Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15547 resultaten - Pagina 38 van 1037

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[14] Maar als de satan zijn draak omkleedt met het lichtende gewaad van een engel, dan is hij voor de mens, die van nature geneigd is naar het zinnelijke, het gevaarlijkst, net als wanneer een verscheurende wolf in schaapsvel tussen de schapen komt! Maar komt de wolf als wolf naar de schapen, dan vluchten zij naar alle richtingen en brengen de brenger des doods in verwarring, zodat hij blijft staan en erover nadenkt welk schaap hij zal achtervolgen, waardoor hij tenslotte zonder buit moet teruggaan; komt hij echter in schaapsvacht, dan vluchten de schapen niet, maar verheugen zich zelfs over het nieuwe tot hen gekomen schaap, dat een wolf is, die de hele kudde verscheurt zonder dat er ook maar één schaap voor hem op de vlucht slaat.
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Maar nu praten we er niet meer over! Het wordt al avond, -en het wordt koud op deze hoogte, laten wij daarom naar binnen gaan! Zo zij het!'
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na deze gesprekken gaan wij allen in de grote woonhut, en velen, vooral de vrouwen en maagden, gaan dicht bij het vuur zitten en warmen zich. Maar enige Joden, die ook best een beetje warmte van de vlammen hadden willen hebben, ergerden zich inwendig over de vrouwen, omdat die bijna alle warmte van de vlammen tegenhielden. En er kwamen enige leerlingen naar Mij toe, zeiden dat tegen Mij, beklaagden zich bij Mij daarover en morden. Ik verweet hen echter zachtmoedig deze onhebbelijkheid.
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Maar Ik zei: 'Doe wat je wilt; Ik heb je niet aan die drie mannen vastgebonden! Ga naar buiten, daar zul je het direkt koel genoeg hebben!'
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] En de oude ging naar buiten, maar kwam hals over kop onder luid hulpgeroep weer de hut in en riep: 'Redde, wie zich redden kan! De hele berg staat in vuur en vlam, en het komt steeds dichter bij de hut! Om Jehova's wil, we zijn allen ten dode opgeschreven!'
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] 'Graag', zeg Ik, 'want Ik mag je bijzonder graag!' En Ik stond op en ging naar buiten, en alle leerlingen volgden Mij.
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De oude vergaf het hen ook dadelijk van gans er harte. Maar de drie engelen kwamen toen naar de vrouwen toe en zeiden: 'Luister naar ons, vrouwen! Deze oude is een nakomeling van Tobias, die blind was, en die we met de gal van een vis weer ziende hebben gemaakt, en alle nakomelingen van deze oude Tobias, die doodgraver was, hebben als ze oud zijn om een bepaalde reden, die alleen God en wij maar kennen, zwakke ogen. Wij zeggen u echter, dat het een grote zonde is en op een lichtvaardig hart wijst, als men om een blinde lacht, in plaats van hem de hand reikt en hem over voetpaden en oneffen wegen leidt. Als jullie niet geweten zouden hebben, dat de oude, die ook Tobias heet, voor meer dan de helft blind is, dan zou je niet gezondigd hebben; maar omdat je wel wist, dat de oude slechts voor de helft ziet, en toch gelachen hebt, zondigden jullie en verdien je een grote straf; maar omdat hij het je na jullie verontschuldiging vergeven heeft, willen wij het je ook vergeven.
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Lach in de toekomst daarom niet meer en kijk niet naar grappenmakers en komedianten, die zich ervoor laten betalen om jullie klaar te maken voor de hel. Houdt je hart steeds nuchter, opdat je Gods welgevallen en daarmee de echte eer deelachtig wordt!'
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Maar de oude had gehoord wat de drie engelen tegen de vrouwen zeiden; daarom ging hij naar hen toe en zei: 'Ik heb zojuist gehoord, dat u de naam van mijn stamvader hebt genoemd en u liet toen merken dat mijn naam u niet onbekend is; door Gods genade gaf u het dode oog van de oude Tobias weer licht en leven.
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De engelen antwoorden: 'Zie je Hem dan niet, die daar voor je met Kisjonah naar het hoogopvlammende vuur kijkt en luistert naar de zangen en psalmen van de herders? Niet wij, maar Hij heeft de oude Tobias het licht van zijn ogen weergegeven! Ga naar Hem; Hij is de Heer en kan doen wat Hij wil; Hij alleen kan je het licht van je ogen weergeven! Uit ons zelf zijn wij tot net zo weinig in staat als wat jij uit jezelf kunt. Wij zijn slechts Zijn dienaren en wachten op Zijn bevelen.'
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Na deze woorden van de drie engelen gaat de oude naar Mij toe en vraagt Mij om het licht van zijn ogen. - Dan zeg Ik: 'Je was toch altijd zo'n onverzettelijke Farizeeër en een verheerlijker van de tempel in Jeruzalem en je hield Mij toch voor een Esseen, een magiër en nog meer van dat fraais; hoe kom je dan nu aan dat geloof!'
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Een van hen, zogezegd een voornaam man, heette Rhiba. Toen het lang duurde zonder dat er een besluit werd genomen, nam hij het woord en zei: 'Broeders, jullie praten nu zeker al een uur of twee en je bent nog geen stap verder gekomen om een besluit te nemen. Jullie kennen mij wel en je weet allang, dat ik in zulke kritieke omstandigheden meestal de spijker op de kop sla, en nu denk ik, nadat ik alles wat werd gesproken en gedaan heel kritisch heb aangehoord en bezien, dat ik hier de spijker ook wel kan raken. Luister daarom naar mij !
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar ik met mijn onopvallende scherpzinnigheid zag toch dingen gebeuren waardoor mij de schellen van de ogen vielen, en waardoor ik nu heel goed en precies weet waar ik aan toe ben. Hebben jullie die mannen niet gezien, die als engelen op de bergtop naar ons toekwamen?' - Iedereen knikt instemmend. -Weten jullie ook, wie het zijn en waar ze vandaan zijn gekomen?' -Men schudt ontkennend het hoofd. -'Ik zal dat jullie eens uit de doeken doen! Kijk en luister:
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Enige weken voor de bevalling zond hij in het geheim boden naar Perzië en liet drie wijzen uitnodigen, die hij in zijn jeugd had leren kennen. Deze kwamen naar Nazareth; en omdat in diezelfde tijd Keizer Augustus voor heel Judéa de volkstelling in Bethlehem had uitgevaardigd, waren Jozef en Maria met de kinderen naar Bethlehem opgetrokken om zich daar te laten inschrijven.
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De in Nazareth gearriveerde drie wijzen met hun grote en schitterende schaar bedienden wisten toen niet waar ze naar toe moesten, gingen op naar Jeruzalem en deden daar ongelukkigerwijs bij de oude Herodes navraag naar de pasgeboren koning van Israël en goten daarmee. olie op het vuur! Herodes kon hen natuurlijk niets anders zeggen dan in de eerste plaats, dat hem dat totaalonbekend was, en in de tweed~ plaats dat als er iets van waar was, deze familie zich dan net als vele duizenden anderen in verband met de door de keizer verordende volkstelling, zeker in Bethlehem zou bevinden. Daarop haastten de drie wijzen zich meteen naar Bethlehem en vonden daar wat ze zochten.
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...