Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6179 resultaten - Pagina 37 van 412

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[7] En de leerlingen haalden de broden en de vissen. Ik zegende beide, brood en vissen. Daarop gaf ik opdracht dat het volk op de grond moest gaan zitten. (Matth. 15:35) Toen het volk was gaan zitten, nam Ik het brood en de vissen, dankte de Vader, die in alle volheid in Mijn hart woonde, voor de zegen, brak daarop zowel het brood als de vissen in stukken en gaf deze aan de leerlingen en die gaven ze aan het volk. (Matth.15:36) En zie, allen aten naar hartelust en zoveel als hun maag vroeg en werden verzadigd. Meer dan dat konden zij niet eten en er bleven zoveel stukken over dat men daarvan zeven grote korven vol inzamelde. (Matth. 15:37) Het aantal mensen dat gevoed werd was vierduizend mannen en eens zoveel vrouwen en kinderen, die niet meegeteld werden. (Matth. 15:38)
Hoofdstuk 173: Wonderbare spijziging van de vierduizend. In de omgeving van Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Toen Ik echter in hun harten keek, vond Ik slechts kwaad. leder woord dat zij spraken was een doortrapte leugen, en IK zei daarom tegen de sluwe vragers en uitdagers: 's Avonds zeggen jullie: 'Oh, het zal morgen mooi weer worden, want de hemel is rood!' (Matth.16:2) En 's morgens zeggen jullie: 'Oh, het zal vandaag slecht weer worden, want de lucht is rood en betrokken!' O grote huichelaars! Als jullie de tekenen aan de hemel kunnen beoordelen, waarom dan ook niet de grote tekenen van deze tijd binnen de sfeer van het geestelijke leven van de mensen? (Matth. 16:3) Als jullie nu van anderen, zoals je toegeeft, zulke buitengewone dingen hebben gehoord, en zeggen dat je de schrift begrijpt, moet het jullie dan niet opvallen dat door Mij alles gedaan wordt waarover de profeten geprofeteerd hebben?! Jullie trekken wel een gezicht zo zoet als melk en honingzeem, maar jullie hart is vol gal, vol haat, vol hoererij en vol overspel!"
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Toen wij bij zonnig weer waren overgevaren, terwijl wij van alles oprakelden over de plaatsen en de mensen waar wij goed ontvangen waren, en ons weer aan de voet van de berg bevonden waar de vorige dag op de top zo vele duizenden mensen met zeven broden en een paar vissen gevoed waren, herinnerden de leerlingen zich pas dat zij aan de grens van Magdala vergeten waren brood te kopen en mee te nemen. (Matth. 16:5) Het was namelijk al tamelijk laat in de middag en voornamelijk de honger bracht hen daar op. Daarom besloten enigen van hen om ergens in de omgeving brood te gaan halen of eventueel naar Magdala terug te varen, omdat men van hier met goede wind gemakkelijk in een uur naar het plaatsje Magdala kon komen.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] PETRUS, of wel Simon Juda zegt: "Uit de diepste grond van het leven in mijn hart zeg en erken ik nu hardop voor de gehele wereld: U bent Christus, de zoon van de levende God!" (Matth. 16:16)
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] IK zeg: "Het wonder in deze plaats niet, en het gesprek tussen Thomas en Judas Iskariot hoef je ook niet te vermelden, maar wel in hoofdzaken wat Ik met Petrus afgesproken heb. Schrijf jij maar altijd zoals Ik je de woorden in het hart zal leggen, dan zal alles juist en goed zijn!" Daarmee was toen ook de schrijver tevreden gesteld en weldra ging hij naar bed. Wij bleven echter nog tot middernacht aan tafel zitten en daarbij kwamen ook nog de bewoners van het huis, die ons heel prettig gezelschap hielden.
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] God is zeer goed, wijs en vol barmhartigheid, dat heb ik uit de schift geleerd. Maar als ik, die in al die gruwelen bent ingewijd, het geheel eens in het juiste licht bekijk, dan kan ik me nauwelijks tegen de gedachte verzetten, dat er geen God is, of, als er een is, dat Hij Zich allang niet meer bekommert om de mensen van deze wereld! Kan iemand mij dat echter kwalijk nemen? Beslist geen reëel en, net als ik, menslievend mens en ook geen God! Want in mijn borst klopt nog een hart dat met alle liefde zich inzet voor de arme mensheid!
Hoofdstuk 178: Marcus vertelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Vriend! Dat wat je Mij nu vertelde is nauwelijks een afschaduwing van hetgeen Ik zie en weet. Maar het ontbreekt je aan een dieper inzicht in de goddelijke ordening en daarom beschuldig je zelfs met enig recht de schijnbare nalatigheid van God. Maar omdat je een zo weergaloos eerlijk en rechtvaardig hart hebt, zal Ik zes volle dagen lang bij jou en jouw huis blijven, en in die tijd zal Ik je voldoende opheldering geven over alles wat je nu nog duister is. - Omdat het echter bijna middernacht is geworden, gaan we nu de voor ons klaargemaakte slaapplaatsen opzoeken!"
Hoofdstuk 179: Opwinding over het verhaal van Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Toen wij buiten kwamen zei SIMON Juda: "Heer, ik heb weliswaar een aardig tijdje geslapen, maar het verhaal van onze gastheer Marcus gaat mij niet uit mijn gedachten. Nee, dat is ongehoord! Zoiets is nog nooit vertoond! Waarlijk, soms kan zelfs ik Uw geduld en lankmoedigheid niet begrijpen! Als ik bedenk dat U zo vaak tegenover ons, die toch zo verknocht aan U zijn als de haren aan ons lichaam, zo kort aangebonden bent. Voordat men er erg in heeft straft U een van ons met een woord of een blik, zodat iemand het later niet licht weer waagt U iets hardop te vragen. Maar zulke gruweldaden kunt U heel rustig enige honderden jaren aanzien, en ze storen U niet! Waar één van ons totaal uit zijn vel zou kunnen springen, kunt U heel geduldig toezien, maar waar óns oog en hart weinig of niets ziet of vindt, dáár bent U er helemaal bij, en doet U of het heil van de gehele schepping er van afhangt!
Hoofdstuk 179: Opwinding over het verhaal van Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Toen met krachtige hulp van de leerlingen de vissen allemaal binnen gebracht waren, kwam Marcus naar Mij toe, terwijl Ik op een prettige en gemakkelijke zodenbank zat. Hij zei nog helemaal nat van het zweet: "Heer en Meester! U kunt nu zeggen wat U wilt, maar ik houd toch vol dat U van deze nooit eerder meegemaakte heerlijke en rijke visvangst van vandaag net zo goed de oorzaak bent, als van mijn vijftig zakken, die gisteravond met de heerlijkste wijn gevuld werden. Daarom ben ik meteen zo vlug mogelijk hierheen gekomen om U vóór alles innig te danken. Dus dank ik U, o Heer en Meester, met een ontroerd en van dank vervuld hart voor al de reusachtige en wonderbaarlijke weldaden die U mij en de mijnen in zo'n overvloedige mate ten deel heeft laten vallen!
Hoofdstuk 180: De gezegende visvangst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ik had vanmorgen het treknet uitgezet, dat een lengte van honderdvijftig el heeft en een gemeten diepte van zeven el, en zie daar, alle delen van het net zaten vol met de heerlijkste en kostelijkste vissen! En nu zijn mijn tien tamelijk grote vishouders boordevol vissen, die wij vandaag met de eerste en enige trek aan land hebben gebracht! Als U dat wilt, laat ik er meteen een aantal klaarmaken voor het morgenmaal, mijn vrouw is daar volleerd in!"
Hoofdstuk 180: De gezegende visvangst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] MARCUS antwoordt: "Dat was een heel sluw Romeins masker om vermomd als oerdomme kerel zonder moeite achter al jullie kwade listen, streken en schanddaden te komen! Maar ik sta er toch voor in dat ik Mozes en alle profeten beter begrijp dan jullie, -hoewel ik daadwerkelijk een Romein, maar in mijn hart reeds lang een echte Jood ben!"
Hoofdstuk 181: Marcus en de Farizeesche tiendenjagers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[23] MARCUS zegt: "Ik heb ook nooit geprobeerd om op jullie manier tot God te naderen, maar, alleen in het hart volgens de leer van de profeet Jesaja en dat is voor mij voldoende. Als ik door God verdoemd zou worden omdat ik mij niet heb laten besnijden, dan zal dat jullie weinig raken. Maar ik denk: God is wijzer dan alle mensen en oneindig wijzer en. beter en rechtvaardiger dan jullie, en hij kijkt alleen maar naar een zuiver besneden hart en niet naar de besnijdenis van de voorhuid, die alleen maar een aards doel kan hebben, maar geestelijk in de aard der zaak dom is, Omdat ik in mijn hart een Jood ben geef ik jullie toch de tiende, maar ik geef hem vrijwillig en jullie hebben geen schijntje recht om een tiende van mij, als Romeins burger, te eisen. Ga nu maar, anders neem ik de vissen terug en laat jullie met niets naar huis gaan! -Begrijpen jullie mij goed?"
Hoofdstuk 181: Marcus en de Farizeesche tiendenjagers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Toen Cyrenius op de tamelijk ruime plaats voor de hut aankwam, vroeg hij de beide zonen of dit de woning van de oude soldaat Marcus was.
Hoofdstuk 184: Weerzien met Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Je beklimt graag een hoge berg, en het uitzicht in de verre verten verkwikt je hart. Maar stel dat er een berg op je valt, dan zal hij je doden en je zo ook weer tot hel worden!
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Wat verkwikt de wind je hele hart, als hij op een hete dag zachtjes verkoelend langs je voorhoofd strijkt! Als hij echter een storm wordt, die bomen begint te ontwortelen, zal hij je dan nog verkwikken? Beslist niet! Want dan zul je op de vlucht slaan en een plaats zoeken waar de storm niet kan komen. En zo wordt dezelfde wind, die je voorheen verkwikte, als hij al zijn kracht gebruikt een hel voor jou!
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...