Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1614 resultaten - Pagina 38 van 108

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[12] De zojuist genoemde nevel van de liefde tot de wereld bedekt de zuiverste landschappen en velden, bergen, dalen, tuinen en steden, beken, kleine en grote rivieren, meren en zeeën voor de ogen van de ziel. Laat het.daarom jullie taak zijn, daar Ik de nevel in jullie weggevaagd heb, dat jullie datzelfde ook doen, vooral bij degenen aan wie jullie Mijn woord zullen verkondigen; want als jullie dat achterwege zouden laten, zouden jullie huizen op zand bouwen; die zouden niet blijven staan als er stormen, wolkbreuken en overstromingen zouden komen, maar ze zouden instorten en door het razende water meegesleurd worden.
Hoofdstuk 77: Gelijkenissen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Maar Ik zag de mopperende leerlingen aan en zei: 'Wat raakt en ergert jullie dat nu weer?! Armen zullen jullie steeds bij jullie hebben, maar Mij niet zoals Ik nu in jullie midden ben. Deze vrouw heeft nu een goed werk aan Mij verricht en waar dit evangelie van Mij verkondigd wordt, moet ook deze vrouwen dit voorval duidelijk genoemd worden! Ik ben toch al lang in jullie midden en jullie hebben Mij nog nooit een kruik helder water gegeven om Mijn voeten te wassen; deze vrouw heeft echter vanmorgen Mijn voeten al gewassen met haar tranen en is nu teruggekomen om Mijn voeten te zalven. Hoe kan jullie dat dan ergeren? Als er nu geschreven staat dat Ik een Zoon van David ben, dan komt het Mij toch ook toe dat iemand Mij deze koninklijke eer bewijst!'
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Vanaf de genoemde berg zag ik de zon dan ook helemaal in de zee zakken. Dat bevestigde voor mij ook het volgende: toen de zon volledig in het water wegzakte, verbleekten haar vuur en licht ook zo volkomen dat er, nadat ze volledig was ondergegaan, geen spoor van avondschemering meer waar te nemen viel, en uit het genoemde verschijnsel concludeerden wij dat de zon, de maan en alle sterren in het verre westen gewoon letterlijk in de zee zakken en na 12, soms 14 en soms -midden in de zomer -ook wel na 9 uur ergens in het zeer verre oosten weer uit de zee opstijgen.
Hoofdstuk 94: Een beschouwing van de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Marcus zei nogmaals: 'Heer en Meester, ik dank U ook voor deze les! Maar nu zou ik van U toch ook heel duidelijk willen horen waar de zon zich nu bevindt! U hebt ons wel laten zien, en wel op een zeer wonderbaarlijk doelmatige wijze, dat alle hemellichamen de vorm van een ronde bol hebben, en deze aarde dus ook; maar in mijn jonge jaren was ik aan het werk in het uiterste zuidwesten van Spanje en daar zag ik het begin van een ontzettend grote zee die zich ver uitstrekte. Met verscheidene metgezellen beklom ik daar één van de hoogste bergen aan de kust om te zien of deze zee misschien, net als de Middellandse Zee, toch nog ergens zou eindigen. Maar daar vergiste ik mij geweldig in; want van enig einde was er in de verste verte geen spoor te ontdekken! Waarheen we onze scherpe ogen ook maar naar het westen richtten, we ontdekten niets anders dan water en nog eens water.
Hoofdstuk 94: Een beschouwing van de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nadat in deze nacht iedereen heel goed uitgeslapen en uitgerust was, stonden allen samen met Mij ruim een uur voor zonsopgang op, en wasten zich volgens de gewoonte van de joden; maar de Romeinen wasten zich volgens hun gewoonte met welriekend water en smeerden zich daarna in met eveneens welriekende olie, wat natuurlijk een zeer aangename geur in de kamers van het huis verspreidde.
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen kwamen er enkele leerlingen naar Mij toe en zeiden: 'Heer, zij hebben weliswaar ons geloof en onze overtuiging aangenomen, maar ze schijnen toch aan hun heidense gebruiken te willen vasthouden! Dat water, die oliën en die zalven zullen wel heel kostbaar zijn en dan zou het toch ook voor hen nuttiger zijn om zich net als wij met puur en fris water te wassen en het vele geld, dat hun water, hun oliën en hun zalven zeker kosten, voor de armen te gebruiken!'
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zei: 'Wie voor de armen doet wat deze Romeinen doen, heeft ook het recht om, als zijn vermogen dat toelaat, ook zijn lichaam te verzorgen op de manier die hij reeds van kind af aan gewend is; want voor hen is dat net zo'n natuurlijke behoefte geworden als voor jullie het zuivere, frisse water. Ik let er niet op, of en waarmee iemand zijn huid heeft gereinigd en verfrist, maar alleen of hij gewassen en rein van hart ten overstaan van Mij is.
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Mijn vijver heeft bovendien ook nog nooit de eer gehad dat kraanvogels, die alleen maar zuiver water drinken, met het enigszins troebele water daarvan hun dorst lesten; ze moeten dus wel aangevoeld hebben, dat U met Uw heilige en almachtige wil in stilte het water van de vijver gezegend en voor hen versterkt hebt. Ze hebben dat beslist duidelijk ervaren daarom verhieven ze zich na het drinken van het water om nogmaals rond deze heuvel te cirkelen om U zo in zekere zin dank te brengen voor het zegenen van het water, en pas nadat ze U die dank hadden gebracht verhieven ze zich jubelend tot hun voormalige vlieghoogte en zetten, aldus door U gesterkt, hun geordende vlucht verder voort.
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Deze vogels bewonen alleen schone moerassen dichtbij meren die schoon water hebben; in stinkende en smerige poelen zal men hen nauwelijks aantreffen. Hun voedsel bestaat uit gezonde en levende visjes en ook andere schone wormen uit het meer.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Welnu, het schone water betekent in de geestelijke analogie schone en door niets meer vertroebelde kennis van de volle waarheid uit de hemelen.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Toen wij die ochtendtaferelen allemaal met heel veel genoegen en blijdschap een tijdlang bekeken en het steeds lichter en lichter werd, kwam er een grote groep tortelduiven uit het oosten aangevlogen, die ook rond de vijver neerstreken en water dronken.
Hoofdstuk 106: Over het leven aan gene zijde (24.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Toen de vlucht kraanvogels boven onze hoofden vloog, minstens vierhonderd manslengten hoog, hield hij stil, de rij werd opgeheven, en de honderdzeven kraanvogels begonnen in cirkels te vliegen en daalden steeds lager en lager en dat zolang, tot ze nauwelijks zeven manslengten boven ons rondcirkelden en ons met hun nu niet zo welluidende gezang in zekere zin eer betuigden. Dit duurde een paar minuten en daarna daalden de vogels heuvelafwaarts naar de vlakte beneden, waar zich een tamelijk grote vijver bevond, waar Lazarus voor zijn huis de vissen kweekte, die weliswaar slechts van de gewone soort waren. In deze vijver dronken de vogels water, zoveel als ze nodig hadden voor hun verdere vlucht. Toen ze daar kennelijk allemaal van voorzien waren, gaven de zeven oudste het goed herkenbare teken om op te breken en verhieven alle vogels zich in één klap in de lucht, maar maakten vóór hun definitieve vertrek nogmaals enkele cirkels om de heuvel heen, waar wij ons bevonden. Daarop vlogen ze in cirkels snel tot hun oorspronkelijke hoogte, vormden daar direct weer de vroegere opstelling en trokken toen naar het noordoosten; pas op tamelijk grote afstand wijzigden ze hun noordoostelijke vliegrichting in een zuidoostelijke en raakten buiten ons gezichtsveld.
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Voor de kraanvogels die wij gezien hebben, die gedurende de zomer in de meer noordelijke moerassen en kleine meren van Griekenland hebben vertoefd, is nu in de herfst de tijd van hun trek gekomen, die hun scherpe instinct hun aangeeft. Deze kraanvogels, die wij uit de dichtbijgelegen moerassen zagen komen, hebben onze uitwendige levensatmosfeer ook het allereerst en het allermeest gevoeld en zijn hun innerlijke aandrang gevolgd. Toen ze dichterbij kwamen, maakte zich zo'n machtig gevoel. van welbehagen van hen meester, dat ze niet verder vlogen maar tot in onze nabijheid afdaalden en hier, om ons heen cirkelend, in een grote gelukzaligheid zwelgden. Ze raakten als het ware helemaal verzadigd en namen daarom ook water -ten eerste om hun dorst te lessen en ten tweede om voor hun verdere vlucht een voorraad te hebben, aangezien hun reisdoel in de grote vlakten van India ligt.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar hier betekent de vlucht van die tortelduiven niets anders dan dat de duiven 's morgens gewoonlijk met meerdere tegelijk naar deze vijver vliegen om daar water te drinken, zodat ze dan meer kracht krijgen om rond te vliegen; want zonder water zou geen vogel uiteindelijk meer kunnen vliegen.
Hoofdstuk 106: Over het leven aan gene zijde (24.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Maar waarom iedere vogel water nodig heeft om te vliegen, kunnen jullie nu nog lang niet begrijpen; maar de mensen in de komende tijden zullen geleidelijk aan ook achter zulke geheimen komen. Kijk, nu hebben deze vogels hun dorst gelest en verheffen zich en vliegen meestal weer naar waar ze vandaan zijn gekomen! Laat ze maar vliegen!'
Hoofdstuk 106: Over het leven aan gene zijde (24.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...