hoofd met die grote blauwe ogen maken je heel geschikt als waardige representant van diegene die je hier voorstelt. Op verantwoording van hem, die mij jou als de werkelijke Christus aanwees, wil ik dat ook aanvaarden en val daarom als de grootste gewezen keizer van het Rooms Duitse rijk aan Jouw voeten en zeg: 'Heer, wees mij zondaar tegenover U genadig en barmhartig!'
Hoofdstuk 65: De levensgeschiedenis van de trotse Karel. Paulus schudt de hoogmoedige wakker. Dialoog tussen Karel en Jezus. Uiteindelijke bede om genade en bevrijding. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Hoevelen hebben jullie door je overdreven hoogmoed laten terechtstellen, niet zelden op een afschuwelijke manier. Hoe hardnekkig hebben jullie een verlichte geest steeds vervolgd. Welk een meedogenloze wreedheid hebben jullie gebruikt tegenover jullie evangelische broeders! Welk een onuitsprekelijke ellende hebben jullie niet zelden over vele duizenden families gebracht! Hoe zijn jullie tijdens de dertigjarige godsdienstoorlog tekeergegaan tegen de zuivere leer van Jezus, en hoeveel andere ongerechtigheden hebben jullie op je geweten! Hoezeer hebben jullie er steeds naar gestreefd, jullie pracht en praal op te voeren ten koste van het leven en bloed van miljoenen, die evengoed Gods kinderen zijn als jullie. Hoeveel duizenden smachtten onschuldig in kerkers door de traagheid van jullie rechters, die het er onder jullie bescherming goed van namen! Zulke en duizend andere grove zonden hebben jullie op je geweten. Stromen van onrechtvaardig vergoten bloed roepen tot God om wraak op jullie. Als de Heer uitsluitend volgens de maatstaven van de gerechtigheid wilde oordelen, zou Hij jullie voor iedere ongerechtigheid en wreedheid een eeuwigheid zwaar moeten laten boeten in het vuur van de hel.
Hoofdstuk 62: Paulus' opwekkingstoespraak tot de vorsten. De apostel toont de wandaden tijdens hun regeren aan en belooft de genade van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Helena zegt: 'Zegt u mij eens, hoelang is het dan al geleden dat u gestorven bent? Naar uw tongval te oordelen moet u toch aardig lang vóór Adam op aarde hebben geleefd? Nee, is me dat een taal; daar zou je wat van krijgen! ( Het Oudduitse taalgebruik gaat in de vertaling helaas verloren.) Nu loopt, naar ik zie, de weg naar de kapucijnen! Zou daar soms het hoogadellijke paleis zijn?' De ene hoge edelman zegt: 'Hou toch je mond. Jij begrijpt ons niet; daar ben je nog te jong voor. Hou je daarom maar stil! Wij zijn wel bij de kapucijnen, maar niet op de aarde, maar onder de aarde. Begrijpt u dat, mejuffrouw?'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Petrus zegt: 'Vriend, langs deze weg zul je niet verder komen. Jouw weg loopt naar de hel en naar de eeuwige kwelling vanuit jezelf, want je bent slecht tot in de diepste vezels van je leven! Opdat je echter weet wie Jezus de gekruisigde is, was en eeuwig zal zijn, zeg ik jou, als een van zijn trouwste getuigen: Hij is God, de enige en unieke, de eeuwige, de Heer en Meester, heilig in de eeuwige oneindigheid! Hij alleen kan je behouden, maar ook laten vallen voor eeuwig. Kijk nog eenmaal in de richting van het ochtendgloren naar de geopende hemel, maar kijk ook in de richting van het middernachtelijk duister waar de muil van de hel wijd open staat; waarheen wil je gaan? Geen God zal je oordelen, ook geen engel en ook wij beiden niet, maar jouw wil is jouw eigen rechter!'
Hoofdstuk 13: Opdracht aan Petrus en Paulus om de voormalige bedoeïenenhoofdman Cado voor te leiden. De vergeefse liefdevolle poging van Petrus om de brutale geest voor zich te winnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Petrus zegt: 'Hij heeft ons zojuist naar jou toegestuurd, opdat wij jou van de eeuwige ondergang zouden redden!' Cado zegt: 'Waarom is hij niet liever Zelf gekomen? Heeft hij misschien kou gevat bij het oordelen, is daardoor verkouden geworden en kan nu niet uitgaan? Daarom heeft hij jullie waarschijnlijk naar mij toegestuurd om mij wat op te warmen met jullie krachtige adem! Maar Cado is geen schaap zoals de in Bethlehem geboren Messias van de joden, om welke reden zijn landgenoten Hem dan ook aan het kruis hun eer hebben betoond. O jullie domme schapenkoppen! Denken jullie dan, dat een Cado zich ook bij de neus laat nemen als een of andere hongerige jood? Verre van dat, beste schaapjes van God! Cado is een leeuwen nooit een schaapje van God! Begrijpen jullie dat? Als jullie bij je Meester komen, breng hem dan de beste groeten van mij over en zeg hem, dat het mij echt spijt, dat hij op aarde geen Cado was, maar een heel gewoon schaap!'
Hoofdstuk 13: Opdracht aan Petrus en Paulus om de voormalige bedoeïenenhoofdman Cado voor te leiden. De vergeefse liefdevolle poging van Petrus om de brutale geest voor zich te winnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik zeg je echter als zondaar: in de ware wijsheid kun jij nog niet eens tot tien tellen - en toch wil je over Gods innerlijke wijsheid oordelen? Zolang jij God alleen naar Diens omvang waardeert, zal Jezus jou zeker nog lang te klein en te onbeduidend voorkomen. Als je echter bedenkt, dat God niet alleen zonnen en planeten heeft gemaakt, maar ook de muggen, dan zal het je misschien duidelijk worden, dat God zich ook met de kleinste dingen even goed inlaat als met de grootste. En dat het Hem ook mogelijk is Zich als mens aan de mensen te tonen, ze te leren en ze op de goede weg te brengen. De zonnen zal Hij zeker ook als Zon van alle zonnen leiden!
Hoofdstuk 28: Martinus als blinde rationalist in de val - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] O Heer, Vader, hoe langer ik hier naar binnen kijk, des te meer ontdek ik. Nu zie ik ook al mensen, die weliswaar nog een beetje te ver weg zijn, om te kunnen bepalen hoe ze er eigenlijk uitzien. Ze zullen vast ook overeenkomstig hun planeet onuitsprekelijk mooi zijn. Het is ook maar beter, dat ze niet te dicht bij mij komen: ik zou hun vast en zeker té grote schoonheid tenslotte toch niet kunnen verdragen. Men heeft aan deze grote, heerlijke bewoonde planeet al meer dan genoeg!
Hoofdstuk 42: De verrassingen achter de vijfde deur - De wondere wereld van Jupiter - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] De geesten van deze planeet dienen er in de mens overeenkomstig toe, dat de mens groeit in al zijn delen, op aarde lichamelijk en hier geestelijk. Echter uitsluitend wat betreft de ontwikkeling van de uiterlijke vorm of de groei van de mens, zowel fysiek als ook psychisch qua vorm, wordt door het speciaal geordende en toegelaten instromen van deze planeet bewerkt.
Hoofdstuk 44: Het zevende vertrek - Over het wezen en het doel van Uranus en zijn geesten - De schepping in de mens en buiten de mens in hun wederzijdse relatie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[28] IK zeg: 'Wees maar rustig, je ziet nog niet de juistheid van alles, hoewel je juist hebt gesproken. Ga nu echter met Mij naar de elfde deur, daar zul je een aantal dingen duidelijker inzien en anders oordelen! Volg Mij daarom, zo zij het!'
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] DE MAANBEWONER zegt: 'Vriend, jij praat en vraagt, zoals jij het begrijpt en ik antwoord je op mijn manier! Naar jou te oordelen, moet de allerhoogste geest Gods jullie wel van buitenaf met een knuppel in de hand hebben onderricht. Want voor innerlijk, geestelijk onderricht lijk jij tot nu toe nog veel te bot te zijn en waarschijnlijk ook het hele menselijke geslacht van jouw planeet!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Ook al heeft de Heer je de oneindige genade bewezen en je het gif van de boosheid afgenomen, je hebt toch nog de grote dwaasheid behouden. Als die door jou goed wordt gevoed, kan ze in de ergste boosheid overgaan en je in een afschuwelijk oordeel storten. Want weet wel, zolang je in de geest niet volledig bent wedergeboren, ben je voor de hel allerminst veilig. Opdat je echter aan een dergelijke calamiteit zult ontkomen, moet je hier alle dwaasheid worden getoond waar je nog heel sterk aan hangt, en waarvan de Heer Zelf je nog niet kon bevrijden zonder je te oordelen.
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] BOREM zegt: 'Nu goed, luister dan. Waar en wat is dan de dag van de toorn, van het oordeel? Wie zal er dan toornig zijn en wie zal er oordelen? Denk jij dat God een God van toorn is en een God van het oordeel? O nee! Zie, God is de zuiverste en hoogste liefde Zelf, die van Zich Zelf zei: 'Ik kom niet om de wereld te oordelen, maar om iedereen zalig te maken die aan Mij gelooft en Mij liefheeft!'
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] De Heer spreekt wel van een opwekking op de jongste dag, maar die begint echter bij iedereen meteen na de dood van zijn lichaam. Maar over een oordeel spreekt Hij alleen maar als volgt: 'Ieder heeft echter al in zich wat hem zal oordelen, namelijk Mijn Woord!' Als nu echter zo het woord van de Heer luidt, waar blijf je dan met je onheilspellend 'Dies irae, dies illa'. Dat zou dus beter kunnen luiden: 'O dag van mijn naakte dwaasheid en mijn hevige boosheid!'
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Maar BISSCHOP MARTINUS zegt nu: 'Luister allemaal, lieve zusters. Laat alleen de Heer Jezus over jullie oordelen. Hij alleen is een rechtvaardig rechter. Vergeven jullie elkaar van harte, dan zal alles goed worden. Mijn huis hier is een huis van vrede en liefde en niet een huis van wraak. Wees daarom rustig en blij van zin, omdat jullie hier bij mij zo'n goed onderdak hebben gevonden - en dat zeker alleen door de onzichtbare genade van de Heer! Als jullie je haat omzetten in liefde, dan zal het er voor jullie ook wel beter uit gaan zien.
Hoofdstuk 60: Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42