Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9982 resultaten - Pagina 37 van 666

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[1] Dan gaat Kisjonah naar de voorraadkamers en vindt daar de hele voorraad melk, kaas en boter allemaal ordelijk op de juiste plaatsen opgeslagen, en hij gaat in de schuren en vindt ze vol; want ook het te velde staande rijpe gewas was binnengehaald. Vervolgens gaat hij de grote stallen van de runderen, de schapen en ezels binnen en vindt daar alles keurig in orde! Ook gaat hij naar zijn grote rechthuis, kijkt in de boeken en vindt overal alles helemaal in orde en hij controleert de geldladen en vindt ze allemaal vol; dan snelt hij naar het grote kookhuis en vindt daar alles goed en in de juiste hoeveelheid en gevarieerdheid gekookt en klaar en hij vraagt de koks en kokkinnen, hoe dat allemaal in zijn werk gegaan is. Maar deze wisten hem niets anders te zeggen dan: 'Er kwam een mooie jongeman in de keuken en zei: 'Zet de spijzen klaar in de schotels; want ze zijn allemaal al gereed!' Daarop onderzochten wij de spijzen, en het was, zoals de jongeman gezegd had, die ons meteen weer verliet. Proef zelf de spijzen, en u zult zien dat het zo is!'
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Kisjonah overziet de veertig grote tafels, die in de grote eetzaal aangericht en zeer goed voorzien zijn, en er ontbreekt niets; stoelen en banken staan sierlijk opgesteld en er staan ruim voldoende lampen voor de verlichting tijdens de avondschemering op alle tafels en ze branden reeds met zuivere vlammen en geven een helder licht!
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Iedereen stemde in met dit voorstel, en we stonden allen snel op van de tafels en gingen naar buiten en wel naar een ongeveer twintig vadem hoge heuvel, die aan het eind van de grote tuin zich zacht glooiend zo'n dertig pas van de zee verhief. Kisjonah zei echter, dat deze heuvel een heel mooi uitzicht over de hele zee gaf, maar daarbij toch altijd niet erg prettig was, omdat er, waarschijnlijk door de nabijheid van de zee, veel giftige slangen en adders huisden. Hij had al van alles gedaan om het ongedierte te verdrijven, maar dat had niet geholpen!
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Maar als we bij de heuvel komen, ziet Kisjonah, hoe voor hem een grote adder juist tegen de heuvel opkruipt, en meteen daarna ziet hij er nog meer en hij zegt tegen Mij: 'Heer, was mijn geloof dan te klein, dat dit ongedierte nog niet verdwenen is?'
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Maar Ik antwoordde: 'Hebben jullie niet gehoord, wat Kisjonah ter gedachtenis aan Mij op deze heuvel wil oprichten, en dat Ik hem vertelde hoe het jammer genoeg zo'n instelling in deze wereld zal vergaan? Wel, dat had betrekking op de goede akker, die met de zuiverste tarwe bezaaid werd en toch een grote hoeveelheid onkruid temidden van de tarwe liet opschieten! Zie, deze gelijkenis betekent het volgende:
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] 'Dit keer is het hemelrijk te vergelijken met een koopman die in alle landen naar mooie parels zocht. (Matth.13:45) En hij vond een parel van onschatbare waarde, vroeg naar de prijs, en toen hij deze kende ging hij ook meteen naar zijn woonplaats, verkocht alles wat hij had, en ging toen terug en kocht de grote parel (Matth. 13,46), die ook duizenden malen meer waard was dan wat hij ervoor betaalde. - Begrijpen jullie dit beeld?'
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Weer antwoorden de leerlingen: ' Ja, Heer, ook dat begrijpen we; want wij zijn allemaal als die koopman, omdat wij voor U alles verlieten; en U bent voor ons de grote onschatbare parel!'
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nu vraag Ik de beide mensen uit Sichar om Mij te vertellen met welk verzoek zij hierheen gekomen zijn. En Jonaël, die voor beiden het woord doet, zegt: 'Heer, U heeft al eerder de kern aangeroerd, en daarover gaat het dan ook! Het is echt haast niet te geloven, dat mensen, die toch samen met ons de blijvende grote tekens van Uw puur goddelijke macht zien, zo slecht kunnen zijn! Ze erkennen de waarheid en vervolgen haar dan, juist omdat ze dat als waarheid moeten erkennen! Ze hebben mij verjaagd; als broeder Jaïruth mij en mijn familie niet opgenomen had in zijn huis, dan zou ik dakloos zijn!
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Heer, hoe sterk en hoe vaak heb ik in de geest tot U gebeden dat U zou komen en mij bij zou staan tegen de vijanden; maar het was tevergeefs, U kwam toch niet om ons uit onze zeer grote nood te helpen!
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Weet, dat zoals het goud in het vuur niet verandert en pas daarin haar grote waarde krijgt, zo moet het ook gaan bij jullie, die werkelijk Mijn leerlingen en volgelingen willen zijn; want Mijn rijk, waarvoor wij allen nu werken, is niet van deze wereld, maar van die grote eeuwig onvergankelijke, die op dit aardse, materiële, korte proefleven volgt!
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Ik weet beslist wel het best hoe vreselijk de satan deze aarde toetakelt, en Ik zou macht genoeg hebben om hem totaal te vernietigen; maar dat Iaat Mijn grote liefde en geduld nooit toe.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Want wie meent dat hij zijn vijand alleen maar kan overwinnen door hem te vernietigen, is een laffe strijder! Want als hij hem doodt verlost hij zich niet door zijn moed van de gevreesde vijand, maar door zijn grote vrees.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Oh, hoe meer ik er over nadenk wie Degene is, Die hier bij zijn uitverkorenen verblijft, des te minder ruimte vind ik in mijn borst! Hoe zal die beperkte ruimte Hem in zich op kunnen nemen, waarvoor alle hemelen en engelen te klein zijn!?
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar Ik zeg dan tegen de bezorgde Kisjonah: 'Doe jij dat vandaag maar niet, want weet je, we moeten broeder Baram uit Jesaïra ook eens een genoegen doen! Kijk eens daar aan zee! Daar vlak aan de oever ligt het vol geladen schip van Baram, en zijn zonen en dienaren zijn samen met hem bezig om de ochtendmaaltijd hierheen te brengen. Heb voor vandaag dus maar geen zorgen beste broeder; want het grote schip bevat ook nog een uitgebreid middag en avondmaal, benevens veertig zakken beste Griekse wijn.'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Er waren eens twee broeders, die een moeder hadden die veel schatten bezat. Beiden hielden heel veel van hun moeder, en wel zodanig, dat de moeder niet kon vaststellen welke van de twee het meest van haar hield, zodat ze aan hem het grotere erfdeel kon geven. Maar alleen de ene hield echt van haar; de andere had het slechts voorzien op het grote erfdeel en daarom was hij zeer attent voor de moeder en was daarbij niet zelden de broer, die echt van zijn moeder hield, voor.
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...