Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13521 resultaten - Pagina 37 van 902

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[4] Omdat je dit nu weet, moet je dit volk niet gaan verachten of wellicht haten, wanneer je binnenkort zult horen wat ze met Mij zullen doen, maar beschouw hen als verdwaalden die niet weten wat ze doen, en probeer van harte om hen daar waar je kunt op de juiste weg te brengen. Trek dus niet j~uw landgenoten voor, maar wees rechtvaardig tegenover iedereen, opdat je met de slechte naam krijgt bars, onvriendelijk en gierig te zijn!
Hoofdstuk 14: De Heer neemt afscheid van de herberg - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Ik zei: 'Mijn beste Raël, laat dat je nu niet bezighouden; want daarover zul je nog duidelijk onderricht worden. Je moet alleen weten, aangezien Ik ben neergedaald om de mensen te verlossen, dat die verlossing niet alleen geestelijk, maar ook heel grof materieel zal gebeuren, omdat, zoals de leerlingen zojuist zeiden, materie en geest innig samenhangen en de eerstgenoemde uit de laatstgenoemde is ontstaan! De geest staat echter op het punt in de materie ten onder te gaan; daarom moet de materie opengebroken en, om gered te kunnen worden, weer geestelijk worden. En dat is het verlossen van de vorm, dat ook alleen volgens bepaalde wetten kan plaats vinden, omdat in het tegengestelde geval de Godheid Haar schepping zoals die tot nu toe is zou moeten vernietigen, terwijl Zij die toch wil behouden en verlossen. -Maar, zoals gezegd, zullen we dat nu laten rusten; het zal je allemaal nog zonneklaar worden, weliswaar niet hier, maar aan gene zijde in Mijn rijk!'
Hoofdstuk 25: De menselijke vorm en de verlossing ervan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Wat nu de Grieken en Romeinen betreft, die volkeren zullen evengoed ten onder gaan, wanneer ze de geestelijke eigenschappen die zij hebben ontvangen, te veel voor hun goede leventje en het opwekken van hun zinnelijkheid aanwenden. Het zal niet ontbreken aan vermaningen op de juiste tijd. Maar als ze zich daar niet aan storen, moet zo'n zweer aan het lichaam weggebrand en dikwijls onder hevige pijn uitgesneden worden, opdat het lichaam behouden blijft.
Hoofdstuk 26: De macht van de liefde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Nadat Ik eerst hun gedachten haarscherp uiteengezet had, vroeg Ik de tempeldienaren: 'Hoe lang willen jullie dat Ik jullie nog verdraag? Alle tekenen die Ik heb gedaan en die zo onmiskenbaar voor Mij getuigen, verachten jullie; en Mijn woord leggen jullie uit als leugen. Weten jullie niet dat er een grens is, waar de mens niet overheen mag gaan, als hij niet geheel en al aan de geestelijke dood ten prooi wil vallen, en dat, als die grens bereikt is, Gods barmhartigheid de lichamen moet vernietigen, opdat de zielen door het misbruik van de lichamen niet geheel en al in het verderf gestort worden?! Maar jullie zijn allemaal dicht bij die grens gekomen!
Hoofdstuk 39: De Farizeeën worden weggejaagd - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Ik zei: 'Dat wordt in de toekomst allemaal vanzelf duidelijk; want Mijn hand leidt jou en allen die geroepen zijn om voor Mijn rijk te werken, op zo'n zachte manier, dat zij kunnen geloven dat het uit eigen beweging gebeurt. En dat gebeurt in de grond van de zaak ook; want als Ik vrije wezens wil, dan moet het vrije besluit aan hen overgelaten worden. Alleen de uiterlijke gebeurtenissen kan Ik zo leiden, dat Mijn dienaren de beslissing tussen twee wegen, die ze zouden kunnen gaan, toevalt. Mijn ware kinderen zullen dan uit liefde voor Mij nooit in twijfel verkeren welke weg de juiste is. Maar altijd moet de impuls van henzelf uitgaan.
Hoofdstuk 40: De toekomstige missie van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Zo zul ook jij nog, als helemaal vanzelf, in je leven moeten besluiten of je links of rechts moet gaan. De ene weg leidt direct tot werk in Mijn naam, de andere tot een gemakkelijker leefwijze waarin je traag kunt toeschouwen. Al naargelang de keuze die je maakt zal jouw werkzaamheid dan ook vorm aannemen. Ik weet echter en zegje ook dat jij uit liefde voor Mij wel de juiste keuze zult maken. En dat moet dus genoeg zijn; want meer te zeggen is omwille van jezelf uit den boze!'
Hoofdstuk 40: De toekomstige missie van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Hier moet er opnieuw op gewezen worden dat zij vroeger steeds te lijden hadden van een soort dwang, die Mijn persoon door haar aanwezigheid op hen uitoefende, en tevens doordat ieder van hen zich bewust was dat ze steeds gadegeslagen werden door al het volk dat ons steeds volgde. Iedereen weet waarschijnlijk heel goed dat het veel gemakkelijker is het kwade te vermijden wanneer men weet dat men gadegeslagen wordt - omdat daardoor een soort schaamte tegenover vreemden of ook de eerzucht om voor goed door te gaan optreedt - dan wanneer men zich volkomen vrij voelt van iedere dwang.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Velen zullen zich er nu misschien over verbazen, dat Mijn leerlingen na zoveel onderricht en bewijzen van Mijn goddelijkheid in Mij toch nog altijd in tweestrijd met zichzelf konden raken en konden gaan twijfelen. In dit verband moet er echter steeds op de zwakke, menselijke natuur gewezen worden, waarvan het overwinnen voor hen nu weer moeilijker werd dan voor jullie tegenwoordig omdat iedereen die maar enigszins gelooft Mijn hele leven nu met één blik kan overzien en Mijn overwinnen van de dood zich als voornaamste punt voor ogen stelt, terwijl destijds een ontwikkeling van hun zielen alleen mogelijk was samen met Mijn ontwikkelingsgang, waarvan dat voornaamste punt als bekrachtiging van Mijn leer immers pas het sluitstuk vormde.
Hoofdstuk 49: De zorg van de leerlingen om de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Hier dienen nu enkele woorden toegevoegd te worden over het geestelijke schouwen voor degenen die Mijn wegen bewandelen en aan zichzelf willen waarnemen in hoeverre hun ziel reeds in het lichaam in staat is zich te ontwikkelen. Hier zal niet geleerd worden hoe men bijzonder wonderbaarlijke of magische eigenschappen verkrijgt, of het recept gegeven worden om alleen daarnaar te streven, maar hier zal de weg aangegeven worden hoe de verschillende twijfels van het hart overwonnen worden, die de ziel voelt zolang ze de banden van haar vlees niet losser heeft gemaakt. Dat is het ware doel: onafhankelijk te worden van het vlees met al zijn lusten, twijfels en dwalingen, om zich in de eigenlijke, echte en ware wereld, waar de ziel na de dood volledig vrij en onafhankelijk moet binnengaan, goed te kunnen voelen en er binnen te kunnen gaan.
Hoofdstuk 53: Geestelijk schouwen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Judas, die deze woorden had gehoord, zei glimlachend: 'Vriend, de Heer weet wel welke weg Hij moet gaan! Niet naar de hel, maar tot roem en eer van Zijn volk bewandelt Hij de weg van de Gezondene Gods!'
Hoofdstuk 66: De intocht in Jeruzalem - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] In..het huis van Lazarus was het rustig, en niemand stoorde Mij, terwijl Ik in Mijn kamertje alleen bleef en tweespraak hield met Mijn Vader in Mij. Geen mens zal. echter helemaal begrijpen hoe dat laatste mogelijk was. Daarom moet hier gezegd worden dat Mijn ziel heel goed zag hoe het mogelijk zou zijn om al het lijden te ontlopen, en dat zij weifelde, omdat ook zij aan de aarde geketend was evenals de ziel van ieder ander mens die een taak te vervullen heeft. Alleen de Geest in Mij, van wie iedereen weet wie Die was, schreef Mij de weg voor en stelde de ziel voor de keuze, of ze uit liefde voor Hem en de mensen de aangewezen weg wilde gaan of niet. Zo kwam dan ook nu op het laatst de beslissing opnieuw dichterbij, en de Mensenzoon koos nogmaals voor de wegen van de Vader.
Hoofdstuk 68: Nicodemus en de oversten bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Nadat wij op de traditionele wijze het lam hadden gegeten, stond Ik op, omgordde Mij en begon aan de voetwassing (Joh. 13:4-12), waarmee de diepste verdeemoediging van de Mensenzoon werd uitgedrukt, omdat dat een taak van de laagste dienaren en slaven was. Tegelijkertijd wordt daarmee gezegd dat niemand Mijn wegen kan bewandelen, zonder dat Ik eerst de instrumenten voor hem heb gereinigd, die het hem mogelijk maken ook deze weg te gaan - dat wil dus zeggen: zijn hart moet volledig gereinigd zijn van al het stof van de wegen van de wereld, die hij tot dan toe heeft bewandeld, en Ik ben degene die hem daarvoor de middelen aan zal reiken. Daarom moet niemand die wassingen vrezen, anders zal hij geen deel aan Mij hebben.
Hoofdstuk 71: Het paaslam. De voetwassing. Judas verraadt de Heer. Het avondmaal van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Het moet dus het streven van de Godheid Zelf zijn om Haar schepselen, die Zij uit liefde en tot hun redding dwong de weg van de materie te gaan nadat die de grens hebben bereikt, van waar af de geestelijke weg mogelijk is ook naar Zich toe te trekken en zo in de verhouding van Vader tot kind te brengen. Adam moest die brug in zichzelf bouwen en had het eigenlijk heel gemakkelijk, aangezien de verlokkingen van de materie heel gering waren in vergelijking tot nu. Er was bij hem enkel zelfoverwinning nodig, gehoorzaamheid, dan was de brug geslagen en kon in hem het geestelijke leven bloeiend ontwaken, omdat gehoorzaamheid tegenover God bij een mens die voor het overige vrij van iedere zonde is, het enige beproevingsmiddel is. Pas uit ongehoorzaamheid volgen alle andere overtredingen vanzelf, zoals iedereen bij kinderen gemakkelijk kan waarnemen. Nu viel Adam, en daarmee had er een terugtreden in de materie plaatsgevonden, dat wil zeggen in die polariteit, die zich even ver van God kan verwijderen als ze naar God Zelf tot steeds hogere zaligheden kan opstijgen.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Zeg tegen Mijn dienaren en knechten: Mijn kantoren zijn geen wisselbanken en geen geldwinkeltjes! Want wie Mij vanwege het geld dient, dient Mij niet uit liefde; maar wie Mij niet uit liefde dient, diens dienst is Mij vreemd, zoals Ik voor hem een volslagen vreemde moet zijn omdat hij Mij niet uit liefde dient; met hem heb Ik de rekening al vereffend. Maar hoe kan hij een getrouwe knecht zijn, die de schatten van de Heer, zonder ertoe bevoegd te zijn, als een dief voor de schandelijkste prijzen verkoopt?! Iskariot verkocht Mij tenminste nog voor dertig zilverlingen, zonder dat hij van tevoren wist wat er met Mij zou gaan gebeuren; want hij was verblind en ging verloren. - Maar nu ben Ik gemarteld, gedood en weer opgestaan reeds voor de schandelijkste spotprijs op elk moment verkrijgbaar. 0 jullie schandelijke dieven, jullie moordenaars, waar kan Ik je mee vergelijken? Jullie kinderen van de draak, jullie addergebroed, jullie slangengebroed! Dienen jullie Mij zo, moet Ik je zo aantreffen?! Ik liet immers door Mijn geliefde Paulus zeggen, dat hij die het altaar dient, ook van het altaar zal leven, maar alleen door werken der liefde, die alles ten goede doen verkeren; maar jullie hebben geen werken der liefde, - daarom zijn jullie rovers en dieven en sluipmoordenaars van het evangelie en van alle waarheid. Naar het werk zal het loon zijn! Liefde is niet te koop, maar alleen door wederliefde te verkrijgen. Ik ben de liefde Zelf en zonder uitzondering voor geen andere prijs dan slechts de wederliefde verkrijgbaar. Met liefde heb Ik jullie allen gekocht; daarom eis Ik wederliefde van jullie allen. Wie Mij dus dienen wil, laat hem Mij dienen uit de liefde, waarin Ik voor hem aan het kruis ben gestorven; en wie tot Mij wil komen, laat hem komen in de liefde tot Mij, die aan het kruis voor hem bloedde.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Verhef nu je blik van de aarde naar de zon, die een getrouw beeld is van de wedergeborenen! Kijk goed en je zult spoedig gewaarworden, dat er zich menigmaal vlekken op haar evenaar bevinden. Zie, volgens de natuurlijke uitleg van de verschijnselen, zoals jullie dat noemen, zijn dat uitbarstingen vanuit haar binnenste net als vuurspuwende vulkanen op aarde en zijn het overeenkomstige uitbraken van de woede van de Godheid en kleine blijken van Haar alles vernietigende macht, die volgens de natuurwetten zich altijd door grote of kleine onweersbuien, afhankelijk van de grootte van de vlekken, op de aarden plaatselijk kenbaar maakt; maar dan wordt de Liefde des te werkzamer en verzacht alles weer met de wateren van erbarming, en op de zon met de grote stroomvloeden uit de oeverloze zee van Haar erbarmende genade. En zie, zo wordt alles weer tot de juiste orde teruggebracht en buiten deze ordening, waarin Ik vanaf de eeuwigheid der eeuwigheden de eeuwige Liefde Zelf ben en waaruit en waarin alles wat bestaat werd gemaakt, kan niets bestaan noch ontstaan; en wie gezien zijn vrijheid, uit deze ordening treedt, die handelt tegen de liefde en tegen het leven en zal voor eeuwig te gronde gaan.
Hoofdstuk 6: De analogie van het gesternte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...