Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

25552 resultaten - Pagina 37 van 1704

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[10] En hij zal nu vernemen dat alle gevangen kinderen hem uiteindelijk niets zullen opleveren; want het nieuwe hout (het kruis op Golgatha) zal hen weer van hem wegtrekken, en hem zal niets anders overblijven dan zijn eigen grote onmacht en het gericht daaruit.
Hoofdstuk 19: De bezorgdheid van Kisehel over de macht van Satana en de geruststellende woorden van de Heer. De gebroken macht van Satana. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[20] Zie, zoals in Adam en Eva wordt dit wezen nu voortdurend in alle schepselen gedeeld en verzwakt totdat het zich tot aan het einde der tijden volledig gedeeld zal hebben en er tenslotte niets meer van overblijft dan de lege vorm zonder leven omdat al haar liefdeleven moet en zal overgaan in een geheel nieuw schepsel in jullie, die nu reeds Mijn kinderen zijn.
Hoofdstuk 24: Het innerlijk verwante wezen van Satana, Adam, Eva en Kaïn en de deling van Satana en haar verzwakking. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Wijze vriend en broeder na God en Zijn hogepriester Henoch! Omdat je hebt gezegd dat ik de tempel in de harten van het volk moet wijden en dat mijn wijding dan gerechtvaardigd zal zijn in Gods ogen, - ja ik moet alle hier aanwezigen als broeders en zusters wijden en zegenen, en God zou dan Zelf voor mijn aangezicht de tempel die door de handen van de mensen is gebouwd, wijden en zegenen, - en aangezien Henoch mij ook al eerder een zeer duidelijke wenk gaf toen hij zei: `Hoe zou het dan zijn als wij deze tempel in de harten van het volk voor het eeuwige geestelijke leven uit God inwijdden, omdat zij waarachtige levende tempels zijn, en wij daarbij ook het volgende moesten bedenken: de dode tempel zal op die wijze het beste en in Gods ogen het meest geldig ingewijd worden, als wij de vele broeders en zusters hier zegenen, en voor het leven uit God inwijden!' Aangezien jij mij ook hebt verzekerd dat ik niet op de reeds ondergegane zon hoef te letten, maar alleen op de levende zon van de geest, die de liefde tot God in onze harten is, - zie ik nu heel goed in, dat jij en Henoch in de volheid van alle waarheid uit God volkomen gelijk hebben!
Hoofdstuk 53: De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] En zo kan hij op den duur ook nog een volkomen overwinnaar over zijn materie worden en zo de vrijheid van het eeuwige leven bereiken, zoals de stof van de steen mettertijd door de in haar rustende en lijdende zwaarte samengeperst wordt en eindelijk genoodzaakt wordt de zwaarte in opgeloste toestand te verlaten, zodat deze kracht dan weer vrij wordt en één wordt met de algemene kracht waaraan alle stof is onderworpen, - hetgeen ook met de wind het geval is, omdat de overwonnene toch uiteindelijk weer de vroegere overwinnaar overwint.'
Hoofdstuk 75: Henochs woorden over het leven van de geest als noodzakelijke strijd van de polaire krachten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Maar Lamech zei: 'Zie, bij God zijn alle dingen mogelijk! Kan Hij niet de doden weer in het schijnbare leven en bestaan roepen wanneer Hij wil? En dan geloven wij dat het zo is!
Hoofdstuk 117: De ascese onder de kinderen van de hoogte. De dood van Seth en de geboorte van Noach. Henochs en Lamechs gesprek over de lichamelijke dood van de mensen. Henochs rouw en wegneming door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar toen Methusalah dat had gehoord, werd hij ongerust over zijn eeuwige leven, want hij zei in zijn hart: `Als dat zo is, dan wil ik met mijn ogen een verbond sluiten en in de wereld niets meer zien wat mij ook maar in het minst genoegen zou kunnen verschaffen, en ook mijn oor afwenden van alle stemmen van de wereld! Maar mijn grootste vreugde op de wereld zijn nog mijn kinderen en mijn trouwe vrouw!'- Hierop opende hij zijn mond en zei tegen Lamech:
Hoofdstuk 125: Het tweegesprek tussen Lamech en Methusalah. Wie iets in de wereld meer lief heeft dan God, is Hem niet waard! - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Broeders, wat moet er met Hanoch gebeuren, deze oude bedriegster van het menselijk geslacht?! Waarom moeten wij eigenlijk alle goede dingen van het leven steeds zo duur bij haar betalen? Waarom zijn de Hanochieten heren en wij minder dan hun minste dienaren?! En toch zijn wij kinderen van de hoogte, ofschoon hier en daar uit de vrouwen van de laagte!
Hoofdstuk 134: De krijgsraad en de krijgslist van de machtige volkeren die rondom Hanoch wonen. De verovering van de tien voorsteden van Hanoch. Hanoch bewapent zich. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Zie, op de hoogte leven nog Methusalah, Lamech, zijn zoon Noach en jouw vader en moeder! Geef je kinderen aan hen ter opvoeding; want als je hen hier laat, zullen zij geestelijk en lichamelijk worden gedood, aangezien jouw raadsheren steeds meer proberen alle heerschappij naar zich toe te trekken.
Hoofdstuk 138: De opvoeding van de zeven kinderen van Uraniël op de hoogte. De woorden van de Heer tot Uraniël. De onderdrukking van Hanoch en zijn volkeren door de raad van duizend. De twee koningszonen als zendelingen in Hanoch zonder resultaat. Koning Uraniëls dood. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Pas op dit moment trad de Heer naar voren, hief Zijn almachtige hand op en zei: 'Zwijg nu, aarde als Ik spreek tegen mijn kinderen! Wijk terug alle monsters, en jij, zon, laat weer geheel ongehinderd je stralen op de aardbodem vallen! Amen.'
Hoofdstuk 167: De vuurstorm en de aardbeving tijdens de zalving. Het volk wordt bang. De Heer onthult Zich aan het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Wel worden deze poppen mettertijd weer levendig en worden mooie vlinders, - maar wat is dat voor een vreselijk beeld?! Want het stelt niets anders voor dan een hinderlijk stel dagdieven, leeglopers en kunstzinnigen die hun ideeën, zoals een vlinder haar eieren, in de jonge aanplant van het mensengeslacht leggen, waaruit dan al spoedig talloze schadelijke rupsen tevoorschijn komen en al even snel alle heerlijke, levende drang van het geestelijke leven aantast en te gronde richt!
Hoofdstuk 176: Ohlads verlegenheid en het advies van zijn ministers over de behandeling van dergelijke verstandshelden. Het afbreken van de onderhandelingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Daarop ging Danel weer terug naar Ohlad en zei tegen hem: 'Broeder, jij gezalfde, ware koning vervuld van macht en genade vanuit de Heer, die als enige God heerst en alle dingen en wezens regeert, sinds eeuwigheid heilig, meer dan heilig, - jijzelf was nu oog- n oorgetuige hoe ik ongetwijfeld, voorzover het mij maar mogelijk was, de wil van de Heer aan onze vrouwen en kinderen met luide stem heb verkondigd! Of dat enig nut zal hebben, daar kan ik onmogelijk borg voor staan!
Hoofdstuk 185: Ohlad looft Danel voor zijn goede woorden en draagt hem op de Heer daarvoor te danken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Na deze weinige woorden werden de vrouwen en de kinderen weer verstandig, zodat zij hun mannen en vaders zegenden en de Heer baden dat Hij hen welbehouden weer terug zou brengen als dat Zijn wil was.
Hoofdstuk 187: De zegening van de achtennegentig boden. Het weeklagen van de vrouwen en de geruststellende woorden van een van de tien boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Voor al deze genoemde en nog een aantal ongenoemde kunsten en vakken had Japell in alle streken van zijn grote rijk onderwijsinstellingen opgericht en leraren aangesteld. Daaruit kwamen al spoedig allerlei kunstenaars voort die het volk vermaakten en voor geld voorstellingen gaven in de verschillende theaters. Hiervan moesten zij altijd een derde aan de staatskas betalen, omdat de koning dergelijke nuttige instellingen waar zulke kunsten onderwezen werden, door het volk liet bouwen en daardoor de jeugd de gelegenheid verschafte zulke nuttige dingen te leren. - Voor dat onderricht moest de lerende jeugd echter wel weer hun leraren betalen.
Hoofdstuk 196: Openbare scholen en theaters in Hanoch. Japells spionagesysteem. Dans, muziek en esthetische voorstellingen. Armenzorg uit politieke overwegingen. Liefde en politiek als tegengestelde polen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En Drohuit, die heimelijk `victorie' riep, richtte zich weer op en zei: 'Ik zeg je voorlopig niets anders dan het volgende: de koningin, die je liefheeft als haar rechteroog, en voor wier verderf jij alle moeite doet, diezelfde koningin is de redder van je leven op een manier die de wereld tot nu toe nog nooit heeft meegemaakt!
Hoofdstuk 264: Het vervolg van het helse intrigespel. Drohuit bij Fungar-Hellan. De generaal in de val gelopen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Zie, de aarde is een lichaam waaruit veel geboren wordt, en je weet niet hoe dat gebeurt; daarom moet ook jouw aardse lichaam weer in de aarde worden gelegd opdat je geestelijke, onverwoestbare lichaam vrij in alle volheid tot het eeuwige leven opstaat!
Hoofdstuk 339: De uitnodiging van de Heer aan Mahal. Mahals dwaze tegenvragen en de wijze en zachtmoedige antwoorden van de Heer over dood en onsterfelijkheid. Mahals vraag naar de oorsprong van Satan en zijn fundamentele boosheid en het duidelijke antwoord van de heilige Vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...