Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1849 resultaten - Pagina 38 van 124

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[12] DE PRIESTER zei: 'Ja, verheven Heer en Meester, precies zo was het! Ik dank U uit het diepst van mijn hart voor deze opheldering, we zaten gisteren niet weinig in angst, en dachten: Nou, als dat zo doorgaat, beleven we binnenkort nog de oude godenoorlog. Daaraan hebben we in feite wel nooit geloofd, maar we veronderstelden wel dat er in de oertijd op deze aarde heel grote, aardse, elementaire omwentelingen voorgekomen kunnen zijn, waarvan het bestaan en het gebeuren door de eenvoudige natuurmensen uit die tijd in allerlei beelden en wonderlijke sagen voor hun nakomelingen zijn vastgelegd. Maar gisteren begonnen wij al bijna aan de werkelijkheid van die fabels te geloven, en des te gemakkelijker omdat wij gisteren gezien en gehoord hebben waartoe een goddelijke macht, ook al woont die slechts in een mens, allemaal in staat is. Wij zagen U en Uw leerlingen al brandende bergen en reusachtig grote eiken met verschrikkelijke kracht omhoog slingeren. Maar nu zijn die domme gedachten wel helemaal verdwenen, en ik als spreker verheug mij er nu bijzonder op dat U, o Heer en Meester, onze oerdomme vrouwen tot de orde zult roepen!'
Hoofdstuk 102: De listige vrouwen van de heidense priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Jullie hebben door wat je hier gedaan hebt, je niet bezondigd aan de oude goden, die nooit en nergens -behalve in de fantasie van de domme mensen -bestaan hebben, maar enkel en alleen aan de grote, almachtige Godmens, die in Zijn grote liefde voor alle mensen speciaal ook naar ons is gekomen om ons uit onze lange, voortdurende, grote dwaling te bevrijden en het enige ware levenslicht te laten zien en te geven. Door Hem en in Hem werkt de ware, eeuwig ondoorgrondelijk wijze en almachtige God. Dat is een waarheid die door niemand, al was die ook maar vanuit de verte getuige van Zijn daden, meer ontkend kan worden. En ook al heeft iemand Zijn daden, die alleen een God mogelijk kunnen zijn, zelfniet gezien, maar alleen Zijn leer getrouwen onvervalst van een ander gehoord, dan zal hij daaruit toch snel en moeiteloos gewaar worden dat die leer nooit van een mens, maar alleen van de enige en eeuwige God afkomstig kan zijn; want alleen een goddelijke mond kan woorden spreken die als levende vlammen in het hart van de mensen dringen en daarin een bewustzijn teweegbrengen waarvan eerder nooit enig mens een vermoeden heeft kunnen hebben. Ga dus daarom zelf in alle deemoed en liefde naar Hem toe, vraag het Hem, en Hij zal jullie niet onverhoord weg laten gaan!'
Hoofdstuk 103: Het goede getuigenis van de priestervrouwen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Iedere berg, iedere vlakte met zijn vele vruchten, iedere rivier, alle verschillende, op allerlei wijze versierde grassen, planten, struiken en bomen getooid in al hun schoonheid, en alle dieren geven hem immers toch stof genoeg om over hun ontstaan en bestaan na te gaan denken.
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wel, de zielen van deze mensen bestaan uit de substantie van de maanwereld en voelen zodoende, vooral tijdens hun droomleven, een bijzondere drang naar waar zij vandaan gekomen zijn, wat het sterkst tot uiting komt bij het licht van de volle maan, omdat er door het maanlicht een groter aantal substantiële, specifieke zieledeeltjes op de aarde neerdalen en de genoemde mensen, die maanzielen hebben, prikkelen en aantrekken.
Hoofdstuk 120: De Heer geeft uitleg over de maanwereld en over maanzucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Dat kunnen jullie zeker doen; maar als jullie dat toch willen, schrijf het dan in meerdere exemplaren, opdat het meer algemeen wordt, en het ene en eerst geschreven boek -vooral bij de zeer bijgelovige heidenen niet een soort magische werking krijgt, waardoor de waarde van de inhoud misvormd zou worden en de mensen letterlijk vrees voor de heiligheid van zo'n boek zouden krijgen, het van louter eerbied niet meer zouden durven lezen, en tenslotte zelfs zover zouden komen, te geloven dat enkel de verering van zo'n relikwie de mensen al de hemel op zou leveren! Als er echter verscheidene gelijke boeken bestaan, is zo'n verbastering niet zo gemakkelijk meer mogelijk.
Hoofdstuk 124: Over de ontwikkeling van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Waarlijk, grote Heer en van God vervulde Meester, onze Griekse wijze, de bekende man in de ton* (*Diogenes) heeft tot op heden de volle waarheid over dit mensenleven van ons nog het dichtst benaderd, doordat hij heel duidelijk met veel voorbeelden het niet bestaan van de mens voor de geboorte en na de dood heeft beschreven, en wij waren het allen tot op heden onder elkaar volledig met hem eens, hoewel wij bij ons zelf vaak dachten aan Plato, Socrates en zelfs aan de oude Egyptische wijze Mozes, wiens geschriften wij ten dele ook te lezen kregen toen wij nog in Sidon waren. Ja, wij lazen zelfs de geschriften van de Indiërs, de Birmanen en de Meden en Perzen; maar -alles tevergeefs! Onze leraar in Sidon, een in alle geschriften door en door doorkneed man, bewees ons namelijk heel afdoend met woorden en voorbeelden van andere volkeren, dat de ziel van de mens na de dood van zijn lichaam zelfstandig, onverwoestbaar verder leeft in een betere, maar soms ook slechtere wereld, en hij bezwoer ons bij alles wat hem heilig was dat hij, als hij eerder dan wij zou sterven, als geest bij ons zou komen en ons daardoor dan het grootste en zekerste bewijs van de waarheid van zijn leer zou geven.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Wel, hij stierf; maar het beloofde bewijs is hij ons tot op heden nog schuldig gebleven. Ja, we hebben heel vaak over hem gedroomd, en dan vroegen we hem wanneer hij zou komen om zijn belofte in te lossen. En hij bezwoer net zo levendig als tijdens zijn leven:'Ik kan niet anders dan alleen maar zo bij jullie komen!' Maar dan werden we wakker en dan beseften wij dat alleen onze steeds wakkere, levendige fantasie ons in de droom zijn sprekende beeld had laten zien, dat werkelijk niets anders was dan een in ons levende gedachte aan hem! Want dromen zijn immers niets anders dan zichtbare gedachten van de hersenen, die een vluchtig bestaan leiden zolang de oogleden van de mens gesloten zijn; maar wanneer de mens eenmaal volledig dood is en zijn hart niet meer klopt, houden ook zijn gedachten en dromen voor altijd op.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Van God vervulde Meester, als de ziel van de mens aan gene zijde voortleeft -op grond waarvan toch het best al het zedelijke streven van de mensen op deze aarde te ordenen zou zijn -, waarom gebeurt er dan van de kant van een eventuele geestenwereld eigenlijk helemaal niets dat invloed heeft op ons nog sterfelijke mensen?! Geen mens kan er toch iets aan doen dat hij in deze wereld geboren is; maar als hij er al als verstandig wezen is en moet zijn, zou toch die hoogste, wijze macht, die hem tegen zijn wil in het leven heeft geroepen, er voldoende zorg voor moeten dragen dat hij vanuit een werkelijk ergens bestaande geestenwereld informatie zou krijgen over de reden van zijn bestaan en wat hij te verwachten heeft.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Kijk, van God vervulde Meester, wij zijn slechts vrouwen; maar, omdat wij altijd veel geleerd hebben, is ons verstand behoorlijk ontwikkeld, en Iedere wijze zou aan ons een harde noot te kraken hebben! Wij zijn goed en hebben respect voor ieder mens, want wij beklagen iedereen van harte omdat hij zich net zoals wij, ook in deze wereld bevindt om afgeslacht te ~orden en ellendig voer te zijn voor de vraatzuchtige en onverzadigbare tijd. Maar het is niet goed dat een hogere, eeuwige, alom heersende goddelijke macht zich niet meer bekommert om de mensen en alle schepselen van deze aarde dan wij mensen om het vuil dat wij als kinderen achterlieten. Maar wat kunnen wij zwakke mensen doen?! Gods macht werkt boven de sterren in het eindeloos grote, en bekommert zich niet om de huilende en klagende wormen van deze wereld! Daarom moeten de arme mensen zich zolang zelf troosten en sterken tot de dood hen van de aarde verdelgt; dan komt de rust in het eeuwige niet-bestaan, dat eeuwig en altijd het uiteindelijke en grootste geluk voor de arme mens is.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Want wij kennen geen god -behalve de god, die uit onze fantasie voortkwam. Wij kennen wel iets, namelijk dat er in de grote natuur geheime krachten zijn waaraan onder vele, verschillende, toevallig optredende omstandigheden ook de mens zijn treurige bestaan dankt, maar deze krachten zijn net zo min bepaalde intelligente en van zichzelf bewuste godheden, als dat het water een godheid zou zijn omdat het door zijn volkomen stomme, blinde zwaartekracht steeds naar beneden stroomt, wat aloude ervaring geleerd heeft omdat men nog nooit een beek tegen een berg naar boven heeft zien stromen en kabbelen. Daarom zijn duizend goden en het grootste bijgeloof onnoemelijk veel heilzamer en nuttiger voor een mens dan welke zuivere waarheid dan ook. Wel, wat geeft het wat voor geloof een mens van de wieg tot het graf heeft gehad, als dat geloof hem maar een duidelijke verzekering gaf voor een dragelijk en voortdurend leven van de ziel na de lichamelijke dood?
Hoofdstuk 108: De atheïstische toespraak van de welbespraakte vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Want luister: Wat heeft de mens aan alle schatten van deze aarde, als hij die toch al gauw voor altijd en eeuwig moet loslaten? Is het dan in dat geval voor de mens niet onnoemelijk wijzer om zich schatten te verzamelen die voor eeuwig bestaan en de menselijke ziel voor eeuwig verzekeren van het zaligste en gelukkigste leven, en wel zo, dat de mens reeds in dit aardse leven tot de duidelijke, onbetwistbare overtuiging komt dat voor hem het ware, volmaakte, vrije leven pas na de dood van zijn lichaam volledig en waar begint?'
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Deze man, die er heel onopvallend uitzag, vroeg ik toen zo in vertrouwen wat zijn mening over de goden was. Toen zei hij: 'Op de manier waarop ze nu door jullie bekeken en vereerd worden, zie ik er helemaal niets in, want zij bestaan nergens, noch in de natuur en nog minder in het een of andere rijk van zielen en geesten. Hun beelden zijn slechts mensenwerk, en de menselijke fantasie gaf er vorm aan. In de oudheid waren het alleen maar overeenkomstige voorstellingen van de bijzondere, uit de werking der natuurkrachten bekende, eigenschappen van de ene, eeuwig ware God, die de huidige mensen echter nu niet meer kennen.
Hoofdstuk 134: Het verhaal van de hoofdman over de wijze Illyriër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Op deze middag bezocht Ik met de overste, de hoofdman en hun familieleden enkele arme joden, die in deze omgeving met van alles handel dreven en sjacherden, maar weinig verdienden, omdat de slimme Grieken hen overal vóór waren. De overste en de hoofdman gaven hun wat; maar Ik raadde hen aan naar huis te gaan en daar hun handen te gebruiken en met werk dat zij aankonden hun dagelijks brood te verdienen. Want in welk land iemand met weinig talenten geboren is, moet hij blijven en voor zichzelf en de zijnen voor een redelijk bestaan zorgen. Alleen mensen met vele, grote talenten behoren net als de zon de hele aarde toe, omdat hun geestelijk licht de levensweg van alle andere mensen moet verlichten.
Hoofdstuk 139: De sjacherjoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Dat is tot op heden zo onze opvatting over het bestaan en over de bestemming van de mens, die door de ervaring van alle volkeren der aarde goed gefundeerd is en tot op heden de enig ware is. Dat er buiten deze enig ware levensbeschouwing bij alle volkeren nog een aantal prachtige fantasieën bestaat over een eeuwige levensbestemming van de mensenzielen na de lichamelijke dood, weten we heel goed; maar wat staat voor hun waarheid in? Soms de beelden uit de dromen van de mensen, of de fantomen van een koortsig verhitte fantasie? O, dat zijn allemaal slechts producten van de verschillende levensstadia van de mens, zolang zijn hart klopt! Als dat niet meer klopt, zijn ook de dromen en koortsverhitte fantomen opgehouden, en hiermee het bestaan van de mens en zijn verwachtingen die vaak zo mooi zijn! -Ik heb nu gesproken, neemt u nu het woord, meester uit het rijk der goden, en geef ons iets beters!'
Hoofdstuk 108: De atheïstische toespraak van de welbespraakte vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] De priesters hadden hun namelijk op de man af verteld, dat Ik wat Mijn geestelijke deel God Zelfben, de Enige en Enkele, en dat Ik een uiterlijk lichaam heb om Mij voor de mensen zichtbaarder en toegankelijker te maken. Zij zeiden dat Mijn lichaam weliswaar net als het lichaam van ieder mens begrensd is -, maar dat Mijn geest alles doordringt, dichtbij en veraf, en daarom slechts hoeft te willen om dichtbij en veraf te laten gebeuren wat Ik maar wil. Als ik iets wil, is het er al en blijft het bestaan zolang Ik het wil laten bestaan. Als Ik het echter niet meer verder wil laten bestaan, bestaat het ook niet meer, en wel alsof het er nooit geweest is. Ook weet Mijn innerlijke, goddelijke geest alles, hoe verborgen ook; ja, Ik ken volgens hen zelfs de allergeheimste gedachten van alle mensen op de hele aarde en weet ook alles wat er waar dan ook nog zo verborgen gebeurt.
Hoofdstuk 119: De eerbied van de priestervrouwen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...