Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1060 resultaten - Pagina 37 van 71

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[7] En Abedam omhelsde en liefkoosde Ghemela nog even en zei toen tegen haar: "Zie, Mijn geheel reine geliefde, van alle kanten beginnen ons nu mensen te naderen omdat Ik vanmorgen verlichte boden tot hen gezonden heb; opdat we niet hun naijverige afgunst op zullen wekken en hen geen aanleiding tot geheime ergernis willen geven, omdat ze Mij nog niet kennen zoals jij en alle hier aanwezigen Mij kennen, zet Ik je nu weliswaar zichtbaar weer op de grond, maar onzichtbaar voor vleselijke ogen, dus in de geest en in alle waarheid, blijf jij in de handen van Mijn eeuwige liefde! Amen."
Hoofdstuk 186: Onschuld en schaamte. Terugkeer en ontvangst van de boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[54] Zeg nu zelf maar wat Ik met je moet beginnen!
Hoofdstuk 204: Maria stelt het Kindje vragen over Zijn liefde voor haar. Het verschil tussen de liefde van mensen en die van God. De gelijke­nis van de koning als minnaar. De toepassing van deze gelijkenis op Tullia en het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Het meisje nu weer: 'Laten we nu maar beginnen, dan zul je gauw genoeg zien, of een minister geen gezag over kinderen heeft!'
Hoofdstuk 196: Opnieuw gekibbel tijdens het tweede spelletje. Het eerzuchtige meisje als minister. Hetze tegen het Kindje. Laatste nieuwe worp en herstel van de goddelijke oerorde - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Wat moet Ik toch met jou beginnen? Jij slangenkarakter, jij leeuwenklauw?
Hoofdstuk 194: Cyrenius nu als minister. Het ontevreden meisje. Een muizenwonder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[26] Zou bijvoorbeeld het mi­nisterskuiltje wel bezet zijn ge­weest, dan zouden de drie na hem volgende posities aan hem zijn toegevallen, maar nu die post on­bezet is, nu moet de koning die vier open posten bezetten.! Zo, nu zijn dus alle posities inge­nomen; laten we nu met het eigen­lijke spel beginnen
Hoofdstuk 192: Het leerzame spel van de levenskuiltjes en hun ordening, of: Waarnaar de mensen streven - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[5] Ben je eenmaal een tijdje bij mij, dan zul je alles te weten ko­men; maar dan moet je beginnen met te geloven dat dit Kind groter is dan alle helden en goden van Rome.
Hoofdstuk 106: Eudokia's verlangen het Kindje te begrijpen. Maria maant tot geduld. Het Jezuskind met Eudokia in gesprek - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Want tegen de Wil van Hem, aan Wien alle elementen moeten gehoorzamen, kan een sterfelijk mens in der eeuwigheid toch niets beginnen!
Hoofdstuk 102: Cyrenius dingt naar de hand van Tullia. Zij stelt hem op de proef. Een evangelie over huwelijk en liefde - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Cyrenius schrok van dit be­richt zo verschrikkelijk, dat hij niet wist wat te beginnen.
Hoofdstuk 67: IJlboden brengen een vreselijke boodschap. Bloeddorstige eis van de heidense priesters. Cyrenius in tweestrijd. De goede raad van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Dat lijkt om te beginnen water op onze molen!
Hoofdstuk 54: Angstige vragen van Jozef aan Cyrenius over Maronius Pilla. Geruststellend antwoord van Cyrenius. Aankomst bij het buiten­huis - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Om te beginnen! Herodes is de meest heerszuchtige mens, die ooit door deze aarde werd ge­voed!
Hoofdstuk 50: Verhoor van de stadhouder door Cyrenius. Poging van de stad­houder om de zaak te vergoelijken. Gewetensvraag van Cyre­nius. Maronius' bekentenis - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Maar wat kan ik anders doen? Ik moet mijn zoons wel la­ten inschrijven, want die zijn dienstplichtig. Maar wat moet ik in 's Heren naam met Maria beginnen?
Hoofdstuk 12: Gebod van Augustus om alle inwoners van het land te schatten en te tellen. Nieuwe zorgen, nieuwe troost - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Deze toespraak van Jacob veroorzaakte groot opzien. Ieder­een loofde de Heer, Die zo grote wijsheid had gegeven aan een mens! De zoons namen nu het meel mee naar de keuken om daar te beginnen aan de toebereiding van een stevig middagmaal.
Hoofdstuk 252: Zegen des Heren over Jozefs huis. Verwondering en dankbaarheid van het gezin. Jacob spreekt over het wonder van de tarwekorrel - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[5] Jozef gaf hem ten antwoord: 'Broeder, ik heb het al met een paar leraren geprobeerd, maar die konden beiden niets met Hem beginnen;
Hoofdstuk 296: De tweede nieuwe leraar bij Jozef. Zachtaardige tegemoetko­ming van de leraar. Jezus gaf hem een staaltje van Zijn kennis van het boek Daniël. Positief getuigenis van deze leraar. Jezus geneest nu de andere leraar uit erkentelijkheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[29] Dan ontstaan er onmiddellijk contacten en samenscholin­gen van zulke zielen, die elkaar hun woede kenbaar beginnen te maken. Ze verschansen zich tegen de vijanden, met wie ze in hun droomleven, dat zulke zielen echter voor werkelijkheid houden, op een voor hen weerzinwekkende manier in aanra­king komen en nemen het wraakzuchtige besluit om nog eer­der zichzelf hoe dan ook te doden dan zich ook maar de aller­minste goddelijke ordening te laten welgevallen.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[31] Ik bedoel niet dat de Almachtige mij mijn grote schuld daarom minder aan zou moeten rekenen dan zij in werkelijk­heid is; alleen zou ik graag willen dat er rekening mee wordt gehouden, omdat de wereld werkelijk wereld is, waarmee zelfs met de beste wil niets is te beginnen.
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...