Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 37 van 120

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[10] En zo zal aan gene zijde het loon van de goede het goede zijn, maar het loon van de slechte het slechte; iedereen zal zich na het afleggen van zijn lichaam in zijn jongste dag bevinden, en Ik zal iedereen opwekken en hem het loon vanuit hemzelf geven, zoals hij was, goed of slecht.
Hoofdstuk 176: De vraag naar de hel en haar geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Vanaf deze kant van de stad gezien verhief de berg zich nauwelijks meer dan honderd el*, (* Een el = 60 tot 80 cm.) maar naar het Jordaandal toe had hij een zeer steile helling van iets meer dan tweeduizend el, en zodoende zag hij er vanuit het Jordaandal uit als een echte berg; alleen vanuit het oosten was het slechts een heuvel, zoals er langs het Haurangebied wel meer van zulke heuvels zijn.
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Toen klonk er een stem boven hem: 'Je zult leven, maar niet vanuit de wet van het oude, maar vanuit de genade van Mijn nieuwe Verbond, dat Ik met de volkeren van de aarde zal sluiten!'
Hoofdstuk 179: De merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Maar tamelijk hoog in de lucht vloog er een Arabische reuzenadelaar, die vanuit zijn hoge positie al gauw de sluipende jakhals zag; hij liet zich vanaf zijn hoogte pijlsnel bovenop hem vallen en droeg hem ondanks zijn verzet hoog de lucht in. Toen liet hij hem vallen op een plaats die overal erg steenachtig was. Begrijpelijkerwijze bezorgde dat de jakhals de dood; de adelaar daalde snel naar beneden, overtuigde zich ervan dat de jakhals werkelijk dood was, pakte hem opnieuw in zijn klauwen en vloog met hem in zuidelijke richting naar een gunstige plek, waar de jakhals samen met de door hem opgegeten gazelle de reuzenadelaar tot ontbijt moest dienen.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Zo zijn ook de verschillende winden buitengewoon grote weldoeners voor de bodem van de aarde en de fysieke gezondheid van alle schepselen. Maar als ze ontaarden in grote stormen en orkanen, dan brengen ze weinig nut, maar enkel schade, dat wil zeggen vanuit jullie menselijke verstand bezien, omdat dat niet in staat is de gewelddadige verschijnselen te beoordelen op hun doelmatigheid voor een groot nuttig doel.
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Pas wanneer de ziel zich door zichzelf tot een bepaalde graad van geestelijke volmaaktheid heeft verheven, verenigt zich haar licht en liefdegeest van gene zijde met haar, en vanaf dat moment begint de mens in alles steeds meer op God te lijken; en als het lichaam dan van de ziel wordt weggenomen, is ze al een geheel op God gelijkend wezen en kan ze vanuit zichzelf alles tot bestaan roepen en ook door haar wijsheid in stand houden.
Hoofdstuk 184: Het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Ik zei: 'Jullie, Mijn leerlingen, zijn nu de meest vrije mensen op de hele aarde, en juist jullie wil Ik niet de minste boei aanleggen vanuit Mijn almacht; want als Ik jullie de wereld instuur om andere mensen in Mijn naam van hun boeien van het harde knechtschap onder de wet te bevrijden -kan Ik jullie toch niet als geboeide knechten uitzenden? Als Ik dat zou doen, zou het er met het vrijmaken en verlossen slecht uitzien bij de mensen; want in dat geval zou hun een nieuw, zwaarder juk opgelegd worden dan het oude was en zou Mijn komst op deze aarde van geen enkel nut zijn.
Hoofdstuk 189: De moeilijkheid van het ambt van leraar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ik denk dus dat het veel vruchtbaarder zal zijn een natuurkundige Uw evangelie te verkondigen dan die mensen, die tot nu toe nog steeds niet weten waarom het water vanuit de hoogte steeds naar het laagste gebied bij de zee stroomt, en waarom een steen vanuit de hoogte naar beneden valt en niet omgekeerd. Dat weten wij Romeinen wel, hoewel niet tot in de grond van de zaak, maar toch voor het belangrijkste deel! Ik dank U, o Heer en Meester, voor Uw wijze les!'
Hoofdstuk 194: De vermaning van de Heer tot liefde en geduld bij het verbreiden van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Mijn hele leer bestaat in het kort echter uit het volgende: herken in Mij de geest van de ene en enig ware God en heb Hem boven alles lief en jullie als broeders onder elkaar, heb elkaar ook in Mijn naam lief zoals ieder zichzelf liefheeft! Meer hebben jullie niet nodig; want van daaruit zullen jullie door Mijn geest tot alle waarheid en wijsheid vanuit Mij opgeheven worden.
Hoofdstuk 194: De vermaning van de Heer tot liefde en geduld bij het verbreiden van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Dat kun je nu natuurlijk nog niet geheel begrijpen en inzien, omdat de wereld jouw ziel nog in zijn greep houdt; maar als jouw ziel vrij wordt door Mijn geest in haar, zal deze zichtbare wereld voorjou vergaan, dat wil zeggen: als je dat wilt zul je haar nog altijd kunnen zien, maar de materie, die nu voor jou overal hard is, en de daarin wonende krachten zullen je op geen enkele manier meer enige weerstand kunnen bieden. En je zult vanuit je eigen innerlijk zelf een wereld kunnen scheppen die voor jou, zolang jouw wil die in stand wil houden, een even volmaakte ondergrond zal zijn om te wonen als nu deze aarde voor jouw lichaam een ondergrond vormt om te wonen en bezig te zijn.
Hoofdstuk 195: De alomtegenwoordigheid van de Heer en Zijn almacht Over het wezen van de ziel en het proces van het zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Want wat jullie hemel noemen, is als zodanig geen hemel, maar door en door wereld, en is door Mij geschapen voor de periode waarin de mensen hun vrijheidsproef moeten doorstaan; maar wanneer jullie je eigen wereld tegelijk met je vlees afgelegd zullen hebben, zal deze uiterlijke, nu zichtbare wereld er zo goed als niet meer voor jullie zijn. Dan zullen jullie bewoners van een heel andere wereld worden, die niet Ik voor jullie vanuit Mij of vanuit jullie zelf heb geschapen, maar die voor jullie vanuit jullie zelf geschapen zal zijn, en wel voor iedereen al naargelang het soort liefde dat hij voor Mij en zijn naaste heeft -zoals jij, Mijn beste vriend en opperstadsrechter, gisteravond hier hebt gehoord uit de mond van je reeds tien jaar geleden gestorven vader, die Ik aan je heb laten verschijnen.'
Hoofdstuk 197: Over het opstijgen en neerdalen van engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Daarop zei Ik: 'O nee, Mijn vriend, dat is nergens voor nodig; want Mijn Rafaël is immers vervuld van alles wat Ik wil en wens! Maar Ik trek Mijn speciale wil en Mijn macht terug, opdat hij zelf vanuit zijn rijkdom uit Mij, die hij zich eigen heeft gemaakt, kan werken en willen zoals hij maar wil, opdat jij daardoor pas goed ziet wat Mijn rijk in alle engelen en ook in de mensen geheel vrij, als het ware zelfstandig uit zichzelf, kan bewerkstelligen, zonder dat Ik al Mijn talloze engelengeesten en ook de mensen op deze aarde aan de leiband van Mijn almachtige wil hoef te leiden; kies dus in vrijheid iets wat jou goed dunkt en zeg het tegen hem, dan zal hij onmiddellijk uitvoeren wat jij wilt!'
Hoofdstuk 200: Een bewijs van de macht van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Want wat een geest zich vanuit de wil van de Heer in zichzelf voorstelt en wil dat het bestaat, dat is er dan ook meteen; maar natuurlijk is het denken van een zuivere engelengeest heel anders dan het denken van een mens.
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] De opperstadsrechter bedankte Rafaël voor dit wonderbaarlijke geschenk en zei: 'Een paar knechten van mij verstaan heel goed de kunst om deze dieren af te richten, want ze hebben dergelijke dieren vanuit Indië zelfs naar Rome gebracht, en de keizer heeft hen een tijdlang bij zich gehouden om die dieren te verzorgen; daarna kwamen ze bij mijn vader in dienst en zijn ook hier mijn trouwste dienaren.'
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Want ik had zo gedacht: U hoeft het maar te denken en daarna met Uw wil te zeggen: 'Er zij!', en dan is datgene wat U door Uw wil al helemaal voltooid tot bestaan hebt geroepen, er al; want dat hebt U destijds immers ook moeten doen, toen U de hele aarde vanuit Uzelf tot bestaan hebt geroepen en met haar geleidelijk aan ook alles wat erin, erop en erboven is. En toen alles wat U op aarde wilde hebben klaar en voltooid bestond, was het voor U even gemakkelijk om in alle planten, dieren en mensen het vermogen tot voortplanten en vermeerderen te leggen, al naar de soort van Uw tot leven gebrachte schepselen.
Hoofdstuk 208: De wonderbare spijziging in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...