Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2102 resultaten - Pagina 37 van 141

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[6] Die broeders zeiden dat echter alleen maar omdat hun geloof in Mij heel zwak geworden was. (Joh.7,5)
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Willen zij echter mettertijd mogelijkerwijs zelfstandig worden, dan moeten zij de weg van de materie, ofwel van de gerichte en dus vastgelegde wil van God, doormaken op de wijze die jullie op deze aarde te zien krijgen. Pas als zij dit gedaan hebben, zijn zij uit zichzelf zelfstandige, zelfdenkende en vrijwillig handelende kinderen van God geworden, die weliswaar ook altijd de wil van God doen, maar niet omdat hij hun door de almacht van God opgelegd is, maar omdat zij die erkennen als zeer wijs, en zelf bepalen dat zij die opvolgen, wat dan hun eigen leven ten goede komt en hun de hoogste zaligheid en het hoogste levensgeluk geeft.
Hoofdstuk 133: Over de zieleleer. Wezen en doel van de materie. De vrije ontwikkeling van de mens tot het kindschap van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] DE REUS zei: 'Hoe komt het dan, dat alle heidenen uit de steden langs de Eufraat vrijwel alleen vanwege Zijn verheven leer aanhangers van Hem zijn geworden, en dat degenen die Hem volgden ook meteen de beschikking kregen over de een of andere zuiver goddelijke kracht?! Een dokter in Serrhe kreeg de wonderbaarlijke gave al zijn zieken slechts door het geloof in de almachtige naam van deze Godmens zo te genezen -en wel in één enkel ogenblik -, dat de zieke daarna zo gezond is alsof hij nooit iets gemankeerd heeft. Ja, zelfs dode mensen krijgen weer een nieuw leven en zijn dan zo fris en gezond als een zorgeloze gazelle in het hooggebergte! Als de heidenen dat echter kunnen doen en inzien, waarom dan jullie Joden niet, waarvan toch geschreven staat dat zij het uitverkoren volk van God zijn? Ik zeg jullie echter uit naam van de hoogst verheven Godmens: Jullie kunnen het niet omdat jullie al van je geboorte af aan ondergeschoven kinderen van Beëlzebub zijn en daarom de meest doortrapte vijanden van God. Als jullie dat echter ontkennen, verdienen jullie niet beter dan totaal van deze aardbodem verdelgd te worden.'
Hoofdstuk 141: De mislukte overval van de overste van de synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ziet een mens dat in, dan zal hij zich ook zeker steeds meer beijveren om wat hij doet te verenigen met het duidelijk besefte goddelijke, en zich zo langzaam maar zeker volledig met de levenskracht van God in zichzelf te verenigen. Door die vereniging komt de mens pas tot ware levenszelfstandigheid, omdat hij dan weet en duidelijk beseft dat de goddelijke daden die vroeger als van buiten af gebeurden, nu, door zijn deemoed en ware liefde tot God, zijn eigen daden geworden zijn. En daarin ligt de eigenlijke reden waarom Ik eerder tegen jullie gezegd heb: En ook al hebben jullie alles gedaan, zeg en erken dan toch: 'Heer, alleen U hebt het allemaal gedaan; wij waren in ons egoïsme slechts luie en onnutte knechten! , (Luc.17, 10)
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[26] Toen het volk deze gedachten tamelijk luid liet horen, was er al gauw geen Farizeeër meer in de tempel te zien, en de knechten die Mij hadden moeten grijpen, waren ook opeens onzichtbaar geworden. Binnenshuis kregen zij het natuurlijk erg moeilijk met de Farizeeën, omdat zij zich moesten verantwoorden voor het feit dat zij Mij niet meteen hadden gegrepen.
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] De wereld zal altijd wereld blijven, maar toch zal Ik de Mijnen steeds leiden, en over de wereld Mijn gericht laten komen wanneer zij zo slecht is geworden dat er naast alle wereldse zaken geen vonkje van het ware levenslicht uit God meer kan bestaan.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Ten tijde van Mozes was er een nieuwe, buitengewoon grote openbaring van God, en op stenen tafelen moesten Gods donderende woorden tot de mensen ingegrift worden. Maar wat een vreselijk gericht was deze openbaring van God, met name voor de te blind, te hoogmoedig en te onmenselijk geworden Egyptenaren, wier voornaamste luister volledig gebroken werd; maar ook van de Israëlieten werd niets door de vingers gezien.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Mijn woorden maakten dat iedereen blij werd, en wij werden door Martha voor het middagmaal uitgenodigd. Wij aten en dronken opgewekt en.er heerste een vrolijke stemming. Lazarus vertelde Mij wat hij tijdens Mijn afwezigheid allemaal van de tempeldienaren te verduren had gehad, en dat hij zich tenslotte ondanks al zijn geduld dermate had geërgerd dat hij daardoor gewoonweg ziek was geworden.
Hoofdstuk 152: De grote afwisseling onder de schepselen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'Kijk, alle materie is een tijdelijk vat om een bepaalde mate van het geestelijk levenselement in op te nemen! Ieder jaar ontwikkelt zich daarvan een bepaald deel, maakt zich vrij en gaat in een hogere levenssfeer over. Na een groter of vaak ook geringer aantal aardse jaren is echter de laatste vonk van het levenselement uit de reeds harde en onbruikbaar geworden boom verdwenen en in een hogere levenspotentie overgegaan, en de boom bezit dan geen leven meer.
Hoofdstuk 154: Over de noodzaak van de vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Moet je dan nieuwe levenselementen in de oude, harde, onbruikbaar geworden boom brengen om door de reeds te grof geworden materie van de boom bedorven te worden, zoals zelfs ook de beste wijn bedorven wordt als men zo dom is om die in een oud onrein vat te gieten? Is het dan niet verstandiger om nieuwe wijn in nieuwe, schone vaten te doen en de oude weg te werpen, vooral als men een onuitputtelijk aantal nieuwe vaten heeft? -Wat denk jij daarvan?'
Hoofdstuk 154: Over de noodzaak van de vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Uw leerling Johannes heeft in zijn inleiding over wat U gezegd heeft, van U het meest juiste en waarachtigste getuigenis gegeven, door te zeggen: 'In den beginne was het Woord, het Woord was bij God, en God was het Woord. Het Woord is vlees geworden en woonde onder ons. Hij kwam tot de Zijnen en zij hebben Hem niet herkend. ,
Hoofdstuk 154: Over de noodzaak van de vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Toen vroeg LAZARUS Mij: 'Heer, hoe komt het, dat er nu zoveel sterren zichtbaar geworden zijn, die je eerder niet zag?'
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Kijk, toen Noach op aanraden van God de ark bouwde, werd hij door de erg werelds geworden buren bespot en uitgelachen, en men zei: 'Kijk eens naar die oude dwaze dromer! Hier hoog op de bergen, ver van zee, bouwt hij een huis voor op het water, in de mening dat God zoveel water zal laten komen dat de golven zelfs tot over deze hoge bergen zullen slaan, en daar zal hij dan met de zijnen in gaan zitten om niet te verdrinken!'
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] De heidenen zitten toch al tot ver over hun oren in het duisterste gericht. Als Ik daar een groot teken verricht om hun oude bijgeloof en hun oude gericht door een nieuw gericht te verbreken, schaadt hen dat niet, omdat zij door een zacht gericht van hun oude en harde bevrijd zijn geworden, en zich onder het nieuwe gericht helemaal vrij kunnen bewegen door hun geloof in God en door hun liefde tot Hem. Wanneer Ik echter hier in Jeruzalem - vooral nu in deze tijd -hetzelfde zou doen als aan de Eufraat, zouden er heel wat Joden van louter schrik en angst wegkwijnen en sterven, en dan zouden we niet zoveel mensen meer hebben om het evangelie aan te verkondigen. Die nog in leven bleven, zouden voor ons vluchten, en de priesters zouden huilen, vloeken en schreeuwen: 'Kijk, nu heeft Beëlzebub het werk van Jehova vernietigd! Wee ons! Jehova heeft ons, Zijn volk, verlaten en ons aan de duivels overgeleverd!'
Hoofdstuk 153: Voorspelling van de Heer over het gericht over de joden. De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Als iemand al vele jaren geestrijke wijn in een zak bewaart, zal hij die zak dan nog wel langer gebruiken, wanneer deze verteerd is en de wijn erdoor sijpelt? O nee, hij zal de oude zak wegdoen en er een nieuwe voor nemen. Kijk, datzelfde doe ook Ik, -zoals ook met een oude, vermolmde boom, en ook met een oude, voos geworden wereld. Want als al Mijn gedachten en ideeën die Ik in een wereld heb vastgelegd eenmaal in een vrij, zelfstandig, zuiver geestelijk leven zijn overgegaan, dan is zo'n aarde nog slechts een lege huls, die geen nieuw, sterk leven meer kan dragen en tot ontwikkeling kan brengen. Dan wordt de lege huls ontbonden, en in haar plaats komt een nieuwe met nieuwe levenskiemen gevulde aarde. Alles in tijd en ruimte veroudert, wordt zwak, sterft en vergaat; alleen de zuivere, denkende, scheppende geest blijft eeuwig.
Hoofdstuk 153: Voorspelling van de Heer over het gericht over de joden. De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...