Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 38 van 42

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42
[2] Op de wereld volgen heel veel mensen een verkeerd pad van deugd; hoe zouden jullie daarvan uitgezonderd zijn. Jullie hebben weliswaar veel gedaan, maar niet ter wille van de Heer, doch ter wille van de hemel - en dat is nog lang niet volgens het evangelie! Men moet alles doen en dan pas uitroepen: 'Heer, zie, ik was een luie knecht! O Heer, wees mij, Uw nutteloze knecht genadig en barmhartig!' Als jullie, lieve zusters, zo over elkaar oordelen en elkander niet veroordelen en vervloeken, dan zullen jullie wel genade voor God vinden.
Hoofdstuk 60: Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Ik denk echter, dat de Heer ook meer licht tot ons laat komen omdat jullie allemaal nu een iets beter inzicht hebben verkregen. En omdat onze begrippen over Hem zich hebben verdiept, heeft Hij ook deze woning overeenkomstig vergroot, opdat wij allen een des te toereikender plaats daarin zullen hebben. O, over dergelijke verschijnselen moet men zich hier in het eigenlijke wonderrijk helemaal niet te veel verbazen: hier worden niet eerst de kersen, de pruimen en daarna de kwetsen rijp, maar hier gebeurt alles alleen volgens de rijpheid van ons hart door de almacht, liefde en wijsheid van de Heer!
Hoofdstuk 66: De vergroting van hart en huis - Martinus wordt geroepen door de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Ik weet echter dat jullie allemaal priesters en nonnen waren van de kerk van Rome, die het meest van alle licht verstoken is. Ik weet ook dat enige van jullie zich daar heimelijk nog erg op laten voorstaan. Maar dit zeg ik jullie: Niemand moet er aan denken, wat hij op aarde was en wat hij daar gedaan heeft. Want als iemand er aan denkt wat voor goeds hij heeft gedaan, zal de Heer er ook aan denken, hoeveel kwaad diegene heeft gedaan en zal hem oordelen naar zijn werken. Wie echter door de Heer wordt geoordeeld, wordt veroordeeld tot de dood en niet tot het leven; want het oordeel is de dood van de ziel in de eeuwige knechtschap van haar geest!
Hoofdstuk 68: Borems onderwijzende woorden over de weg naar de zaligheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Zie, God heeft op aarde wel aan ieder mens een bepaalde orde met 'Je zult' getoond en gegeven, maar Hij heeft hem ook al het andere gegeven. Hij weet het beste, hoe Hij de een of de ander naar het bereiken van het enige grote doel voert. Daarom heeft Hij ook het gebod gegeven om niemand te oordelen, zoals ook eens Michaël de grootste engel aller hemelen de satan niet mocht oordelen, toen deze met hem om het lijk van Mozes streed.
Hoofdstuk 74: Martinus' kritiek op de aard van het kwaad - Borems toespraak over de goddelijke ordening van het leven - 'Goed' en 'kwaad' als de beide tegenpolen in God en in de schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] BOREM zegt: 'Spreek, zoals je wilt, meer kan ik je niet zeggen. Maar hoed je voor het oordelen, want dat behoort alleen de Heer toe!'
Hoofdstuk 75: Martinus' verdere gadeslaan van de helse toestand van de dames van het H. Hart van Jezus - Borems desbetreffende toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Doch ENKELE NONNETJES vormen een clubje en fluisteren elkaar toe: 'Wij hadden door enkele wenken van onze zuster, die nu Gella heet, al bijna geloofd dat deze Chinezenvriend, die de draak met zijn aanhang zo krachtig tegemoet kon treden, o de aartsengel Michaël of zelfs Jezus, de Heer Zelf, zou zijn. Maar te oordelen naar hoe hij met de Chinese, die inderdaad veel mooier is dan wij, omgaat en hoe hij haar aan zijn hart drukt en liefkoost, is dat nu wel helemaal uitgesloten en kan het toch onmogelijk Michaël en nog veel minder de Heer Jezus zijn!
Hoofdstuk 123: Het geestelijk ontwaken van de andere Chinezen en de monniken - De jaloerse nonnen en hun vernedering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] ALLEN loven Mij nu en zeggen: 'O vriend, jij bent goed, ja meer dan goed ben je en daarbij zeer wijs en machtig overeenkomstig je wijsheid. Wij hoorden op de wereld wel, dat de grote Lama ook heel goed en wijs moet zijn, als hij Ahriman niet te zien krijgt. Diens aanblik zou hem zo zeer verbitteren, dat hij dan 1000 jaar niets dan toorn zou spuwen over de wereld waarin Ahriman woont. Hij zou dan echter nog 1000 jaar zijn gezicht bedekt houden om zijn aartsvijand maar niet te hoeven zien. Daardoor echter zou hij dan ook de mensen over het hoofd zien en zich een volle tweeduizend jaar niet om hen bekommeren.
Hoofdstuk 92: Het helende bad van de honderd lepralijders - Hun aankleding en hun dankwoord - Over het wezen van Lama - De vraag naar Jezus en het antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Wie alleen maar scheldt, laat daardoor enkel zijn onmacht blijken. Als hij macht zou hebben, zou hij meteen handelen en nooit nutteloze woorden gebruiken, die niets anders zijn dan leeg lawaai. Wie onmachtig is, maar toch wil doen alsof hij macht heeft, die werpt zich op tot een valse rechter en vergrijpt zich daardoor moedwillig en booswillig aan de uitsluitende rechten van God. Hij schendt deze door zijn onmacht, terwijl toch God alleen alle macht en kracht en daarmee ook het uitsluitend recht om te oordelen bezit en ook moet bezitten vanwege de eeuwig noodzakelijke orde.
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Ik raad jullie allemaal aan, om voortaan altijd naar Mij te kijken en daarbij op te letten wat Ik doe, dan zullen jullie voortaan geen ergernis en geen lust tot oordelen meer in jullie hart bespeuren. Mij gaat dit alles het meeste aan en toch ben Ik rustig. Wees daarom des te meer rustig, daar al deze scheldpartijen jullie niet in het minst betreffen!
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Denken jullie wel dat Ik, als de oorzaak van alle bestaan en de orde van alle ordening, een dergelijke wet kan rechtvaardigen? Daarom kom Ik nu om jullie te redden of voor eeuwig te oordelen. Niet voor niets riepen jullie geesten je toe, dat in dit gezelschap de 'Verschrikkelijke' komt; maar dat waren geen goede geesten, doch door de echte Satan misleide! Ik ben niet de Verschrikkelijke, doch slechts zuivere liefde voor de onschuldigen, maar wel een eeuwig gericht voor diegenen, die eenmaal Mijn woorden wet bezitten en daar niet naar handelen!'
Hoofdstuk 154: Over de ware wijsheid en de schijnwijsheid van de zonnewijzen De wet van de bloedschande onder de zonnebewoners, een kunstgreep van Satan! - Over het doel van de komst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Als dat nu echter overeenkomstig de eeuwige waarheid zo is, zou het dan wel wijs zijn, bang te zijn voor Diegene, die tegenover ons de Liefde Zelf is?
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[29] Zoals het echter met de oorlog als een Godsgericht gaat, dat altijd de toch al armsten het meest treft, zo is het ook met alle andere oordelen het geval. Elk treft de armen en noodlijdenden het zwaarst, terwijl de harteloze en gevoelloze rijken en gelukkigen er meestal heelhuids onder vandaan komen.
Hoofdstuk 173: Voortzetting van de toespraak van bisschop Martinus – Verschil van levensomstandigheden op de zon en de aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Ik ben van mening, dat mijn verlangen toch zeker billijk is; spreek daarom overeenkomstig mijn verlangen, dan zullen wij het gemakkelijk eens worden! Maar met een nieuw huis, gebouwd door de Heer, dat dan kleiner moet zijn dan zijn bewoners, en waarvan de binnenkant groter zou zijn dan de buitenkant en zo ook de stad met haar vele huizen, kom mij daar niet weer mee aan. Want zulke tegenstrijdigheden zouden al gauw bij een ieder van onze toehoorders de ergste weerzin opwekken!
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Maar laat deze bede niet onverhoord tot Uw heilige Vaderhart doordringen, namelijk dat U ons vanaf nu met Uw zichtbare tegenwoordigheid niet voor altijd zult verlaten, doch U overeenkomstig Uw welgevallen zo nu en dan aan ons wilt laten zien!
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] MARTINUS zegt: 'Armzalige, zoals ik je nu ten overstaan van al deze goede getuigen en vrienden van de Heer geduldig heb aangehoord, zo verwacht ik van jou, dat jij mij nu geduldig zult aanhoren. Want ik zeg je in Naam van de Heer, dat wij eigenlijk hier zijn om je voor eeuwig te helpen of je voor altijd te oordelen!
Hoofdstuk 192: Martinus' verstandige antwoord aan Satan - Satan antwoordt op Martinus' voorstellen vanuit zijn grootheidswaan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42