Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3319 resultaten - Pagina 37 van 222

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[2] En CYRENIUS zegt: "Het is passender, als u het geheel nog wat afwacht en in plaats daarvan in uw hárten heel dicht naar Hem toegaat. Dan zal HlJ Zelf wel naar u toekomen en Zelf tegen u zeggen wie Hij is en wat u moet doen! Voorlopig kan ik u in elk geval zeggen dat u op het goede spoor zit! Want dat de grote Godmens Zich beslist hier moest ophouden, kon u reeds uit onze aanwezigheid opmaken! Voor iets onbelangrijks zouden wij hier niet bijna drie dagen lang blijven!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Het schenkt ons echter erg veel vreugde dat jullie hier ook dat hebben gevonden, wat wij hebben gevonden. Jullie kostte het weliswaar je uiterlijke, prettige bestaan. AI jullie bezit heeft het vuur verteerd en het lekt er nog aan. Net als wij bezitten jullie nu niets meer! Maar de wil van God is eens en voor al deze: Als wij mensen God werkelijk willen naderen en de oprechte wens en wil in ons hart koesteren in alles helemaal door God verzorgd te worden, moeten wij eerst uit grote liefde tot en in het sterkste vertrouwen op -de almachtige Vader, de gehele wereld de rug toekeren en alles wat ons op de wereld als deel van de wereld lief en dierbaar was, tot op het laatste atoom verliezen. Dan pas is God de Heer en Vader bereid ons -die door de wereld verlaten en uitgestoten zijn -als Zijn kinderen aan te nemen en geheel voor ons te zorgen, zodat we dan pas echt voor eeuwig verzorgd zijn.
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Hij is dus hier, daarvan kunt u nu geheel verzekerd zijn. Nader Hem echter eerst in uw hart en neem ook het ernstige besluit al uw oude gewoontes en zonden grondig af te leggen, dan zal Hij weldra tot u komen en u de goddelijke opdracht geven wat u in de toekomst zult moeten doen!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Als wij kinderen zouden zijn van arme dorpelingen, zouden wij zeker datgene zijn geworden wat onze ouders waren, maar God liet ons kinderen van zeer aanzienlijke en rijke ouders worden. Die lieten ons in de tempel opvoeden en ons daarna geheel aan de tempel wijden. Daar kunnen wij toch onmogelijk aansprakelijk voor zijn! Dat wij dat geworden zijn wat wij waren, is toch zeker ook met enig medeweten van de wil van de Almachtige gebeurd!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Dat wij ons toen veel veroorloofden wat volgens de wetten niet geheel in orde was, is natuurlijk ons eigen werk geweest. Maar daarbij bedenk ik toch nog steeds: Als je ouders een visser van je gemaakt hadden, die nu kommervol in zijn levensonderhoud had moeten voorzien, zou er toch heel veel niet gebeurd zijn wat men zich door het goed verzorgd zijn heeft veroorloofd omdat het goeddoorvoede vlees en bloed daartoe aandreef! Daarom zijn onze tekortkomingen tegen de wet, voor een deel een gevolg van de omstandigheden waarin wij door geboorte en opvoeding terecht zijn gekomen.
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Wie kent de draden waarmee het natuurlijke leven samenhangt met het op zichzelf geheel vrije, puur geestelijke leven en wie weet in hoeverre het natuurlijke leven zich, onbelemmerd door deze draden, als een zelfstandig geheel kan bewegen?! Ja, men ziet wel dat ieder mens in een bepaald opzicht vrij is -hij kan gaan waarheen hij wil, hij kan staan of zitten, hij kan naar wens met zijn ogen naar alle kanten kijken -maar daaraan vooraf gaat toch een noodzaak, uitgaande van het begrensde natuurlijke leven!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De onverstoorbaar nuchtere SPREKER zegt: "Beste vriend! De engel vind ik niets belangrijker dan jou en ik zal net als met jou met hem spreken en ik zal hem nog minder iets toegeven dan jou omdat hij een zalige geest is en geheel volmaakt, terwijl wij nog als wormen in het stof van de vergankelijkheid over de harde en smerige bodem van deze aarde moeten kruipen! Er is maar één waarheid en die slaat net zo goed op een engel als op de smerigste schooier ter wereld!"
Hoofdstuk 157: God niet vrezen maar lief hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Hij kan Zijn goddelijke wezen niet verbergen en als ik zonder alle eerdere voorbereidingen bij Hem gekomen zou zijn, zou ik Hem meteen gezegd hebben: 'U bent geen gewoon mens, in Uw hart moet de goddelijke oergeest geheel en al aanwezig zijn!'
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar nu begrijp ik ook wie het eerst ons gedrag in de stad aan Cyrenius heeft verraden, dat zeker niet zo loffelijk was, -dat wil zeggen: ons gedrag. Maar nu is alles veranderd! Het toeval, waarvan onze Messias Jehova vooraf beslist veel voorzien zal hebben -gesteld dat de nazon van gisteren soms niet helemaal Zijn werk was -heeft ons met één slag vrijgemaakt van het oude juk der domheid. Daarover kunnen wij nu wel erg blij zijn, want wat voor hinderlijke en beledigende dwaasheden zal de loze tempel hierna nog allemaal voor de mensheid uitbroeden, die wij dan weer geheel en al zouden hebben moeten uitvoeren! Maar laat ze nu maar komen! Wij zullen ons Romeinse burgerrecht beslist op zo'n manier onder hun neus duwen, dat hun daarop horen en zien in alle toonaarden zal vergaan!
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Aan onze kant staan nu met een verschrikkelijk grote nummer één, de Messias en een engel uit de hemelen, die veel machtiger schijnt te zijn dan degene die eens de jonge Tobias heeft geleid. En wereldlijk hebben wij bij ons een nog belangrijker nummer twee, de opperstadhouder van geheel Azië en een deel van Afrika, die een natuurlijke oom is van de tegenwoordige, regerende keizer van Rome. Ook al zouden ze met de hele hel van Jeruzalem hierheen komen, dan zouden wij hen toch nog net zo de baas worden als de geprikkelde leeuw iedere nog zo sluwe vos de baas kan worden! -Wat vinden jullie nu van dit alles?"
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Ik maak mij over niets meer bezorgd in deze wereld, want Hij, die wij hier vonden, is voor mij alles boven alles! Wat Zijn wil zal zijn, zal voor alle tijden der tijden mijn toekomst zijn! Want slechts Hij weet precies wat wij zijn, wat wij zullen worden en wat wij in het vervolg te doen hebben om datgene te worden, wat Hij in ons ziet. Daarom is nu iedere ijdele voorzorg van onze kant een dwaasheid. Pas als Hij tegen ons zal zeggen: 'Doe dit of dat!', komt de tijd om ervoor te zorgen dat wij steeds datgene wat Zijn heilige wil ons als plicht opdraagt, geheel volgens Zijn wil zullen kunnen volbrengen. - Kijk, broeder Stahar, dát is de kern van mijn mening!
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Het komt mijzelf en ook zeker al mijn gezellen voor als een droom! Het is volkomen realiteit en nooit kan al datgene wat hier gebeurde, ontkend worden. Maar er gebeurde hier in korte tijd zoveel buitengewoons dat het niet in één keer is te bevatten. Wij geloven zonder twijfel alles wat hier is en gebeurt, en dat U de Messias bent waarover alle profeten hebben geprofeteerd, is net zo zeker als het feit, dat de oude Romein opperstadhouder is over geheel Azië, tenminste voor zover dit door de Romeinen is veroverd. Maar aleer wij alles tot ons hebben laten doordringen, zal het nog wel enige tijd duren!
Hoofdstuk 161: Het getuigenis van Floran. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Als U uit de schoot van een keizerin ter wereld gekomen zou zijn en dan deze tekenen zou doen, welk volk op deze aarde zou zich dan niet geheel aan U onderwerpen!? Maar om als eerste en grootste mens, ja als de enige God, Zelf in mensengedaante zo nederig ter wereld te komen, is iets dat velen toch wel veel ergernis zal geven! Voor ons maakt het natuurlijk niets meer uit en wij hebben er vrede mee, maar alle mensen zullen niet zo denken als wij nu, -vooral de trotse uit Jeruzalem niet en nog minder die uit de tempel! Want die kennen wij! Zij kennen op de wereld maar één mens die zij liefhebben en hoogachten -al het andere is vuil -en die mens is zonder uitzondering voor iedere tempeldienaar -hijzelf! Die alleen wordt door ieder van hen boven alles liefgehad en geacht, ieder ander, ook al zou hij een god zijn, ontzettend veracht. Slechts een buitengewone, uiterlijke pracht kan hen soms nog wat imponeren.
Hoofdstuk 161: Het getuigenis van Floran. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar daarnaast moeten jullie de aandacht van het volk vooral richten op wat je hier hebt gehoord.en gezien, dan wordt daardoor het kwalijke gedrag der tempel en de tempel zelf op de beste en doeltreffendste wijze totaal ondermijnd en deze zal dan geheel in het niet verzinken en zo ophouden te zijn wat hij is. En in zijn plaats zullen de nieuwe tempels van Gods geest komen, waaruit een geheel nieuw Jeruzalem in de hemel gebouwd wordt.
Hoofdstuk 162: De wegen van de goddelijke leiding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[31] IK zeg: "Ongetwijfeld, dat is een koning uit Pontus! Zijn rijk is groot en hij heeft zijn volk heel wijs bestuurd door wetten, die wel mild zijn, maar toch uiterst streng gehouden moeten worden. Hij begreep echter dat men, als men een volk geheel gelukkig wil maken, eerst zelf de waarheid en de enig ware God moet kennen. Hij ging op weg en trok zuidwaarts omdat hij had gehoord dat deze kennis alleen in Jeruzalem te ontdekken zou zijn. Op die reis kwam hij aan deze binnenzee en wilde die oversteken om Jeruzalem te bereiken.
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...