Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6179 resultaten - Pagina 38 van 412

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[7] Maar wat hij ontvangt krijgt hij niet om het op te hopen, maar om het verstandig en wijs te gebruiken voor het bestwil van zichzelf en anderen. Je zult veel echte armen vinden. Hun nood moet je hart verkwikken omdat je nu geestelijk en lichamelijk de middelen hebt ontvangen om die nood te verzachten en het treurige hart van de arme broeder te verblijden!
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Kijk, ieder blij hart dat je in Mijn naam verkwikt hebt, zal eenmaal een nieuwe hemel vol zaligheden zonder maat en tal voor je worden, en het zal je reeds op deze aarde verkwikken zoals geen ander aards geluk dat kan, en het zal in je de echte vrede te weeg brengen, -een vrede die de wereld niet kent! Ga dus nu en neem alles in ontvangst!"
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen wij aan de oever kwamen, trokken de zonen meteen het grootste en beste schip naar ons toe en wij gingen in het schip op de klaargezette banken zitten. De beide zonen namen de roeispanen en roeiden daarmee ons vaartuig tamelijk vlug van de oever weg. In Mijn schip bevonden zich behalve Mij, Cyrenius, Josoë, de oude Marcus en Petrus, Johannes en Jacobus. Alle andere leerlingen voeren op de andere schepen ons na, en ook de hofhouding van Cyrenius. Maar in ons schip lag ook het grote visnet op goede vissersmanier opgevouwen.
Hoofdstuk 187: Pleziervaart op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] JOHANNES, die alleen maar aandachtig naar Simon Juda geluisterd had, zegt: "Als je het puur met het oog van de wereld bekijkt, kan ik daar niets tegen inbrengen, maar met het hart gezien ziet het er toch heel anders uit! Want de goddelijke wijsheid zal zich nooit of te nimmer aan de wijsheid van een mens aanpassen, ook al is hij nog zo wijs!
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] SIMON JUDA zegt: "Heer, U weet toch hoe zeer ik U liefheb, maar nu ik iets uit mijzelf zeg, geeft U mij toch op een tamelijk wrange manier een standje over wat ik gezegd heb. Daardoor durf ik nauwelijks nog meer iets hardop aan U te vragen! Hoewel ik alles met grote liefde en geduld van U aanneem, kan ik me toch niet tegen wat innerlijk heimelijk verdriet verzetten, omdat ik juist het slachtoffer ben van Uw strengheid!" -Dan draait hij zich om en kijkt met een enigszins weemoedige blik naar de zee.
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] JOHANNES gaat naar hem toe en zegt: "Kijk, broeder, je hebt het nu wat moeilijk na de zachte terechtwijzing van de Heer, maar besef dat de liefde en wijsheid van de Heer heel goed weet waarom zij jou dit heeft aangedaan. Als je eens goed diep in je hart zou kijken, zou je de oorzaak zonder moeite zelf al vlug vinden!"
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Mij lijkt het, alsof Hij wil, dat ieder mens eerst volkomen zich zelf moet vinden, voordat de Heer tenslotte Zijn al het leven voltooiende hand op hem legt, en met Zijn licht in het hart van de mens gaat wonen.
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Terwijl hij dat zegt, wendt Simon zich weer in Mijn richting en trekt een dankbaar gezicht omdat Ik dit door broeder Johannes aan zijn hart geopenbaard heb. Ik geef Simon echter een teken dat hij nu, omdat de zonen van Marcus beginnen het grote net in zee uit te zetten hen met zijn uitgebreide vakkennis moet helpen.
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] MARCUS zegt: "Ja Heer! Mijn hart zegt het mij: 'Marcus, oude verroeste soldaat, vandaag zal je leven ontdaan worden van het oude roest! Je oor zal een stem horen uit de hemel van Jehova, en je ziel zal de grote nabijheid van je heil voor eeuwig voelen!" - En ik hoop dan ook vandaag nog het wonderbaarlijkste te beleven."
Hoofdstuk 189: Achting gepaard aan liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Verder valt het daarbij zeker niet in u te prijzen dat u mij eigenlijk beschuldigt van een platvloerse verliefdheid, want ik heb Hem slechts lief, zoals ieder mens dat zou moeten doen, als mijn Schepper, als mijn God en Heer, en ik aanbid Hem in mijn hart zo zuiver als dat een sterfelijk mens maar mogelijk is. Als dat echter zo is, -hoe kan ik dan alledaags verliefd op Hem zijn? Vraag het maar eens aan mijn begeleider en leraar , die zal het u beter uit kunnen leggen dan ik. Hij is overal veel beter in dan alle wijzen van de wereld en alle helden van alle aardse landen, uitgezonderd die Ene die ik hier zoek. Stelt u dus uw vragen maar aan deze jongeman, dan zult u van hem wel het juiste antwoord krijgen!"
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] EBAHL zegt: "Verheven gebieder, beslist niet terwille van het aanzien en het hoge ambt van Romeins burger, maar alleen voor de vrijheid die aan ieder Romeins burger gegeven is, neem ik uw voorstel aan! In mijn hart zal ik wel altijd een echte Jood blijven, -want men kan zich niet te weer stellen tegen de heilige overtuiging, dat het echte oude en ware Jodendom waarachtig uit de hemelen naar de mensen kwam, en dat alleen daarin het heil te zoeken en te vinden is. Maar ten opzichte van de buitenwereld wil ik net zo'n Romein zijn als iemand die midden in Rome uit een onbesproken Romeinse geboren is."
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] EBAHL zegt: "Verheven gebieder! Kijk eens naar onze meisjesscholen! Hoe zijn die vertegenwoordigd? Werkelijk, verheven gebieder, dat is toch voor de mensheid een grote schande! Daarom vind ik: Een goede meisjesschool zou erg wenselijk zijn. Want een moeder, een wezen dat alleen maar uit een meisje kan ontstaan, is toch altijd de eerste en voortreffelijkste lerares voor de kinderen. Als zij geest, hart en hoofd op de juiste plaats heeft, zoals men dat zegt, dan zullen ook haar kinderen hun gebouwen zeker niet op het zand van de zee bouwen en voortaan nauwelijks op een dwaalspoor gebracht kunnen worden. Maar als de moeders, zoals het tot op heden jammer genoeg maar al te vaak het geval was, vaak nog dommer zijn dan een regenworm, dan is er van het moederonderricht heel weinig of helemaal niets te verwachten! - Zeg mij, verheven gebieder, of ik daarin ook gelijk heb of niet!"
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Ontroerd door de goedheid van de opperstadhouder, dankte EBAHL Cyrenius uit de grond van zijn hart en zei tot slot van zijn dankrede: "Waarlijk, zo'n eer had ik hier in de nabijheid van de stad Caesarea nooit verwacht! Van mijn kant zal deze brief ook voor de mensheid veel goeds te weeg kunnen brengen, en dat te meer, omdat de brief ook mij het recht en de keizerlijke volmacht geeft om van iedere rechtschapen Jood, een Romeins burger te maken, die dan ook weer net als ikzelf, alle rechten en voordelen van een Romeins burger krijgt. Reken maar dat onze omgeving binnenkort veel Romeinse burgers zal tellen, en de ontslagen van de Farizeeën uit deze provincies zullen zich vermeerderen als het gras in het voorjaar! Oh, dat zal heerlijk zijn!"
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Voor Genezareth en de tamelijk wijde omtrek daarvan heb ik de tempelpriesters de lust tot schatting en tiende afpersen zodanig ontnomen, dat zij wel voor altijd hun hebzucht hebben laten varen, en als ik goed geïnformeerd ben, heeft onze rechtschapen overste Cornelius in Kapérnaum reeds lang hetzelfde gedaan, -dus is Galiléa, op enige Herodiaanse onderdrukkingen na, tamelijk vrij van de tempelnarigheid. Maar in het machtige Judéa zal het nog lang niet mogelijk zijn dat doel te bereiken. Dat is zo mijn mening. -U, verheven gebieder, kunt echter toch bevelen wat u nodig acht, en ik zal altijd uw bereidwillige dienaar en knecht zijn!"
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] CYRENIUS prees Julius nu, maar zei ook heel vriendelijk en wijs: "Beste Julius, je weet dat ik veel met je op heb en dat je heldere verstand mij altijd goed beviel, maar dat wat je nu gezegd hebt, schijnt me toch niet helemaal van jezelf te zijn. Dat heb je ook van die zekere Ene in je hart ontvangen!"
Hoofdstuk 193: De veroordeling van de misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...