Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 38 van 84

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[6] Kijk, zo oordelen wij Joden, die goed thuis zijn in de Schrift; maar jullie, die gewend zijn om van iedere buitengewone verschijning een god te maken, houden zo'n van Gods geest vervulde mens des te eerder meteen voor de ware God, omdat hij voor jullie ogen tekenen heeft gedaan die zeer beslist alleen God kan doen. Maar toch doet hij dergelijke ongehoorde wonderen niet vanuit zijn eigen menselijke kracht, maar alleen door de macht van Gods wil, die hem voor een poos is verleend. Zo is het hiermee gesteld, en ik ben ervan overtuigd dat hij geen ander getuigenis over zichzelf zal geven.'
Hoofdstuk 34: Het meningsverschil over de persoonlijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Daarop zei Nojed: 'Grote en werkelijk meer dan wijze vriend! Je hebt levende en lichtend ware woorden gesproken, en ik kan daar niets tegen in brengen. Maar één ding blijft daarnaast ook nog waar, en dat is het volgende: de mens kan het via de weg van absolute zelfverloochening wel zover brengen dat hij op God gaat lijken en zodoende ook machtig wordt, zoals dat met name bij de grote profeten overduidelijk is gebleken; maar toch is en blijft de mens in een bepaald opzicht slechts een in de tijd ontstane en dus met al zijn op God lijkende volmaaktheid onderdanige en beperkte, heel kleine God, terwijl Jehova eeuwig, dus zonder begin, oneindig in tijd en ruimte en derhalve door niets beperkt is. En dit meer dan eindeloos grote verschil tussen de ene en eeuwig enig ware God en de in de tijd ontstane menselijke God zal eeuwig nooit weggevaagd kunnen worden.'
Hoofdstuk 24: De bedenkingen van Nojed over de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Of denk je soms dat het licht van de zon, dat op dit moment de aarde verlicht en verwarmt, jonger en beperkter is dan het licht dat ondenkbare tijden geleden deze aarde verlicht en verwarmd heeft? Ik zeg je dat jij een heel schrandere en juiste denker en spreker bent; maar je zult pas in de geest van de volle waarheid uit God denken en spreken wanneer jouw ziel in de eeuwige geest vanuit God tot volledige eenwording gekomen zal zijn. Maar dat kan en zal alleen maar gebeuren, door in het vervolg met jouw vrije menselijke wil de wil van God, waar jij je bewust van bent, in alles wat je zegt en doet volkomen tot de jouwe te maken. -Heb je dat begrepen?'
Hoofdstuk 25: De natuurlijke mens en de mens die van Gods geest doordrongen is De Heer onderweg van Jericho naar Nahim in Judea (Lucas 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Zo spreek Ik, God de Heer, die de hemel schept en uitbreidt, die de aarde en haar gewas maakt, die de adem geeft aan het volk dat erop woont en de geest aan degenen die zich daarnaar richten. Ik, de Heer, heb U geroepen met gerechtigheid, Ik heb U bij de hand genomen en heb U behoed en heb U gegeven als een verbond onder het volk en als een licht voor de heidenen. U zult de blinden hun ogen openen en de gevangenen uit hun gevangenissen leiden, evenals degenen die in duisternis en in kerkers zitten. Ik, de Heer, dat is Mijn naam, wil Mijn eer aan geen ander geven, noch Mijn roem aan een menselijke afgod. Zie, wat komen zal, verkondig Ik nu van tevoren en Ik verkondig iets nieuws; voordat het staat te gebeuren, laat Ik het jullie horen.'
Hoofdstuk 34: Het meningsverschil over de persoonlijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] God is de grote Meester van de machine van het menselijke lichaam, dat Hij als een uiterst kunstige machine voor de mensen heeft ingericht om er een nuttig gebruik van te maken. Als de ziel deze tot leven gebrachte machine gebruikt volgens het advies dat haar duidelijk is meegedeeld -en dat zijn de tien geboden van God -dan zal het lichaam ook steeds zijn goed te gebruiken gezondheid behouden; als de ziel echter mettertijd traag en zinnelijk is geworden en geen acht meer slaat op deze geboden van de eeuwig grote Meester van de machine, dan is het ook aan haarzelf te wijten als haar lichaam tot allerlei ellende is vervallen. Ik denk dat jullie Mij allemaal goed begrepen hebben; laten we nu dus naar de herberg gaan.'
Hoofdstuk 35: Over het toelaten van nood en ziekte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Dat is goed geoordeeld, Mijn beste broeder Jacobus; al vanaf Mijn aardse geboorte was je steeds in Mijn nabijheid en bent dus ook een trouwe getuige geweest van al Mijn aardse gangen, woorden en daden, en dat ben je nog en zul je ook blijven.Achter deze daad gaat inderdaad iets heel bijzonders schuil; maar wat er voor de ogen van de mensen achter schuilgaat is voor het menselijke verstand, zoals dat nu is, en voor dat van jullie niet goed te vatten.
Hoofdstuk 39: Jacobus vraagt naar de geestelijke betekenis van de opwekking van de dode jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Er woont hier een arts in goede welstand met een vrouw, die, zoals iedereen weet, vroeger wat haar kuisheid betreft niet zo'n goede naam had. De genoemde arts zou die Man heel goed gekend hebben en van Hem ook de wonderkracht gekregen hebben om allerlei zieken enkel door het opleggen van zijn handen te genezen. Van die arts heb ik dan ook het meeste over die Man der mannen gehoord. Hij heeft mij ook Zijn uiterlijke gestalte beschreven; maar bij de beste beschrijving blijft de werkelijkheid steeds in het duister. Je vormt je in je fantasie wel een beeld, dat tenslotte echter toch niet overeenkomt met de werkelijkheid. En ik kan mij dus om heel begrijpelijke redenen geen juiste voorstelling maken van de gestalte van die grote Godmens.
Hoofdstuk 51: De waard vraagt naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] U hebt immers de hele aarde geschapen met alles wat zij bevat, en dus ook haar goud en zilver, en zo getuigen ook deze metalen, die door de mensen al sinds heel lang als de edelste en dus ook waardevolste zijn erkend, van Uw liefde, wijsheid, macht, grootheid en eer! En daarom denk ik in mijn eenvoud dat het beter is, U als Schepper van ook het goud en zilver op onze menselijke manier met deze metalen te eren, dan er een schandelijke woeker mee te bedrijven of ter wille daarvan de bloedigste oorlogen te voeren en een duizendvoudig onheil als het ware uit de hel over de arme mensheid af te roepen.'
Hoofdstuk 55: Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Als de geest, die het ware levenslicht in de mens is, niet wordt gewekt, is het duister in de mens en kent hij zichzelf niet; wanneer echter door het geloof in Mij en door de liefde tot Mij en de naaste de geest in de mens wordt gewekt en tot een helder licht wordt ontstoken, doordringt de geest de hele mens door en door, en dan neemt de mens waar wat er in hem is en kent hij zichzelf. En wie zichzelf kent, kent God ook; want de ware en eeuwige levensgeest in de mens is niet een menselijke geest, maar een goddelijke geest in de mens, anders zou de mens geen evenbeeld van God zijn.
Hoofdstuk 58: Het navolgen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Blijf de onbaatzuchtige naastenliefde dus voortdurend trouw in acht nemen en heb God lief door Zijn geboden in acht te nemen, dan zullen jullie je nooit te beklagen hebben over gebrek aan Gods zegen! God blijft altijd en eeuwig dezelfde; alleen de mensen zijn veranderlijk, vergeten Hem in hun wereldse roes en beschouwen Zijn inzettingen als een product van puur menselijke schranderheid en doen dan wat hun volgens hun verstand goeddunkt. Bij een dergelijk geloof en bij zo'n handelwijze volgens het wereldse geloof kijkt God niet meer met het oog van Zijn genade en liefde naar de mensen die Hem bijna helemaal zijn vergeten, maar met het oog van Zijn toorn.
Hoofdstuk 59: Vruchtbare zegen in een klein dorp in Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar Ik zei tegen hen: 'Wees maar blij dat er in het Beloofde Land nog zo'n gezond bos bestaat dat nog niet smadelijk ten offer is gevallen aan de menselijke hebzucht! In dit bos kunnen jullie nog plekken vinden waar de honing als een kleine beek uit de bomen vloeit; want in zulke bossen zijn nog rijkelijk bijen aanwezig die de honing bereiden.
Hoofdstuk 63: De Heer met de Zijnen in een oerbos in Samaria. De Heer in Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Er staat immers ook geschreven: 'Zie, dit volk eert Mij met de lippen; maar hun hart is verre van Mij!' Maar Ik zeg jullie: het einde van hen die een menselijke leer verkondigen is nabij gekomen! Daarom ben Ik, die de Waarheid, de Weg en het Leven ben, naar jullie toegekomen en Ik zal de leugen en haar kwade werken wegvagen. Weliswaar zal Ik deze wereld binnenkort verlaten, en in de tijd dat Ik voor het oog afwezig ben zullen de leugen en haar valse en kwade dingen nog een tijdlang voortwoekeren onder de mensen op aarde; maar dan zal Ik op de juiste tijd met alle macht en kracht naar jullie mensen terugkomen en een einde maken aan de heerschappij van de leugen en het bedrog!
Hoofdstuk 69: De waarde van de instellingen van de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Na dit onderlinge overleg wendden de leerlingen zich tot Mij en zeiden: 'Heer en Meester, U hebt ons al verschillende keren gezegd dat het ons gegeven zal zijn de geheimen van het rijk Gods goed te begrijpen, en U hebt ons ook al zoveel dingen duidelijk onthuld, dat wij in de geest Uw oneindige schepping en nog duizend andere dingen goed begrijpen, waar nog geen enkele geleerde zich ooit een voorstelling van heeft gemaakt en waar hij zich door eigen speuren en zoeken ook nooit een volkomen duidelijke voorstelling van zal kunnen maken, om welke reden alle menselijke kennis tot nu toe dan ook stukwerk is. Zeg ons nu toch ook eens wat meer concreets over Uw wederkomst! In welke tijd zult U wederkomen, en waar en hoe? Want wij zijn van mening dat ook dat hoort bij het begrijpen van de geheimen van Gods rijk.'
Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Nu zei de waard met diep ontzag en hoogachting: 'O Heer en Meester, Uw daden zijn zeer wonderbaarlijk - maar Uw woorden zijn werkelijk zuivere waarheid en leven. Want als U handelt, merkt ook een blinde dat er in Uw wil meer dan menselijke kracht en macht heerst; maar als U spreekt, herkent men pas helemaal dat U de Heer Zelf bent! Want de wijsheid van Uw woorden is groter dan het helderste licht van de middagzon.
Hoofdstuk 72: Het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Reeds in de zichtbare natuurlijke wereld zijn de diepere oorzaken van de dingen en van veel verschijnselen voor het pure menselijke verstand moeilijk op een zodanige manier te verklaren dat het vrij blijft van alle mogelijke dwalingen die het slechte bijgeloof voeden, en het zo de weg der waarheid bewandelt; hoeveel moeilijker zijn de voor het lichamelijke oog van de mens onzichtbare, hemels geestelijke dingen, krachten, werkingen en verschijnselen dan voor het pure hersenverstand te begrijpen en voor de ziel inzichtelijk te maken!
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...