Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6040 resultaten - Pagina 37 van 403

...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...
[16] Kortom, ik zou mijn leven lang wel door kunnen vertellen over wat ik daar in die paar ogenblikken heb gezien, maar dan zou ik de tijd die U, o Heer, voor iets beters bestemd heeft, met onnutte dingen verpraten! Maar nu zou ik van U willen horen of al die talloos vele sterren ook zulke werelden zijn, zoals degene die ik gezien heb!"
Hoofdstuk 136: Engelenmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] JARAH zegt: "Dat kan wel zijn, - maar er zijn op aarde nog een groot aantal mensen die misschien nog in geen duizend jaar iets van Uw woord zullen horen! Waarmee zullen deze dan gedurende die lange tijd zich beschermen tegen het geweld van de wereld? Dat zijn toch net zo goed mensen als wij Joden!"
Hoofdstuk 138: De zelfverloocheningschool in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zeg: "En toch zou geen aards vuur je nog kunnen branden of vernietigen, want je bent zelf al gevuld met het sterkste en machtigste vuur! Ook stenen en water zouden je nooit kwaad kunnen doen, want jouw vastheid van wil binnen Mijn orde is harder dan een diamant en jouw hart is zachter dan alle wateren van de hemelen! Kortom je hebt al een plaats in Mijn hart veroverd, en Ik geef je daarom de vrijheid om de engelen iets te zeggen wat zij moeten uitvoeren, en zij zullen het uitvoeren alsof Ik het Zelf opgedragen zou hebben. Bedenk nu dus een opdracht en geef die aan de engel, die al heel verlangend wacht om van jouw hart een opdracht te krijgen. Wens maar iets, en alles zal ogenblikkelijk ten uitvoer gebracht worden!"
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De geest van elk mens is zo geaard dat hij net als Gods geest de gehele oneindigheid omvat. Als je nu een nog zo ver verwijderde ster of iets anders opneemt in jouw zuivere hart, dat een geestelijk oog is, en tevens het oog van je ziel door het vleselijke oog richt op het door het geestelijke oog beschouwde voorwerp, botst het innerlijke in je geest aanwezige beeld met de uiterlijke overeenkomstige vorm daarvan. Door deze botsing gaat er in de ziel een volmaakt licht schijnen over het beschouwde voorwerp en dit presenteert zich dan zo aan jou, zoals het in wezen is.
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De ENGEL zegt: "Liefste dochter van God! Dat is iets wat slechts een zuivere geest kan begrijpen, omdat die snelheid met tijd en ruimte niets heeft uit te staan. Zelf zijn wij niets, maar wat jij aan ons ziet met je geestelijke ogen is Gods gedachte, Gods idee, Gods woord. Wij zijn dan ook heel zuivere geesten, geen materie kan voor ons de een of andere hindernis vormen.
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] JARAH zegt: "Met hulp van de Heer heb ik het wel begrepen, maar het begon mij wel weer erg te duizelen! Want ik ben daardoor tot de volle overtuiging gekomen, dat een geschapen geest een eeuwigheid nodig heeft om ook maar een van die oneindig grote hoofdmiddenzonnen door en door te leren kennen. Jij hebt daarvan verteld dat hun aantal in de eindeloze eeuwige ruimte naar menselijke begrippen ontelbaar is, en dat elk van hen de draagster of liever de heerseres is van drie ordes middenzonnen met hun aardezonnen, die in eindeloos grote banen om haar heen draaien en waarvan het aantal door geen sterfelijke geest bevat kan worden! Maar als zo'n ontzettend grote hoofdmiddenzon iedere geschapen geest al een eeuwigheid kost om te bezichtigen, hoe lang zal hij dan met al die ontelbare anderen bezig zijn!?
Hoofdstuk 142: Ken Gods werken tot vermeerdering van de liefde.(5/6.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Oh, het zou echt niet slim van mij zijn als ik mij zoiets zou wensen! Ik blijf mooi bij mijn liefde thuis en denk daarbij: 'Zo'n zon is wel iets reusachtig groots en een geweldige getuige van de eindeloze wijsheid en eeuwige macht des Heren, maar zij kan de Heer, haar God en Schepper , niet zien, begrijpen en boven alles liefhebben zoals ik!' -En kijk, dat is naar mijn mening veel meer waard, dan een eindeloos grote zon te zijn in een voor mensen onmeetbare diepte van de eindeloze scheppingsruimte! En wie weet of de Heer mij misschien niet net zo lief heeft als zo'n grote zon!?
Hoofdstuk 142: Ken Gods werken tot vermeerdering van de liefde.(5/6.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar het begint nu te schemeren en wij zullen onze vrienden gaan wekken! Ze moeten echter beslist na elkaar gewekt worden. Jij moet verder aan niemand iets over al het geziene vertellen vóór je een wenk zult krijgen van Mijn en nu ook jouw engel, die Ik zichtbaar, maar anders gekleed, tot aan je volwassenheid bij je zal laten. De andere engelen moeten nu weer onzichtbaar worden -het zij zo!"
Hoofdstuk 142: Ken Gods werken tot vermeerdering van de liefde.(5/6.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De ENGEL zegt: "Lieftallige dochter van God, heb daar geen zorgen over, want ik kan altijd hier en daar en overal zijn zonder dat je iets van mijn afwezigheid zult merken, behalve zo nu en dan een paar ogenblikken. Dat blijft allemaal hetzelfde. Ik zal mij trouwens erg haasten om bij jou terug te komen, want ik houd al meer van jou dan van al mijn ontelbare zonnen, waarvan we er op een goede keer nog verscheidene samen zullen bezoeken. -Maar nu wil de Heer de broeders wakker maken, daarom moeten wij even stil zijn!"
Hoofdstuk 142: Ken Gods werken tot vermeerdering van de liefde.(5/6.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] PETRUS zegt: "Geen woord! Ik weet helemaal niet of ik iets over jou heb gedroomd!"
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De leerlingen gaan nu naar alle kanten van de berg en de verbazing stijgt ten top, en ANDRÉAS zegt: "Tot nu toe hebben wij in de korte tijd van een half jaar zoveel wonderbaarlijks gezien en gehoord, dat men nauwelijks zou geloven dat er nog maar iets mogelijk zou zijn dat als een nog groter wonder aangemerkt zou kunnen worden, en toch staat ons verstand opnieuw stil! onze dromen worden werkelijkheid!
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Wie God niet als een volmaakt mens liefheeft, kan nog minder zijn naaste liefhebben, die een nog heel onvolmaakt mens is! Als er echter geschreven staat dat God de mens geschapen heeft naar Zijn evenbeeld, wat moet God dan anders zijn -als de mens Zijn evenbeeld is -dan ook een mens, maar dan natuurlijk geheel volmaakt!? Of zie Ik er nu anders uit dan een mens omdat jij, Mijn kindje, een paar heel kleine druppeltjes van Mijn heerlijkheid hebt gezien?"
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] EBAHL zegt: "Vriend, hoezeer ik je anders ook waardeer, toch ga je mij door je onophoudelijk getwijfel tegenstaan! Is mijn woord voor jou dan helemaal niets meer waard? Wanneer heb ik ooit iets onwaars tegen je gezegd, zodat je mij niet op mijn woord kunt geloven? Kom hier en probeer het zelf, en twijfel dan verder niet meer!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] De HOOFDMAN voegt daar aan toe: "Ja, ja, jouw vader heeft gelijk! Nu ben je nog maar een kind, en het brandt al in je hartje als in een kalkoven! Het bezit nu weliswaar het hoogste wat het kan verlangen en het kan niet meer naar iets minders snakken. Als echter dit hoogste, ?m je geweten te beproeven, zich uit je hart terug zal trekken, dan zal Je hart gaan hongeren naar liefde! En als het deze spijs lang moet ontberen, dan zal het weldra zijn lange armen naar andere voorwerpen uit gaan strekken om zich te verzadigen! Want hoewel de honger van de maag pijnlijk is, de honger naar liefde is toch nog duizendmaal pijnlijker.
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[25] De HOOFDMAN zegt: "Dat is ook haast niet aan te nemen, omdat je al ver op ons voor ligt, maar je zult gezien jouw grote liefde voor Hem, ook een kleine en kort durende periode van alleen gelaten zijn, als een berg zo zwaar op je voelen drukken! -Maar nu gaan wij naar Hem, want Hij schijnt iets van plan te zijn!"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50  ...