Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

644 resultaten - Pagina 37 van 43

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43
[10] Dat is de reden van die u zeker bekende plaats in het Nieuwe Testament. Door de uitspraak 'Heer, Heer!' wordt uitgedrukt, dat Christus wel als de weg, de waarheid en het leven wordt erkend. Maar wat voor nut heeft dat erkennen als niemand op de weg wil wandelen en geen zin heeft daadwerkelijk naar die waarheid te handelen om zo door haar tot het leven te komen?
Hoofdstuk 4: 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij'. (Joh. 14 :6) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[10] Op deze manier wil je dus beweren helemaal volgens de goddelijke orde te handelen? En van jezelf wil je zeggen, dat jij en God één en hetzelfde doel nastreven? O jij allerellendigste! Jij wilt jezelf met God gelijkstellen, ja jezelf zelfs boven Hem plaatsen alsof jij nog voortreffelijker zou zijn dan Hij?! Mijn beste, dat is toch al te bar! Dat kan voortaan niet meer geduld worden! Daarom zal van nu af aan zelfs jouw schijn_ vrijheid weer zeer aanzienlijk beperkt worden, want je hebt je ernstig vergrepen aan de rechten van God, en vergrijpt je op aarde samen met je baälsdienaren blindelings aan hen die in goud en zilver voorwenden God te dienen! Je hebt je bovendien aan de rechten der koningen en hun volkeren vergrepen en zij zullen je daarom spoedig de genadeslag toe_ brengen! Er zal jou niets anders overblijven dan met enkele varkens het bekende draf te vreten! Maak nu echter dat je weg komt, want ik heb een afkeer gekregen van jouw aanwezigheid!'
Hoofdstuk 44: Minerva's satanische verzoekersleer. Cado's treffende rectificatie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Miklosch gaat verder: 'Nu verlaat Minerva eindelijk haar standplaats, een soort heuvel van gloeiend zand, en begeeft zich met tastende schreden naar boven naar Cado, achter wie zich nog steeds de twee bekende vrienden bevinden. Op het moment dat Minerva haar verrukkelijk mooie voet op de heuvel zet, die vrij is van de vuurzee, verdwijnt de hele vuurgloed. Ook van de afschuwelijke grot is niets meer te bekennen en het akelige geraas en gedonder zijn verstomd. Het hooggebergte lijkt ook wat lager te zijn geworden en heeft zijn ontoegankelijke karakter bijna verloren; slechts hier en daar zijn nog enkele naakte rotswanden te zien. Om kort te gaan, de hele omgeving krijgt een prettiger aanzien en is weliswaar niet helder, maar toch voldoende verlicht.
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] De in alle volheid in Hem sluimerende Godheid wekte Hij zo steeds meer in Zich op en maakte die, al naar de wijze waarop en de mate waarin Hij handelde, aan zich schatplichtig. En toen Hij, zoals gezegd, amper zijn dertigste jaar bereikt had, was de Godheid in Hem tot in die mate ontwaakt, dat Hij door haar geest van wijsheid een zodanig verheven vermogen had verkregen, dat hij het bekende 'predikambt' waartoe Hij was geroepen, kon beginnen.
Hoofdstuk 8: 'En Hij, Jezus, begon ongeveer dertig jaar oud te worden, en was, naar men meende, een zoon van Jozef'. (Luc.3:23) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[16] Hij leest en studeert dan verder, vindt echter helaas niets nieuws meer, maar stuit alleen op hem reeds bekende ideeën. Daardoor wordt hij vermoeid, omdat hij ten eerste geen nieuwe verkwikkende voeding meer kan krijgen en ten tweede vindt hij bij al die verdere lees - en studeerpartijen helemaal geen bewijs voor de door hem aangehangen theorieën, maar niet zelden de grootste weerleggingen van al datgene, dat hij zich met zoveel ijver en moeite heeft eigen gemaakt.
Hoofdstuk 9: 'En toen het avond was geworden, kwam Hij met de twaalf' (Mark.14:17) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[4] U weet, hoe ook in Noachs tijd de volkeren der laagte allerlei literatuur en wetenschap hebben beoefend. Een u bekende koning van de laagte was een groot schrijver. Zijn voorbeeld werd door duizenden gevolgd en in korte tijd was de toenmalige wereld door een onnoemelijke hoeveelheid boeken en geschriften overspoeld.
Hoofdstuk 13: 'Want zoals de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn' .(Matth. 24: 37 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[26] Alles verloopt heel ordelijk en ook het schip vaart - de buit met zich meetrekkend - snel naar de bekende oever toe.
Hoofdstuk 18: Op visvangst - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Jij hebt stellig op de wereld in de heidense mythen ook wel gehoord van de twaalf moeilijke opdrachten van Hercules, die deze held moest uitvoeren om in de reeks van mythologische goden te worden opgenomen? Tot deze werken behoorde ook de bekende stalreiniging.
Hoofdstuk 22: De deemoedige zelfkennis van bisschop Martinus en het ontwaken van zijn liefde - De veranderde omgeving - Het paleis met het vervuilde interieur - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Vriend, ik heb medelijden met deze armzalige zwervers. Laat mij er naar toe gaan en ze hierheen brengen, ze hier opnemen om ze zo goed mogelijk te verzorgen! Ook al zijn deze kamers vuil, ze zullen allicht beter voor hen zijn dan die bevroren en triest uitziende, oneffen paden in die mij maar al te bekende richting, waarop het alsmaar slechter gaat!'
Hoofdstuk 23: Het eerste goede werk van barmhartigheid van bisschop Martinus aan de armen die hier zijn aangekomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Zeg mij nu, lieve vriend, hoe zit deze kwestie nu eigenlijk in elkaar? Waardoor komt het dat deze arme zielen of geesten omtrent u zo' n merkwaardig denkbeeld hebben? Ik zie nu ook werkelijk de bekende littekens aan uw handen en voeten en heb nu bijna geen twijfel meer, dat u de vroegere Heiland Jezus bent maar God? Jezus en God tegelijk? Dat, sta me toe, is wat te veel!
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Na deze woorden verlaat Ik zichtbaar en heel plotseling bisschop Martinus. Op Mijn plaats staat al een andere engelgeest en wel die van de ons reeds bekende boekhandelaar. Deze heeft intussen aan de zijde van Petrus grote vorderingen gemaakt, waarbij hem de bekendheid met de geopenbaarde geschriften van Swedenborg van groot nut zijn geweest.
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] Maar wacht, mij schiet nog iets beters te binnen. Waarom zou ik dan in deze holle zonneruimte springen? Ik heb immers bij deur nummer 1 het mij bekende weiland gezien. Hoe zou het zijn, als ik daar eens mijn wandeling uitprobeerde? Misschien zou ik daar ergens bij de mooie lammeren uitkomen. Goed, goed, deze gedachte is beter; daarom naar deur nummer I!
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] BISSCHOP MARTINUS doorzoekt vlijtig de tuin. Omdat hij Mij toch niet vindt, zegt hij bij zichzelf: 'Dat ziet er al weer uit als zo'n kleine, hemelse voor de gek houderij! Maar dat geeft niet, als ik alleen maar de mij bekende plicht nakom. Laat de Heer Zelf of een afgezant van Hem doen wat Hij wil, dat is mij nu helemaal om het even. Ik zou weliswaar wel naar Hem in Zijn woning kunnen gaan, maar daartoe heb ik geen opdracht. Want op het bord stond slechts: 'Martinus, kom naar buiten; want Ik heb het nodige met je te regelen.' Buiten ben ik nu al, dus mijn opdracht heb ik nauwgezet vervuld. Als de Heer mij tevergeefs naar buiten heeft geroepen, dan gaat mij dat niets aan, ik ben er tenminste. '
Hoofdstuk 67: Verandering van de tuin - Borem als tuinman - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Ik denk eerder als volgt: God heeft onder Zijn talloze schepsels ook vrije wezens gevormd. Hij heeft hun Zijn onveranderlijke ordening bekend gemaakt en de wegen aangegeven die ze nu eenmaal volgens Zijn ordening dienen te bewandelen. Omdat zij echter vrije wezens zijn, kunnen zij evenwel ook de bekende goddelijke ordening de rug toekeren en volkomen tegen haar in handelen. Als ze dat nu doen, dan vraag ik:
Hoofdstuk 74: Martinus' kritiek op de aard van het kwaad - Borems toespraak over de goddelijke ordening van het leven - 'Goed' en 'kwaad' als de beide tegenpolen in God en in de schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] DE WIJZE MAN zegt: 'De aarde heeft wel een berg die hoger is dan iedere andere bekende berg, die met zijn machtige voet op de aarde rust. Alleen is het daarom niet de God van de bergen, maar God wist en weet, waarom Hij op deze planeet een hoogste berg heeft geplaatst. Waarschijnlijk om daarmee de winden een algemeen deel - en verdeelpunt te geven. Daarom komen ook vooral dichtbij de evenaar in de tropische landen de hoogste bergen voor, omdat juist in deze dicht bij de hoofdgordel gelegen landen de winden tengevolge van de aardrotatie het allerhevigst moesten zijn. En omdat daar de middelpuntvliedende kracht het hevigst moet werken, om welke reden de draaicirkels het verste afstaan van het middelpunt of de as.
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43