Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1405 resultaten - Pagina 37 van 94

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[1] En zie, daarop verlieten zij de stamvader en gingen heen en deze schatten kregen bijna te veel plaats in hun harten, zo erg zelfs, dat er voor Mij maar zeer weinig ruimte overbleef, hetgeen natUurlijk volstrekt niet meer volgens Mijn ordening was. En zo werd het van lieverlede steeds donkerder in hun hart en zij werden steeds zinnelijker en zinnelijker. En dat werden hun kinderen ook en spoedig was er weinig onderscheid meer tussen hen en de Hanochieten.
Hoofdstuk 39: Begin en oorzaak van het verval van de kinderen van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Maar ik dacht bij mijzelf: 'Wat voor nut heeft dit inzicht nu? Ik ben te ver verwijderd van God en Hij kan onmogelijk meer iets van mij weten; want in dit eindeloze niets heerst niets anders dan eeuwige godvergetenheid. Eeuwig ben ik van toorn naar toorn gevallen, waar eindeloze vuurstromen voortdurend tegen mijn voorhoofd sloegen en brede vlammentongen aan mijn ingewanden lekten en mij meer verbrandden dan witgloeiende bronzen platen; nu ben ik zelfs eeuwigheden diep onder deze stromen van toorn gezonken. Waar is de vertoornde God nu en waar ben ik? - Hier heerst overal lege, oneindige nacht!'
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] Zie, jullie zijn allen gelijk, zowel mannen als vrouwen. Echter moeten jullie vrouwen je schaamdelen alsmede je hele lichaam goed bedekken en voornamelijk je hoofd, opdat door jullie wellustige aard de man niet tot ontucht geprikkeld zal worden, zoals het vrije geslacht van de vogels door het grote, geheime begeren van de verleidelijke ogen van de slang in de dodelijke gevangenschap van haar giftige kaken gelokt wordt; want jullie vrouwen zijn de kinderen van de slang het naast en vol van haar gif. Wees daarom voor alles even ingetogen als de bijenkoningin, die het niet waagt zich aan de zon bloot te stellen, maar vol zorg dag en nacht over de cellen van haar onschuldige kinderen kruipt; jullie moeten ook zo zijn en in alles jullie mannen gehoorzamen, voorzover de allerheiligste wil Van God dat vereist. Maar als een man - waarover niet gesproken zou behoeven te worden - je tegen de meest heilige wil van God in tot iets zou willen dwingen, moet het ook aan jullie toegestaan zijn, jullie hoofden voor de man te ontbloten en hem op lieflijke wijze aan zijn van God uitgaande plichten te herinneren. En als je dit allemaal zo nauwkeurig zult uitvoeren, zal de Heer jullie met grote genade overladen en je zult eeuwig en onsterfelijk in oneindige schoonheid een ware lust voor het oog van de eeuwige, heilige Vader zijn.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[44] Deze zullen altijd bevestigend zeggen wat God in jullie harten zal spreken en zij zullen je steeds wakker schudden als jullie geest door slaap overmand mocht worden, en zij zullen je veel nuttige dingen leren, zowel lichamelijk als geestelijk, waar jullie zeer veel baat bij zullen vinden. En jullie zullen elkaar geslachtelijk niet eerder bekennen, totdat zij, die nu je ouders zijn, je volgens de heilige wil van God zullen zegenen. En als jullie dan ook gezegend zijn, houd je dan ver van alle hoererij, maar laat de kuisheid als een maagdenpalm op jullie voorhoofden prijken en laat tweedracht, woede, afgunst, gierigheid en ontucht nooit de geheiligde verwekking van jullie kinderen ontwijden, maar matigheid in alles en de liefde tot God boven alles zal je stelregel zijn. Als jullie dat zullen doen, zal je lichamelijke leven lang duren en je afscheid van de aarde zal jullie leiden in het grote licht van de oneindige genade van de eeuwige, heilige Vader, alwaar jullie dan het ware loon wacht van eeuwig leven in de brede schoot van de heilige, liefdevolle Vader in de hoge hemel, ginds voorbij de sterren en eens, ach eens in Zijn liefdevolle hart zelf!
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "O mijn kinderen! Doe jullie ogen wijd open en omvat de uitgestrekte vlakten van de aarde, die nu, zover je blik reikt, reeds bijna overal bezaaid zijn met mijn gezegende kinderen! Blik omlaag in de diepte en overzie al die donkere, uitgestrekte dalen en zie in de richting van de morgen gindse zeer hoge, steeds brandende berg! Omvat de hele aarde als je dat kunt en kijk naar mij, de eerste mens van deze aarde, - ja, wat zeg ik, zie mij als degene die de eerste zou moeten zijn die in de geest aan al het geschapene als schepsel vooraf ging en sterker straalde dan het centrum van de zonnen en groter wilde zijn dan God! En God toonde mij de macht van Zijn heiligheid en ik werd verdoemd en werd in de oneindige diepten van Gods zee van toorn geworpen en werd daar door de oneindige diepten van de ene toorn in de andere geslingerd. Ja, er konden toen wel eeuwigheden na eeuwigheden verstreken zijn; maar er was desondanks in de wijde onmetelijkheid geen plekje meer te vinden, waar ik ergens in dit grote niets een rustpunt zou hebben kunnen vinden.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En zie, toen zag ik opeens het vlammetje boven het hoofd van dit wezen zweven en het wezen sprak mij weer aan: 'Lucifer, herken je Mij nu?' - En ik antwoordde: 'Ja, Heer, ik herken U; U bent Gods liefde en U reikt verder dan zijn oneindige vloed van toorn. Zie mij aan in Uw genade en geef mij een vast plekje, opdat ik rust mag vinden in deze eeuwige leegte!'
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En zie, toen rolde er een traan uit het heldere oog van de eeuwige Liefde in de duistere ruimte van de eeuwigheid en werd tot een groot water. En de Liefde ademde over het grote water in de diepte en de wateren splitsten zich en uit het water ontstonden talloze druppels. En het vlammetje boven het hoofd van de eeuwige Liefde nam op hetzelfde ogenblik in omvang toe en ontstak de druppeltjes en die werden talloze grote zonnen; uit de zonnen sproeiden in de warmte van de eeuwige Liefde planeten, en uit deze hun manen.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[56] Ik keek vol verwachting toe bij de wonderbaarlijke en langdurige vermenging van de vlammende tongen met zulke oneindige massa's bedrieglijk zand en toch wilde niets anders dan slechts heel wit, reeds doorgloeid zand als het lang gewenste resultaat te voorschijn komen!
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[59] En zie, toen dat door de eindeloze vlakten werd verstaan, loste korreltje na korreltje op tot zuivere druppels; die versmolten heel vrolijk in lichtende waarheid en vloeiden tezamen tot een oneindige vlakte van het zuiverste water en waren nu geheel en al zacht golvend en rimpelend, terwijl ze blij de heilige naam van de eeuwige God loofden en prezen. Zij wisten het tegen hen getuigende nog aan Methusalahs zuil vastklevende zand er vanaf en loofden haar toen, haar in lichtende rijen omgevend, nadat zij met liefdevolle gretigheid vooraf hun krullende, schitterende, schommelende koppen met het rijkelijk van de zuil stralende licht hadden getooid.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[62] O vaderen en kinderen, daar zag het er heel vreemd uit! Luister, uit de oneindige diepte van de eeuwige nacht, beklad met allerlei smerige, zwak schijnende kleuren, rees een zeer schrikwekkende zuil tot een voor het oog niet meer bereikbare hoogte op. Om de zuil heen was geen wiegen van wateren, noch enig stuiven van zand, noch een bewegen of streven te zien van iets wat je wezens zou kunnen noemen; slechts eeuwig durende nacht omgaf geluidloos deze negende, veelkleurige, eindeloze zuil. Ik dacht in deze ontzettende, eindeloze, levenloze woestenij: 'Wat moet dat, ja wat kan dat betekenen? Voor wie staat hier deze oneindige zuil?'
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] O kinderen, laten wij toch Henoch in ons midden opnemen en hem de magere aarde niet meer laten bewerken, opdat zij hem een harde hap oplevert, - maar omdat God, onze allerheiligste Vader hem in Zijn oneindige liefde genadig tot bewerker van onze aan liefde schortende harten gemaakt heeft, laten wij dan voor hem de aarde laten bewerken door onze vele andere zonen en dochters, die weliswaar allemaal krachtige ledematen, maar daartegenover des te zwakke re harten hebben.
Hoofdstuk 44: De verklaring van Adam over zijn zwakte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Bedenk daarom wat dat betekent! De toorn van God kan verzacht worden indien de Liefde tussenbeide komt; maar indien de Liefde zelf een vloek over jou laat komen, wie zal jou dan wel beschermen tegen de eeuwige woede van de Godheid en wie zal de middelaar tussen de toorn van God en jou zijn? Ik zeg je; niets anders dan het gericht en de verdoemenis! Want jij bent een werk van God vanuit Mij. Waar is echter het wezen dat Gods heerlijkheid aan zou kunnen raken? Want of een werk zal ontstaan volgens de wil van de vrije macht van de eeuwige heiligheid van God - want daarom werd aan jou een vrije wil gegeven, opdat jij de wil van de eeuwige macht van God in je zou kunnen herkennen -, of, als je dat echter niet wilt, is er niets aan jou gelegen en dan zul je de oneindige macht van God leren kennen wanneer zij je zal verbannen in de eeuwig brandende nietigheid.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] "Ja," zei Seth, "lieve Henoch, ook deze toespraak was vol van wijsheid vanuit de oneindige liefde van de Heer en leek op een mooie morgen, die in jou opgaat en onze rimpels zacht verlicht. Zie, Henoch, alle waarheid is een licht dat uitgaat van de zachte vlam van de eeuwige Liefde en dit allermooiste, heerlijkste licht is de ware ochtendzon van het hart; ja, het is het enige licht en buiten dit licht is er geen licht en zelfs het licht van de zon is slechts een matte weerschijn van dit heerlijke, enige licht van de eeuwige Liefde. Zie, dit licht schijnt zo mild in jouw hart; het verkwikt ons altijd en verwarmt onze harten met grote gedachten, de heilige Vader waardig. Ja, als jij spreekt, komt het mij voor alsof ik geluiden hoor uit een wereld die eens voor onze verre nakomelingen als een grote stroom van licht uit de eeuwige morgen van God zal opgaan; - zie, zo zeer verkwikt ons het spreken van jouw hart. Zwijg daarom niet, maar spreek en laat je hart de vrije loop en toon ons wat ik en Enos wensen!"
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Zie, wij hebben niets wat wij aan de Heer zouden kunnen geven, dat wij niet tevoren van Hem ontvangen hebben; en welke vreugde zouden wij Hem verschaffen, ook al zouden wij in staat zijn Hem de hele aarde, ja de gehele wereld te geven?! Hij zou tegen ons zeggen: 'Kinderen, daar heb Ik nimmer behoefte aan; want als Ik plezier zou hebben in werelden, dan kon Ik er op ieder ogenblik talloze miljarden voor Mijzelf scheppen en Ik zou er voor de eeuwigheid der eeuwigheden voldoende ruimte voor hebben. Maar Ik heb geen vreugde aan jullie offers, die uit materie voor Mij gemaakt zijn, wat een huis des doods is; Ik verheug Mij alleen over een boetvaardig, berouwvol hart, dat Mij liefheeft. Dat is hetgeen geheel van jullie is als een vrij geschenk van Mij; dat hebben jullie volledig in eigendom. Als je wilt kun je het aan Mij teruggeven en Ik zal daar intrekken met Mijn genade, en jullie zullen dan eeuwig met de genade in Mijn eeuwige liefde leven en alle dingen zullen zo helder worden als een druppel water. Als jullie echter zelf in je hart gaan wonen en dan de deur voor Mij vergrendelen, zodat Ik niet binnen kan komen wanneer Ik dat wil, dan zullen jullie al spoedig het levensbrood dat in je is, verteerd hebben; en omdat Ik als enige Gever van het levensbrood met Mijn leven gevende gave niet meer binnengelaten word, zal ook weldra de eeuwige dood het onvermijdelijke gevolg van de eigenliefde en de zelfzucht in je worden!
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En toen ik dat een tijd lang met bloedend hart had aanschouwd, verhief zich opeens, de zuil omwervelend, een hevige storm als een orkaan over de schuimende koppen der golven die als bergen zo hoog waren. En zie, de heftige storm die de zuil omwervelde hield niet lang aan, en het gewoel van de woedende golven, gedwongen door de strenge macht van de orkaan kwam tot een zegenende rust, zodat slechts hier en daar nog een sporadisch, zacht gemurmel van de zich tot volledige rust gewillig effenende rimpels van de zo grote watervlakte de lichtende schichten van de uit de goddelijke mond stromende ademtocht, niet onaangenaam onderbrak. En toen de machtige liefde van de eeuwige, heilige Vader de zegenende rust met zulke verbazingwekkende middelen getrouw tot stand had gebracht, ontsprong er terstond aan mijn mond een heerlijke toon. En luister, deze toon klonk als heilige woorden die uit het liefhebbende hart van de heilige, eeuwige Vader vloeiden vanuit de hoogten der hoogten uit de oneindige, schitterende sferen van het eeuwige licht der lichten, en zij goten zich welluidend heel ver uit in overvloedige, glanzende stromen over de eindeloze luisterende vlakten van de grote wateren, en zoals ik het heb vernomen geef ik de gewaarwording van de zo heerlijke klank van die goddelijke stem getrouw weer. De zin en betekenis daarvan sprak zich op de navolgende wijze heel mooi en wonderlijk uit:
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...