Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

839 resultaten - Pagina 38 van 56

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[6] Maar de Heer opende weer Zijn allerheiligste mond en zei tegen het volk: 'O kindertjes, waarom willen jullie Mij, je Vader, niet liever aan Mijn grote liefde tot jullie herkennen dan aan Mijn licht? - Is de liefde dan niet meer dan het licht?
Hoofdstuk 80: De verheerlijking van de Heer voor het volk, dat vol eerbied terugschrikt. De vaderlijke woorden van de Heer aan het volk, dat Hem herkend heeft. De Heer verdwijnt voor hun ogen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar ik meen dat het voor Muthaël toch veel beter is niet vooruit te lopen op dingen die van de Heer zijn, want de Heer beproeft diegene geweldig aan wie Hij veel wil geven. Daarom ook moet Muthaël zijn machtige liefde liever helemaal aan de Heer opofferen en behalve Hem niets willen bezitten en op deze wijze liever in alle zelfverloochening zijn geest in God de volste vrijheid verschaffen, en de Heer zal hem dan het beloofde zeker geven wanneer het voor Muthaël de beste tijd zal zijn! - Denk je, vader, op dit punt niet net zo als ik?'
Hoofdstuk 91: Adam vertelt hoe Muthaël om de hand van Purista vroeg. Henochs goede antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar als wij onze zwakheden liever verborgen dan blootgelegd in ons willen dragen, dan benadelen wij immers alleen maar onszelf en dan is het onze eigen schuld als wij tenslotte door die zwakheden te gronde gaan!
Hoofdstuk 110: Lamechs kalmerende woorden tot Adam. Over de macht van de gewoonheid en over de zegen van de geestelijke uitbranders. Het doel van onze zwakheden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Deze woorden van Lamech vonden in de gegeven omstandigheden veel bijval, en er waren er werkelijk nog maar zeer weinig die de toenmalige orde nog trouw waren gebleven; degenen die echter nog de orde trouw bleven, wensten niets liever dan maar zo spoedig mogelijk van de totaal verkeerde wereld te worden weggenomen.
Hoofdstuk 119: De beëindiging van de voortplanting op de hoogte en de waarschuwing van de Heer aan Lamech. Lamechs verwijtend antwoord aan de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Het zou mij liever zijn dat U Uw adem over mij doet gaan en ik dan voor eeuwig niet meer zou bestaan, dan dat ik een geruime tijd op de vervloekte aarde moet leven en zwaar moet werken om dan tenslotte door U gedood te worden!
Hoofdstuk 119: De beëindiging van de voortplanting op de hoogte en de waarschuwing van de Heer aan Lamech. Lamechs verwijtend antwoord aan de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] 'Luister naar mij, broeders! Wanneer het jullie er om te doen is ons te vernietigen, grijp dan de wapens en dood ons, en bemachtig dan liever in één keer alle schatten van deze steden; maar het is te godvergeten gehandeld, als jullie ons langzaam folterend denken te doden!'
Hoofdstuk 136: De raad van duizend dringt de koning een grondwet op. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Maar houden wij deze heerlijke voordracht, dan ben ik waarlijk liever geen ooggetuige van de buitengewoon vruchtbare regen van stenen die door de zeer behendige handen van het volk over onze majesteit uitgegoten zal worden!
Hoofdstuk 152: De raad van duizend vergadert. Een van hen spreekt verstandige woorden en stelt voor om te emigreren. Onenigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Ik meen daarom dat ook wij liever het zekere voor het onzekere moeten nemen en het slimme voorbeeld van onze broeders volgen in plaats van hier de toch wel bedenkelijke afloop van onze hachelijke goede plannen af te wachten! Het is zonder twijfel beter als heer weg te trekken dan tenslotte als een verachtelijke volksbedrieger weggejaagd te worden!'
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Ik wil echter volkomen ernstig weer geheel tot God terugkeren; daarom zal ik niet vluchten! Liever wens ik hier ter plaatse door de vlammen van Gods toorn te worden verteerd dan ook maar één stap te vluchten voor God, de Almachtige, die mij overal kan grijpen en richten! -
Hoofdstuk 156: De goede woorden en de offervaardigheid van een van de honderd raadsheren. De opening van de tempels. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Neem daarom nu het nog kan je te grote ernst liever enigszins terug,- anders kon het wel eens gebeuren dat de Heer jouw vaste wil aan de tand zou willen voelen!'
Hoofdstuk 159: De vurige wolk op de koepel van de tempel. Ohlads waardige woorden. De bespreking van de tien boden met Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Ik heb echter gedurende veertig jaar als medeheersend raadsheer zodanig genoeg gekregen van het meer zijn ten opzichte van de andere broeders, dat ik nu ondenkbaar veel liever de allerminste zou willen zijn dan ook maar enigszins in hoger aanzien te staan en meer macht te hebben.
Hoofdstuk 162: Ohlads juiste deemoed. Een evangelie over de juiste deemoed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] O Heer, vrijwaar mij, de meest onwaardige ten opzichte van U, van deze waardigheid! Laat mij voortaan liever in de gewone burgerstand terugtreden, want ik heb wel op een hoogst onwettige wijze ongeveer veertig jaar het heerzijn genoten en heb mij er tot nu geheel van overtuigd hoe moeilijk het is als heerser voor het volk een broeder te blijven, - en hoe moeilijk het is om je aan de verering van het volk, die alleen U, o Heer, toekomt, te onttrekken.
Hoofdstuk 165: Ohlads terechte vragen aan de Heer en het antwoord van de heilige Vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Maar hun heerlijke woorden waren bij ons allen, en vooral bij mij, aan dovemansoren gericht; wij lieten beide mannen, die voor ons allerbelangrijkst waren, liever bij ons vandaan gaan dan dat wij hun zachtaardige goddelijke woorden aannamen!
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Ik zou liever duizend jaar lang aas in Mijn mond houden dan zo'n liefhebster van galante gezelschappen ook maar een seconde lang van ver te moeten aanzien!
Hoofdstuk 181: Ohlad bij het altaar voor de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Zeg eens, zou je dat liever hebben dan dat jullie mannen erop uittrekken en de wil van de Heer met volle inzet vervullen en de Heer hier voor jullie zorgt?'
Hoofdstuk 187: De zegening van de achtennegentig boden. Het weeklagen van de vrouwen en de geruststellende woorden van een van de tien boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...