Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 37 van 215

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[1] CYRENIUS zegt: "Daar ben ik het weer helemaal mee oneens, want ik geloof vast en zeker dat er een God is die de gehele geesten en zinnenwereld door Zijn eigen machtsvolkomenheid, namelijk uit Zichzelf, heeft geschapen. Dat gebeurde natuurlijk wel in een wat groter tijdsbestek dan dat wat Mozes, slecht of helemaal niet begrepen, heeft aangegeven. Er zijn hier echter mannen, die Mozes beter begrijpen dan u dat doet!
Hoofdstuk 150: De overste en de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Wat baten de mens alle schatten der aarde, die hij niet kan meenemen, wanneer hij voor eeuwig van deze aarde moet scheiden?! Zal hij ze kunnen meenemen? Maar Gods schatten, die Hij geestelijk voor ziel en geest heeft geschapen, nemen wij ook met ons mee in het grote hiernamaals en voor ons zullen zij alles in alles zijn: spijs, drank, woning en kleding en het volkomen eeuwige leven vol klaarheid, vol licht en vol van het hoogste geluk!
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Kijk, dat zijn heel steekhoudende overdenkingen, waardoor minstens vier vijfde deel van ons bestaan volgens ieder gezond verstand tegenover iedere God is te verontschuldigen en daarom vrees ik ook geen geest en geen God! Iets slechts heb ik nooit gedaan, behalve dat ik zo nu en dan zomaar als mens plezier had aan een dartel meisje, en dat lag toch ook weer aan mijn aard! Waarom moesten de vormen van een mooi, jong meisje mij dan zo geweldig bekoren? Heb ik zelf zo'n overheersende begeerte in mijn wezen gelegd? Daar weet ik niets van! Wie maakte dan dat mijn gevoel voor liefde zo moeilijk te bevredigen is? Wie heeft in mij de honger en de dorst geschapen? Waarom moet ik dan eten en drinken? Kijk, dat wordt allemaal in ons veroorzaakt door hogere krachten, die wij niet kunnen dwingen! .Tot op zekere hoogte kunnen wij ons zelf wel verloochenen, daarboven houdt het echter op! Maar als dit nu zo is, welk verstand, reiner dan het mijne, en welke wijsheid kan dan in staat zijn om mij, vanwege mijn toestand en mijn doen en laten, voor een streng gericht te dagen? Zeker niet van een mens die net zo helder denkt als ik, -en nog veel minder van een allerhoogste en stralende God! Waarom zou ik dan zo'n kinderachtige angst hebben voor een God?"
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Met zulke volkomen eigenschappen kan Hij echter ook onmogelijk ooit ergens in de gehele oneindigheid een schepsel hebben geschapen voor een eeuwige kwelling! Ja, een wezen door allerlei bittere en pijnlijke ervaringen reinigen, hier of in het hiernamaals, is iets heel anders. Want de mens is een werk van God, dat zich volgens de wijze orde van God zelf in de zedelijke sfeer moet vervolmaken om datgene te worden waartoe het door de Schepper bestemd is!
Hoofdstuk 157: God niet vrezen maar lief hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Het is goed de laatste te willen zijn uit ware liefde en deemoed, maar de ware liefde en deemoed sluit de gehoorzaamheid niet uit, vooral aan de allerhoogste Heer van hemel en aarde. Doe daarom, als je niet dwars wilt zijn, wat de Heer wil en dan zal alles goed zijn. Want de Heer weet het best waarom Hij iets wil!"
Hoofdstuk 158: Over deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar daarnaast moeten jullie de aandacht van het volk vooral richten op wat je hier hebt gehoord.en gezien, dan wordt daardoor het kwalijke gedrag der tempel en de tempel zelf op de beste en doeltreffendste wijze totaal ondermijnd en deze zal dan geheel in het niet verzinken en zo ophouden te zijn wat hij is. En in zijn plaats zullen de nieuwe tempels van Gods geest komen, waaruit een geheel nieuw Jeruzalem in de hemel gebouwd wordt.
Hoofdstuk 162: De wegen van de goddelijke leiding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Weetje, ik heb wat dat betreft de wil van de Heer vrij goed onderkend en ik begrijp niet, dat jou dat zo helemaal is ontgaan! Ik heb ook niet begrepen dat je de Heer dorst te vragen naar ons wereldse onderkomen! Is het dan niet voldoende dat Hij zei, dat wij die bepaalde dingen moesten doen?! Het is toch van oudsher bekend dat degene die mij werk opdraagt, mij ook zal onderhouden! Als zelfzuchtige mensen dat al doen, hoeveel te meer zal de Heer van hemel en aarde dat doen, zonder dat wij Hem daarom hoeven te vragen!
Hoofdstuk 162: De wegen van de goddelijke leiding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[30] FAUSTUS zegt dan vragend tegen Mij: "Maar daar staan zowaar koningstenten!? De oude man is helemaal als koning gekleed, - evenals de jonge man, die zich nu met de jonge vrouw onderhoudt! Behoren die óók bij de vangst voor de hemel van liefde en licht?"
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Jullie allen hebben nu de gelegenheid, je ervan te overtuigen hoe zwaar dat zelfs Mij afgaat. Toch gebruik Ik een taal die vóór Mij nog nooit een ziener heeft gebruikt en Ik doe daden, waarvan men vóór Mijn komst nog nooit had gehoord! De gehele hemel staat open, engelen dalen af en dienen Mij en getuigen over Mij. Ondanks dat, zijn er zelfs leerlingen, die nu steeds bij Mij zijn en alles zien, horen en meemaken, bij wie het geloof nog altijd op een windvaan lijkt en op een zwakke rietstengel die door de wind, waar die ook vandaan mag komen, in iedere richting wordt gedraaid! Nu, hoe moet het dan wel met de andere, wereldse mensen staan!"
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] IK zeg: "Omdat jijzelf een veel wonderbaarlijker wezen bent dan alle grote zonnen en werelden bij elkaar! In het hart van de mens ligt een veel wonderbaarlijker hemel verborgen dan de grote, die je met je ogen ziet.
Hoofdstuk 170: Het tegenstrijdige tussen willen en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Zo zie je, juist vanwege jouw moeilijkheid ben Ik Zelf uit de hemel der hemelen gekomen en leer Ik jullie dat, wat anders niemand je zou kunnen Ieren!
Hoofdstuk 170: Het tegenstrijdige tussen willen en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar om dat te worden, moeten in deze wereld hemel en hel onder één dak wonen! Zonder strijd is er geen overwinning! Waar het hoogst bereikbare mogelijk is, moet men daarvoor ook alles geven. Om een uiterste te bereiken moet men zich eerst van een tegenovergesteld uiterste losmaken.
Hoofdstuk 178: Aanleg en bestemming van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar u bent geroepen en voorbestemd om geheel zelfstandig zo te worden als de Heer Zelf is. Want tegen u zal de Heer nog zeggen: ' Jullie moeten in alles net zo volmaakt zijn als jullie Vader in de hemel in Zijn eindeloze volmaaktheid is!
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Maar Salomo móest zo schrijven, omdat het toen nog niet de tijd ervoor was de onbekwame mensen, die in hun hart nog totaal geen geest hadden, de diepste geheimen van de hemel geheel te onthullen. In plaats daarvan mocht hij slechts zeer bedekt toespelingen maken, om de zielen attent te maken op dat wat komen moest. Maar er was geen sprake van begrip.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Toen zag de mens pas de overgrote, heilige waarheid en de volle werkelijkheid van zijn vermoeden en hij was erg blij met U, maar hij had ook een terechte vrees voor U omdat U hem, net als alle dingen, had geschapen.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...