Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1654 resultaten - Pagina 38 van 111

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[6] EEN JOOD zei: 'O, dat gebeurt ook nu nog, maar weliswaar op een heel andere manier! In plaats van eerstgeborenen als offer voor God de Heer, neemt de tempel liever geld aan; maar wie geen geld heeft, kan zijn eerstgeborene zonder enig bezwaar zelf houden en dan worden er voor een paar muntstukken een aantal gebeden in Gods huis gepreveld voor het toekomstige welzijn van de desbetreffende, of men neemt, als de ouders van de eerstgeborene als rechtgeaarde gelovigen nog halsstarrig vasthouden aan de oude instelling, de eerstgeborene wel met het voorgeschreven ceremonieel aan, maar geeft hem dan tegen een geringe vergoeding direct in handen van de een of andere vroedvrouw. Als het kind in leven blijft, wordt het vervolgens als huisbediende gewoon aan de een of andere boer verkocht, waar het dan als een dier opgroeit zonder lering en onderwijs, en eisen de ouders het vervolgens na zijn veertiende jaar terug, dan verwonderen zij er zich natuurlijk uitermate over dat hun eerstgeborene zo weinig genade in de tempel heeft gevonden, en dan zitten ze met dat kind pas echt in de moeilijkheden.
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Maar DE GENEZEN MENSEN kwamen snel overeind en zelden dreigend: 'Tien jaar lang bivakkeerden wij, ellendigen, voor de poorten en nog nooit heeft een van jullie ons gevraagd wat ons mankeerde, en nog minder heeft een van jullie ons ooit een aalmoes gegeven, - en willen jullie nu deze echte wondergenezer terechtwijzen omdat hij ons weer onze gezonde en ten dele zelfs ontbrekende ledematen teruggaf?! .
Hoofdstuk 23: De Heer en de Zijnen in Bethlehem. Genezing en verzorging van veel zieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Om van Marcus naar Afrika te komen, zou je over een goed gebaande weg zelfs meer dan twee jaar te voet onderweg zijn om daar te komen waar de engel de lichtende steen gehaald heeft. Hij was op hetzelfde moment dat hij ging weer terug. Kon dan tijd en ruimte toen iets voor hem betekenen?!
Hoofdstuk 28: Tijd en ruimte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Kijk, dit is een tarwekorrel, die op één halm gewoonlijk drie aren, ieder met ruim 30 korrels, produceert! Wel, als je dit koren in goede aarde zaait, zal het je in het volgende oogstjaar beslist al 100 korrels van precies hetzelfde ras en geslacht als loon voor je moeite brengen. Neem je nu deze pas geoogste 100 korrels en zaai je ze weer in goede aarde, dan zul je in het volgende oogstjaar kennelijk allo 000 identieke korrels oogsten. En na weer een jaar zul je al 100 maal 10 000, dus 1000 maal 1000 korrels oogsten, hetgeen al een behoorlijke hoeveelheid van dit graan is.
Hoofdstuk 32: Het geestelijke in het natuurlijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Om al deze korrels weer voor een volgend jaar in de aarde te zaaien, zul je al een aanzienlijk stuk land nodig hebben. Als oogst zul je dan zeker wel honderdmaal meer korrels krijgen dan je het vorige jaar geoogst hebt. Maar om verder voor een volgend jaar de totale hoeveelheid korrels weer goed uit te kunnen zaaien, zul je ten eerste al een honderdmaal grotere akker nodig hebben en vervolgens daarvan reeds ruim tien miljard identieke korrels oogsten; en als je dat zo nog tien jaar lang blijft doen, dan zul Je daardoor al zo'n ontzaglijke hoeveelheid korrels krijgen dat je om die te kunnen uitzaaien bijna een akker ter grootte van de halve aarde nodig zou hebben.
Hoofdstuk 32: Het geestelijke in het natuurlijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Toen bogen de magiërs, en de ene MAGIËR zei: 'Meester, dit is onze oudste en wijste, zijn naam is HAHASVAR (hoeder van de sterren) *), hij zal voor ons spreken! Hij is de driemaal dertig jaar reeds gepasseerd. Ik zelf ben pas tachtig en deze naast mij telt zeventig volle jaren, en in de sterren staat geschreven dat ieder van ons vanaf nu nog dertig jaar moet leven. Mijn naam is MEILIZECHIORI (Heeft inzicht of kennis om de tijd te meten)*, (*Later resp. Caspar, Melchior en Balthazar) en de naam van mijn buurman is OU LI TESAR (bezweerder of bedwinger van de wil). De vierde van ons is nog jong en heeft nog geen speciale naam omdat hij nog leerling is. Moge nu onze oudste spreken! ,
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Deze verder tot in het oneindige doorgaande, zich steeds in dezelfde verhouding vermenigvuldigende hoeveelheid korrels kun je zelf verder nog tot honderd, duizend en nog meer jaar uitbreiden, en dan zal een berekening je leren, dat na slechts enige honderden jaren een totaal van duizendmaal duizend werelden nog veel te weinig zou zijn om als akker te dienen voor het ontzaglijk grote aantal tarwekorrels. En kijk, die vermeerdering kan tot in het oneindige voortgezet worden! Zou dat echter mogelijk zijn als in deze ene korrel, en op gelijke wijze ook in alle andere korrels, niet reeds dit eindeloze aantal, door het daarin aanwezige goddelijk-geestelijke, buitentijdse en buitenruimtelijke, voorhanden was?! Zeker niet!
Hoofdstuk 32: Het geestelijke in het natuurlijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Toen begon dus DE OUDSTE en zei: 'Wij drieën zijn al eens dertig jaar geleden hier geweest en maakten een lange reis van het verre morgenland hier naartoe, want wij zijn door een bijzondere ster daartoe opgeroepen en in de taal der sterren stond geschreven:'In het verre westen is bij het ontaarde volk van God een nieuwe koning geboren. Zijn lichamelijke moeder is een maagd die nooit door een man werd aangeraakt; want het kind in haar schoot is verwekt door de grote kracht van God, en zijn naam zal groot zijn onder alle volkeren der aarde, en hij zal een rijk vestigen en daarin als almachtig koning eeuwig heersen. En allen die in zijn rijk zullen leven zal het goed gaan; want over hen zal de dood geen macht meer hebben!'
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wij hoorden van oude mensen dat de oude, wrede vorst Herodes te Bethlehem vanwege die pasgeboren koning een kindermoord gelast had, waarbij alle jongens van 1 tot 2 jaar met het zwaard zijn omgebracht; maar de ouders moeten met hun wonderkind toch nog juist op tijd naar Egypte gevlucht zijn en zo de wreedheid van de krankzinnige vorst ontlopen zijn. Wij zochten nu een aantal jaren in Egypte naar datzelfde kind en die koning en konden niet het geringste ontdekken.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Dat is allemaal heel mooi en prijzenswaardig van u, maar men vertelde toch dat de drie wijzen die het in Bethlehem geboren wonderkind bezocht hebben, later -al ongeveer vijftien jaar geleden - gestorven zijn. Hoe komt het dan dat u nog leeft en nog overal in de wereld actief bent?'
Hoofdstuk 38: De bekwaamheid en de daden van de drie wijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] En HIJ zei: 'Heer, al zeven jaar! Toen de pijnen nog niet zo hevig waren, verdroeg ik ze echter geduldig; maar nu worden ze ondraaglijk en daarom liet ik mij naar u toebrengen.'
Hoofdstuk 40: De invloed van de lichtgeesten Aan de zee van Galilea (Ev. Joh. hfdst.6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: ' Zo is het goed en juist, en zo blijve het ook! Maar omdat wij nog hier in deze openbare school in Kapérnaum zijn, kan Ik het niet nalaten jullie nog iets te onthullen. Jullie weten dat Ik vorig jaar in deze streek uit vele leerlingen jullie twaalf heb verkozen, -en zie, toch bevindt er zich onder jullie een duivel!' (Joh.6,70)
Hoofdstuk 46: Een beproeving voor de leerlingen van de Heer (Ev.Joh. 6,65-70) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] 'Nee', zei DE WAARD, 'zo'n vangst op dit tijdstip is ongehoord! O Meester, als U met nog tien keer zoveel leerlingen nog volle tien jaar in mijn huis zou wonen en eten, dan zou ik U daarmee de winst, die U mij vandaag door deze visvangst bezorgd hebt, niet kunnen vergoeden! Zie eens, mijn grote goed gebouwde huis met de vele, doelmatige bedrijfsgebouwen en alles wat daarin is -en ook met alle akkers, weiden, bossen, gemeenteweiden en wijngaarden -, is lang niet zoveel waard als deze haast ontelbaar vele, grote edelvissen, die anders maar zelden 's winters zo hier en daar gevangen worden. Als men er in het gunstigste geval tien vangen kan, is men zonder meer al een rijk man; want vissen van dit soort worden voor honderd zilverstukken per stuk door de Romeinen en Grieken vlot opgekocht, ingezouten en aan de hoven der koningen zeker voor driehonderd zilverstukken verkocht. Als U het goedvindt, o Meester, dan stuur ik mijn knechten er met een paar naar de stad naar de Romeinen en de Grieken, en dan kunt u zich ervan overtuigen met hoeveel geld zij al heel gauw terug zullen komen! ,
Hoofdstuk 50: De rijke visvangst. De heerlijk smakende edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Zei Ik niet tegen de zieke in Jeruzalem, die meer dan acht en dertig jaar bij het bad van Bethesda wachtte om genezen te worden, toen Ik hem genezen had: ' Ga heen en zondig niet weer, opdat u niet nog wat ergers overkome!'?! Zijn erge jicht was derhalve ook een gevolg van zijn vele zonden van vroeger. En zo is het vrijwel bij de meeste door Mij genezen mensen eveneens het geval geweest. Als zij door hun vele zonden niet ziek geworden zouden zijn, dan zouden hun zielen ook verloren geweest zijn. Maar een heel zware en bittere ziekte heeft hen nuchter gemaakt en getoond hoe de wereld haar aanhangers beloont. Zij verloren door de ziekte hun liefde voor de wereld en verlangden er vurig naar om er gauw van verlost te worden. Daardoor werd hun ziel vrijer, en op het juiste moment kwam voor hen dan ook de genezing van hun lichaam.
Hoofdstuk 56: De voornaamste oorzaken van de ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Onze Heer en Meester verricht daden waarvan Salomo nooit heeft kunnen dromen, en Zijn wijsheid en respectievelijk totale alwetendheid verhoudt zich tot de wijsheid van Salomo als de oneindigheid tot het kleinste puntje daarin; omdat zij echter niet bijna duizend jaar oud is en hier door jullie met oren en ogen kan waargenomen worden, en werkzaam is en verlicht, is zij voor jullie een dwaasheid. Denk daar zelf eens goed over na en zeg me dan of dat van mannen met enig verstand, wijs is!
Hoofdstuk 58: Petrus en de rijke inwoner van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...