Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

944 resultaten - Pagina 37 van 63

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[11] Maar waarom heb Ik dan de mens zo gemaakt? - Omdat Ik hem tot Mijn volkomen gelijke heb geschapen en hij zich dan tegenover Mij geheel en al zelf zou vormen, dat wil zeggen: de mens moet Mij in zichzelf vormen volgens zijn beeld en voorstelling zoals Ik hem tevoren volgens Mijn beeld heb gevormd.
Hoofdstuk 259: De twijfelaars herkennen allen de Vader. De woorden van de Heer over de verschillende godsvoorstellingen van de mensen en de oorzaak daarvan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Met je verstand zul je Mij eeuwig nooit begrijpen - want daarvoor ben Ik oneindig -, en alleen Ik weet hoe Ik alle geschapen dingen instandhoud, wanneer Ik, naar jou voorkomt, ook niet verder reiken en springen kan dan jij!
Hoofdstuk 261: Het antwoord van de Heer: gebrek aan deemoed, liefde en goede wil als oorzaken van de blindheid van de twijfelaar. De uitzichtloze weg van het verstand als weg naar het licht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] O zie, dat is geheel onjuist! God heeft de mens naar Zijn beeld geschapen en zette hem geheel naakt op de aarde; en zo komen nog heden ten dage alle mensenkinderen naakt op deze wereld. Is daarom de naakte mens Gods armzaligste schepsel? Of is hij niet juist buitensporig rijk door het hem gegeven evenbeeld van zijn Schepper?!
Hoofdstuk 263: De door zijn vriend beleerde twijfelaar op weg naar erkenning van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Wanneer de Godheid dan in zo'n voor jou onvoorstelbare tijd weer een nieuw groot scheppingsplan had opgesteld, dan werd er spoedig weer volop geschapen, en wanneer die schepping haar tijd weer zo had doorgemaakt en de Godheid weer genoeg had gekregen van Haar schepselen, dan was het al gauw weer gedaan met zo'n nieuwe schepping; er vond een totale vernietiging plaats van alle dingen, die toch al niets anders zijn dan slechts voor een bepaalde tijd gefixeerde gedachten van God, en een schijnbaar eeuwige leegte trad weer in de plaats van de vroegere scheppingspracht.
Hoofdstuk 274: Het tweegesprek van Henoch met de draak. De draak verdwijnt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Mijn licht wilde ik aan Haar teruggeven; Zij nam mij door andere, voor een korte tijd geschapen wezens, gevangen. Maar daar Zij desondanks niet in staat was mij te overwinnen, liet Zij mij in een hoogst ellendig bestaan blijven, daar mijn vroegere wezen uit haar onbegrensde zijn tot deze gestalte ineenschrompelde.
Hoofdstuk 274: Het tweegesprek van Henoch met de draak. De draak verdwijnt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Maar de Man vroeg aan de vrouwen en in het bijzonder aan Ghemela: 'Wat is er dan met deze plaats? Is niet de hele aarde door God geschapen en daardoor overal even heilig?!
Hoofdstuk 278: De vreemde Man onderhoudt zich met Pura, Naëhme en Ghemela op de heuvel van de verwekking. De ontzetting van de andere vrouwen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] U bent God de Almachtige van eeuwigheid vanuit Uzelf, ik echter maar een tijdelijk zwak schepsel van Uw heilige, boven alles machtige wil. Maar zoals U als mijn Schepper met mij verlangt te spreken, spreek ik ook open met U, zoals U mij ook vrij en open hebt geschapen; en daarom zeg ik U ook open en vrij: Schepper, Vader, deze keer hebt U ons, Uw arme kinderen, met Uw verwijt te veel gezegd; de helft daarvan zou genoeg geweest zijn om ons dood te drukken!
Hoofdstuk 12: Adams verontschuldiging en zijn dwaze verzoek aan de Heer om het verwijt en de dreiging van het gericht terug te nemen. Het gedenkwaardige antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Zie, zo staan de zaken. Blijf daarom allemaal in Mijn liefde, dan zullen jullie je niet bezondigen aan de dingen die Ik voor jullie geschapen heb!
Hoofdstuk 14: Uranion vraagt aan de Heer of Hij door de mensen beledigd kan worden. Het bevestigende antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Want dat moet ik zijn, omdat ik als een geschapen god ben, en ik ben nu in dit materiële heelal zodanig volledig gevangen, dat ik mij er eeuwig niet aan kan onttrekken zolang er nog een laatste materieel stofje van de allerlaatste wereld zal bestaan. Op grond daarvan ben ik ook alleen maar uit op de voortdurende vernietiging van de dingen, die de Almachtige bouwt, om volgens mijn heerszuchtige opvatting des te eerder mijn alleenheerschappij te verwerven en de Heer der heerlijkheid zogenaamd van Zijn troon te stoten, omdat Hij altijd en eeuwig tegen mijn vernietigingsplannen is, sedert ik uit Hem in mijn buitengewoon machtige en nagenoeg eindeloos grote bestaan geroepen ben ten einde naast Hem als een tweede god te zijn en met Hem te heersen, maar Hem toch in alle liefde boven alles lief te hebben uit het diepst van mijn innerlijk, opdat ik eeuwig voor Hem zou zijn wat een trouwe vrouw voor haar man is!
Hoofdstuk 17: Satan bekent zijn leugens en het kwaad van zijn stijfhoofdigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Satana wendde zich hierop tot de Heer en zei tegen Hem: 'Heer, hoe moet ik mij tot U wenden in mijn hart? U hebt mij toch immers mijn hart ontnomen en daaruit Adam, zijn vrouw en al zijn nakomelingen geschapen!
Hoofdstuk 20: Satana vraagt de Heer om haar weer een hart te geven om God te kunnen liefhebben. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Het vuur is Mijn kernelement. Alle dingen zijn door de macht van Mijn vuur geschapen; en juist in dit vuur zul je dan geworpen worden en dat schatplichtig aan je maken als je daartoe in staat zult zijn!
Hoofdstuk 21: De Heer geeft antwoord en wijst op Zijn inspanningen om Satana te bekeren en voor Zich te winnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Uitdagend stelde Satana zich nogmaals voor de Heer op en zei tegen Hem: 'Uw manier van regeren bestaat alleen uit het geven van bevelen aan datgene wat U zogenaamd vrij handelend vanuit Uzelf hebt geschapen, en in het richten van datgene wat geen vrij bewustzijn in zich draagt!
Hoofdstuk 22: Satana's egoïstische en brutale aanklacht tegen de Heer. De bedroefdheid van de Heer over Satana's halsstarrigheid en ongehoorzaamheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Want omdat U mij hebt geschapen, ben ik U als schepsel toch geen dank en geen achting verschuldigd. Toen ik nog helemaal niet bestond kon ik toch nog geen verplichte voorwaarde met U overeenkomen voor het feit dat ik door U geschapen zou worden, zodat ik dan tegenover U reeds als een schuldenares geschapen zou worden!
Hoofdstuk 22: Satana's egoïstische en brutale aanklacht tegen de Heer. De bedroefdheid van de Heer over Satana's halsstarrigheid en ongehoorzaamheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[19] Ja, Ik heb aan dit wezen een fout begaan en die bestaat uit het feit dat Ik het te volkomen heb geschapen, om het na de voltooiing zo eindeloos gelukkig te maken als maar in Mijn vermogen van eeuwige almacht, wijsheid, goedheid, liefde en erbarmen ligt!
Hoofdstuk 22: Satana's egoïstische en brutale aanklacht tegen de Heer. De bedroefdheid van de Heer over Satana's halsstarrigheid en ongehoorzaamheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] 'Meest liefdevolle, heilige, onuitsprekelijk goede Vader, U hebt Satana toch uit Uzelf en niet uit iets anders geschapen! Hoe is het dan toch mogelijk dat dit uit U geschapen wezen zo ontzettend boos is, daar in U toch alles van eeuwigheid buitengewoon goed moet zijn, omdat U Zelf zo eindeloos goed bent en er daarom uit U toch ook onmogelijk iets slechts voort kan komen?
Hoofdstuk 25: Lamech vraagt hoe het mogelijk is dat Satana als een uit God geschapen wezen zo boos is. Het antwoord van de Heer in een gelijkenis. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...