Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2924 resultaten - Pagina 37 van 195

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[1] Dan zwijgt Zorel een poosje en ZINKA vraagt: 'Hoe ziet hij dat dan allemaal en hoe kan hij nu door het water gaan, terwijl hij er zo onbeweeglijk bij ligt alsof hij dood is!"
Hoofdstuk 50: De bekleding van de gereinigde ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De vijver die uit zijn tranen ontstond en waarvan het water zijn ziel genas, stelt zijn berouw voor over de begane zonden en het baden daarin betekent oprechte boetedoening, die uit het berouw voortkomt. Het zuivere water betekent het terechte erkennen van zijn schulden en gebreken; en als de vijver een meer wordt, is dat de uitdrukking van het toenemen van de wil om uit zichzelf gereinigd en genezen te worden. Het mooie gras onder het water betekent de hoop op het bereiken van volledige gezondheid en hogere, vrije genade van God, die zich reeds zichtbaar opstelt aan de nog wat verwijderde oever; dat ben Ik Zelf naar geest en wil. De beweging in Mijn richting door de wateren van oprecht berouwen ware boetedoening, betekent als zodanig het voortschrijden van de ziel naar de ware beterschap.
Hoofdstuk 50: De bekleding van de gereinigde ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Ik antwoord vanuit Mijn geest en wil, die nu voor hem zichtbaar zijn: 'Kom uit het water, je daden zullen bepalen hoe je gekleed wordt!'
Hoofdstuk 50: De bekleding van de gereinigde ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Ik zeg: 'In dat geval is er hier toch water genoeg om het wit te wassen!'
Hoofdstuk 50: De bekleding van de gereinigde ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Zorel zegt: 'O vriend, dat is onbegonnen werk! Dat zal niet lukken! Maar iets is altijd beter dan helemaal niets. Daarom kom ik uit het water!'
Hoofdstuk 50: De bekleding van de gereinigde ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Nu is hij klaar en het kleed is schoon. Omdat het echter nog vochtig is, mist hij de moed om het zo maar aan te trekken. Ik maak hem echter duidelijk, dat hij het toch aan moet trekken. Hij was voorheen toch ook niet bang voor het water, waarom zou hij dan nu een hekel hebben aan een kleed dat nog wat vochtig is?! Dan zegt hij - luister maar, want dat zal hij hardop zeggen! -:
Hoofdstuk 50: De bekleding van de gereinigde ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Laat ik eens naar je voeten kijken om mij te overtuigen dat je niet meeloopt, maar alleen mee zweeft. Ja werkelijk, je beweegt noch je voeten noch je handen en volgt ons toch op een afstand van ruim zeven passen! Ja, nu begrijp ik waarom je de bomen niet ziet buigen en hun wonderbaarlijke gefluister niet hoort!
Hoofdstuk 52: Zorels ziel op de weg van de zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als je ziel door de dagelijkse ongemakken moe en zwak is geworden, ontwaakt in haar de behoefte aan een verkwikkende en versterkende rust. De moede ziel trekt dan weldra haar van ledematen voorziene, vleselijke kleed uit en stapt in een versterkend bad van geestelijk water en baadt, reinigt en versterkt zich daarin. Als zij weer fit is geworden, trekt zij haar lichamelijke mantel weer aan en beweegt diens logge ledematen weer met groot gemak.
Hoofdstuk 54: De verhouding tussen lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Hoewel zulke afzonderlijke lichamen dus raadselachtig groot zijn, lijken ze toch voor het oog nauwelijks zichtbare puntjes, omdat zij te ver van hier verwijderd staan! Maar toch zijn zij, vergeleken bij de totaliteit van het gezamenlijke scheppingsheelal, zoals gezegd niet meer dan het kleinste stofje, dat moeiteloos door de zonnestralen gedragen kan worden! Ik zeg je: Je kunt een miljard zonnen met al hun planeten en manen en kometen scheppen en ze alle onderbrengen binnen de globe van dit zonnengebied, dan zal dat binnen de ruimte van deze ene globe net zo weinig merkbaar zijn als één druppel water die de zee vergroot en de ruimte van haar uitgestrekte bedding beïnvloedt; en miljarden maal miljarden globen zouden in het gehele gebied van de nu bestaande totaliteit van de schepping even weinig merkbaar zijn als miljarden regendruppels in de zee.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Ik zeg je: In iedere dauwdruppel, hoe helder die ook trilt aan de punt van een grasspriet, zie ik als in een zee reeds myriaden wezens die in alle richtingen rondzwermen! Het water van de druppel is slechts een eerste en algemene omhulling van een gedachte van God. Daaruit halen de daarin gevangen geestjes hun afzonderlijke omhulling en dan bestaan zij al meteen in een wat meer bepaalde vorm, die al sterk afwijkt van de algemene uiterlijke vorm. Daardoor verdwijnt de druppel als waterparel, en de vormen die zich daarin nieuw gevormd hebben tot larfjes die reeds leven bezitten, kruipen dan over de planten of andere dingen, waaraan de waterdruppel zich heeft gevormd. Daar gaan deze larfjes, doordat zij zich verenigen, weldra over in een andere vorm, en honderdduizenden vormen er één. Een nieuw omhulsel wordt om de nieuwe vorm gevormd, daarin worden de vele kleine vormen door de invloed van licht en warmte tot een doelmatig organisme van de nieuwe en grotere vorm getransformeerd. Het zo ontstane nieuwe wezen begint zich daarna opnieuw voor te bereiden voor een volgende overgang naar een meer volmaakte vorm, waarin het weer actie gaat ondernemen voor een nog hogere en nog meer volmaakte vorm. En zo is de bezigheid van ieder wezen dat reeds in een bepaalde vorm is opgenomen, kennelijk niets anders dan een goede voorbereiding voor een hogere en meer volmaakte vorm om het zieleleven steeds meer te stabiliseren en uiteindelijk in de menselijke vorm van het zuiver geestelijke leven over te doen gaan.
Hoofdstuk 57: De ontwikkelingsgang van de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Ook CYRENIUS zegt: "Ja, die man moet geholpen worden, want zoveel buitengewoon wonderbaarlijke zaken uit Uw goddelijke orde zijn hier nog niet eerder onthuld! De onthullingen van Mathaël waren groot en brachten mij tot diep nadenken, maar wat deze Zorel nu allemaal heeft onthuld, is ongehoord! Het is nauwelijks te geloven en haast niet denkbaar dat zulke diepe innerlijke wijsheden zich nog in menselijke woorden laten vatten en zich vervolgens in klare taal begrijpelijk laten beschrijven! Kortom, ik ben helemaal buiten mijzelf door deze Zorel! Als hij dat hierna, wanneer hij lichamelijk weer ontwaakt is, ook zou kunnen vertellen, 0, dan zou ik hem op een troon zetten om van daaraf de mensen de grote waarheid te prediken, opdat zij allen met meer zekerheid de ware en volmaakte bestemming van hun bestaan en leven zouden bereiken!"
Hoofdstuk 58: Oordeel niet! - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar nu is het moment aangebroken waarop jij, Zinka, Zorel je handen tegengesteld moet opleggen zodat hij wakker wordt. Als hij wakker wordt, geef jij, Marcus, hem wijn met wat water, opdat zijn lichaam zijn vroegere kracht terugkrijgt! Maar als hij na het ontwaken dezelfde taal uitslaat als eerst, erger je dan niet en herinner hem helemaal niet aan wat hij tijdens zijn extase heeft gesproken, want dat zou hem lichamelijk kwaad kunnen doen. Lach hem echter ook niet uit als hij met de een of andere domheid aan komt! Heel geleidelijk kunnen jullie zijn aandacht meer en meer op Mij richten, maar niet te snel, omdat daardoor voor hem veel voor lange tijd bedorven zou kunnen worden! Zinka, doe jij nu je werk, want Marcus is er al met de wijn en het water!"
Hoofdstuk 58: Oordeel niet! - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Dan zegt ZOREL wat halfluid tegen Zinka: "Ik dank je voor wat je mij vertelde, hoewel ik nu nog niet weet waar ik zo heel precies aan toe ben. Het wil me maar niet te binnen schieten waarom die man mij toch zo bekend voorkomt! Het lijkt wel alsof ik ooit eens een grote reis met hem heb gemaakt! Ik heb veel gereisd, over water en over land, en heb medereizigers gehad, maar ik kan mij op geen enkele manier herinneren ooit zo' n man gezien en gesproken te hebben. Toch komt het mij, zoals ik al zei, heel bepaald voor alsof ik op een reis heel veel met hem te maken heb gehad! - Leg me eens uit, hoe dat mogelijk is."
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Waar de slechte, zogenaamd wijze mensen zelf niet genoeg wetten hebben kunnen bedenken om de mensheid onder druk te zetten, stelden zij denkende en zeer spitsvondige leiders aan, die, rondgaande met in extase vertrokken gezichten, met veel zelf verzonnen godenwetten te voorschijn kwamen om daarmee de arme en zwakke mensheid opnieuw te plagen. Daarbij bedreigden zij hen op de belachelijkste manier met verschrikkelijke, eeuwige straffen en beloofden zij hoge beloningen, natuurlijk pas na de lichamelijke dood, waar je goed kunt belonen omdat de doden niets meer nodig hebben.
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Het is mij echter welonbegrijpelijk waar deze man, die in zijn daden zo'n grote ellendeling was, zo'n overtuigende scherpzinnigheid heeft opgedaan.. Dat mensen, zoals bijvoorbeeld overste Stahar en ook Zinka: heel scherpzinnig hun voordeel konden spreken voor zij nader met U kennis hadden gemaakt, is begrijpelijk, want dat zijn echt geleerde mensen en zij hebben in veel andere zaken grote ervaring; maar deze mens was altijd ~ een boef.van.het zuiverste water, -en dan toch deze scherpzinnigheid! Ah, zoiets heb ik in mijn hele leven nog niet meegemaakt! O Heer, zeg mij toch hoe deze mens daaraan gekomen kan zijn.'
Hoofdstuk 71: Cyrenius' verwondering over Zorels scherpzinnigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...