Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1379 resultaten - Pagina 37 van 92

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[5] Wat jullie tweede vraag betreft: die is werkelijk nog heel onnozel; want onze rekenkunde heeft geen enkel getal waarmee men het meer dan grote aantal aardse jaren zou kunnen uitdrukken dat tot het einde van de aarde zal verlopen; en zelfs als dat mogelijk zou zijn, maakt dat voor degenen die eeuwig in de geest zullen voortleven immers helemaal niets uit.
Hoofdstuk 49: De missie van Gods kinderen aan gene zijde De bestaansduur van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Wat zijn evenwel alle materiële aardse bezittingen die een mens door toedoen van een ander kan verkrijgen, vergeleken bij de zuiver geestelijke bezittingen die wij hier ontvangen hebben? Hierdoor hebben wij de enig ware God en door Hem onszelf, die verloren waren, en het ware leven van onze zielen gevonden, en dat is oneindig veel meer dan wanneer jij ons alle schatten van de wereld bezorgd had. En daarom zijn wij jou, omdat jij de voornaamste veroorzaakster daarvan was, ook voor altijd grote dank verschuldigd.
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei tegen hem: 'Wat voor jullie geschapen werd behoort jullie ook toe en jullie kunnen het dus ook zonder betaling van een geldbedrag meenemen. Bovendien zul je toch al genoeg armen van hier met je meenemen naar Rome en ze daar goed verzorgen, en dan zijn die bekers in materieelopzicht slechts een heel kleine beloning voor wat jij ter wille van Mij doet. Neem daarom alles wat zich aan aardse kostbaarheden op jullie tafel bevindt! Maar beschouw het niet als een werkelijk loon voor alles wat je uit liefde voor Mij voor de vele armen en verdrukten doet; want jouw loon daarvoor zal er reeds op aarde, en bovenal aan gene zijde in Mijn rijk, heel anders uitzien.
Hoofdstuk 53: De reis naar Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar die zei (Lazarus): 'Beste vrienden, ik bezit nog wel dertig keer zoveel als wat jullie hier slechts vluchtig hebben kunnen overzien! Maar al deze rijkdom maakt mij niet gelukkig omdat ik die op deze aarde volkomen de mijne kan noemen; want vandaag ben ik volgens de wereldse wetten weliswaar nog de rechtmatige eigenaar, maar morgen eist de Heer mijn ziel op, en die zal tegenover Hem rekenschap moeten afleggen over hoe en tot welk nut zij de aardse goederen die haar toevertrouwd waren getrouw beheerd heeft. En kijk, dan zal het menige ziel wel zwaar vallen om zichzelf tegenover de Heer te rechtvaardigen! Daarom zijn wij wel, bezien vanuit het juiste standpunt ten aanzien van het leven op deze wereld, slechts tijdelijke beheerders van dergelijke aardse goederen, tot nut van de arme mensheid, maar nooit bezitters. Want de eeuwig rechtmatige bezitter is alleen de Heer; wij bezitten alleen het recht om deze aardse goederen tot nut van de behoeftige mensen te beheren en ze doelmatig te bewerken.
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Agricola zei: 'Wat jij nu naar volle waarheid over jouw bezittingen denkt en zegt, dat zal ook ik van de mijne denken en zeggen, en waar mogelijk ook handelen zoals jij. U, o Heer, vragen wij echter nu reeds of U later niet een al te strenge afrekening met ons wilt houden over ons omgaan met de aardse goederen, die U ons slechts in beheer hebt gegeven! Want aan de wil om het juiste te doen zal het ons niet ontbreken; maar of de uiterlijke, duistere wereldse omstandigheden ons zo nu en dan niet menige onverwachte en onvoorziene streep door onze goede rekening zullen halen, dat ligt buiten onze macht, en U, o Heer, zult ten aanzien van dergelijke gevallen genadig en barmhartig voor ons zijn.'
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Denken jullie soms dat de Vader in de hemel Zich minder verheugt over Zijn kinderen die Hem boven alles liefhebben? O integendeel, nog eindeloos veel meer! Maar daarom zal Hij hun ook eindeloos veel grotere vreugden bereiden dan een aardse vader van gans er harte voor zijn kinderen doet of kan doen; want jullie Vader in de hemel heeft daar werkelijk de oneindigste en eeuwig wonderbaarlijkste verscheidenheid aan middelen voor.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar jullie kunnen ook als zeker en waar aannemen, dat bij een zuivere ziel, die volgens Mijn wil geleefd heeft, meer van haar aardse lichaam in haar zal overgaan dan bij een onzuivere en zondige ziel; want was een kuis lichaam reeds hier een sieraad van de ziel, dan zal het dat in een verheerlijkte geestelijke toestand zeker nog des te meer zijn.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Maar ook dat behoort zelfs niet tot de eigenlijke levensverdienste van de ziel, maar is eveneens een instelling van Mij die de ziel beloont, en het zou zelfs daar een ijdele dwaasheid van de ziel zijn als ze zich ook maar één ogenblik zorgen zou willen maken om deze aardse schat die ook aan gene zijde voor haar blijft bestaan, daar die immers bij haar 'ik' hoort. Ja, die bezorgdheid zou helemaal te vergelijken zijn met die van wel zeer dwaze ouders, die zich er alleen maar om bekommeren of hun kinderen wel een heel mooie en bekoorlijke gestalte zullen krijgen en hoe ze ervoor moeten zorgen dat hun ijdele dwaze wens in vervulling gaat, maar daarbij niet bedenken dat de groei en de uiterlijke gestalte enkel en alleen afhangen van Gods wil en dat geen mens daar iets aan kan veranderen.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Daarom heb Ik jullie ook al verscheidene keren gezegd, dat jullie niet angstig bezorgd moeten zijn om wat en waar jullie iets te eten en te drinken zullen krijgen en waarmee jullie je lichaam zullen kleden, maar vooral Mijn rijk en zijn ware gerechtigheid in jullie zelf moeten zoeken! Al het andere zal jullie er zomaar bij gegeven worden; want de Vader in de hemel weet wat jullie voor je aardse levensonderhoud nodig hebben.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Daarmee wil Ik echter niet zeggen dat een goed mens volgens Mijn wil helemaal geen aardse arbeid hoeft te verrichten! O, integendeel; want lichamelijk nietsdoen verwekt en voedt alle zonden! Daarentegen moet leder mensjuist actief en bezig zijn en in het zweet van zijn aangezicht zijn brood eten.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Wat we in die eerste periode gezien hebben ging ten onder ten gevolge van toegelaten en, nog beter gezegd, nauwkeurig bepaalde stormen van vuur uit het inwendige van de aarde, en na een groot aantal aardse jaren zoals wij die nu kennen verhieven zich grotere stukken land uit de diepten van de zeeën van de aarde, reeds voorzien van bergen, en bedekt met een reeds veel vruchtbaarder slik.
Hoofdstuk 71: De eerste twee ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'De tweede prehistorische ontwikkelingsperiode duurde in huidige aardse jaren gerekend weer een voor jullie onuitsprekelijk lange tijd. Maar de aarde was nog lang niet geschikt om warmbloedige dieren te dragen, laat staan mensen van hoe lage soort ook; daarom ging ook deze ten onder, net als de eerste, en daarna duurde het weer lang voor er een derde voorbereidende ontwikkelingsperiode aanbrak.
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] In deze periode, waarin zich reeds een bestendig continent gevormd heeft, beginnen de regelmatige zeestromingen van 14.000 tot 14.000 aardse jaren. Door deze stromingen wordt langzaamaan de zuidelijke helft van de aarde en daarna weer de noordelijk helft door de zee overspoeld, voor de vorming van vruchtbare aarde over de dikwijls zeer uitgestrekte woestijnen van rolstenen. Want na ongeveer 14.000 jaar heeft de zee zoveel vruchtbaar slik op de woeste rolsteenvlakten en dalen gelegd dat die daarna, als de zee zich weer terugtrekt en de achtergelaten modder tot een steviger bodem wordt, buitengewoon vruchtbaar zijn.
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Zo was er ook eens een heer des huizes, die grote landerijen en kudden bezat, die zich van tevoren zodanig bezorgd maakte dat hij, om zijn aardse rijkdom te vergroten en veilig te stellen, nieuwe schuren, stallen en grote, stevige graanschuren liet bouwen en bovendien nog, ter grotere beveiliging, een sterke, hoge muur om de nieuwe gebouwen liet optrekken. En toen alles klaar was, zei hij: 'He, nu wordt het lichter in mijn zorgelijke hart; want van nu af aan zal ik met mijn grote bezittingen zonder zorgen en onbekommerd rustig verder kunnen leven!' Maar terwijl hij nog zo, zichzelf troostend, doorpraatte, weerklonk er een stem als een donder, die zei: 'O jij aardse ijdele dwaas! Je prijst en troost jezelf alsof jij zelf heer bent over je ziel en je leven! Kijk, nog in deze nacht zal je ziel gescheiden worden van je vlees, waar je zo bezorgd om was. Wat voor nut zullen al jouw grote zorgen, inspanningen en werk voor je ziel hebben?' Toen schrok die man en zag, dat hij nog heel weinig voor zijn ziel gezorgd had, en spoedig na dat bericht stierf hij.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Dat een dergelijke catastrofe voor die mensen iets heel ontzettends was, dat is wel zeker; maar het was hun eigen schuld. Ze zijn van tevoren reeds gedurende vele en lange tijden onderwezen, vermaand en gewaarschuwd. Er is hun gezegd wat ze konden verwachten. Maar met hun wereldse verstand hielden ze dat allemaal voor hersenspinsels en onzinnige verhalen van de zieners, die in hun eenvoud en aardse armoede het lichtgelovige volk wellicht alleen maar zulke dingen voorspelden om aanzien te verwerven en in de hoop dat men in hun lichamelijk onderhoud zou voorzien. De hooggeplaatste en voorname mensen geloofden hen niet alleen niet, maar ze vervolgden hen ook aan alle kanten te vuur en te zwaard; ja, ze verzetten zich tenslotte zo sterk tegen alles wat ook maar enigszins naar het geestelijke rook, dat iedereen die het waagde om hardop te spreken of te schrijven over iets wat alleen maar in de verte betrekking had op een geest, zonder enige genade gedood werd, en het was dan ook niet meer mogelijk om het hoofd te bieden aan de te grote hoogmoed en de te onbarmhartige harten van die mensen.
Hoofdstuk 76: Over de bewoners van het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...