Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2482 resultaten - Pagina 38 van 166

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[9] Maar dit hier is iets wat daar hemelhoog bovenuit gaat! Dit is een echte steen en de hardste die er maar bij ons te vinden is. De Grieken verstaan weliswaar de kunst deze steen in het vuur te smelten en er het kostbare glas uit te bereiden, wat vóór hen, ten tijde van de eerste farao's, reeds de Phoeniciërs gekund moeten hebben, -daarbij verandert de steen. echter alleen in een andere stof. Maar om zo'n steen enkel door de pure wil totaal te vernietigen, daartoe behoort goddelijke kracht, waarvan wij zwakke mensen ons nooit een zuivere en heldere voorstelling zullen kunnen maken!'
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Toen sloegen ALLEN de handen van verbazing ineen en schreeuwden letterlijk: 'Ja, ja, dat kan alleen maar een zuiver goddelijke kracht! Zoiets is ongekend!'
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'Dat kan en mag Ik bij de mens niet zo doen als bij deze wijnbekers, want dat hangt alleen af van jullie ijver en je eigen vrije wil. Maar aan Mijn hulp zal het jullie niet ontbreken. Wat jullie zelf kunnen doen met de jullie toegemeten kracht, moet je ook zelf doen; voor wat daarbovenuit gaat, zal Ik dan wel zorgen. Want heus, Ik zeg jullie: Wat je de Vader in Mijn naam en binnen Mijn orde, die jullie bekend is, zult vragen, dat zal je ook gegeven worden naar de mate waarin het voor jullie ziel nuttig is. Maar drink nu, want het is intussen alweer avond geworden'
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Maar als dan in de volle zomer de volle kracht van het licht en de warmte van de zon komt, krijgt ook de eerste vruchtzetting de innerlijke, alles tot leven brengende warmte. Die veroorzaakt dat de jonge vrucht steeds verder groeit en dat de in de nieuwe vrucht binnenstromende sappen indampen. Daardoor wordt de vrucht groter en vult zich met steeds zuiverder sappen en ook het licht kan dan de vrucht geleidelijk aan steeds meer doordringen, en zo gaat dan de vrucht pas rijpen.
Hoofdstuk 27: Het rijpingsproces bij de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Daaraan kun je de geweldige kracht afmeten van de in de eindeloze ruimte heersende, zogenaamde natuurkrachten van deze wereld. Nu kun je deze en nog andere natuurkrachten die je kent, zonder ophouden duizenden en miljoenen jaren versterken, dan zal de sterkte van de door jou als laatste verkregen kracht zich toch nog steeds verhouden tot de goddelijke onbeperkte kracht als een volkomen niets tot iets werkelijks, of als een leugen tot de waarheid.
Hoofdstuk 29: De mate van kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Zoals de grootste natuurkracht absoluut in geen verhouding staat tot de goddelijke kracht, zo staat zij ook in geen verhouding tot de kracht van een zuivere engelgeest.
Hoofdstuk 29: De mate van kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Omdat er dus in ruimte en tijd geen enkele kracht bestaat die zich ook maar met de kracht van een engel kan meten, moet deze als geestelijke kracht ook buiten of boven alle ruimte en tijd staan, hoewel zij zich als een eigen eenheid zelfstandig in tijd en ruimte bevindt maar van beide geheel vrij en onafhankelijk is. Alles bestuurt zij terwijl zij slechts door innerlijke, levende analogie daarmee in verbinding staat.
Hoofdstuk 29: De mate van kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) Nu vergelijken we nog de grootte van een zuiver geestelijke kracht met de grootste aardse kracht. Wat zal dat opleveren? Kijk, er zijn in het oneindige heelal zulke verschrikkelijk grote zonnewerelden, dat onder de juiste verhouding deze hele, grote aarde zich ten opzichte van hun grootte net zo zou verhouden als een minuscuul klein zandkorreltje ten opzichte van de omvang van de hele aarde! Kijk, als het hier over de zandvlakten waait, heft de wind het zand al op en voert het met groot gemak mee, en een orkaan doet dat nog gemakkelijker met grote zandmassa's! Stel je nu eens een naar verhouding even harde wind voor op zo'n grote zonnewereld! Die zou toch zeker met werelden zoals deze aarde heel gemakkelijk spel hebben! 'Ja', zou jij met je wereldse verstand zeggen,'als daar zulke geweldige winden waaien, dan moet men daar toch tot op deze aarde iets van merken!' En Ik zegje, dat, dat zelfs niet zelden het geval is, en ook nog heel veel verder!
Hoofdstuk 29: De mate van kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Om het oneindig overheersende van de goddelijk-geestelijke kracht over alle natuurkrachten, hoe groot die ook mogen zijn, nog duidelijker te tonen, hoef Ik je slechts te zeggen: Als de grootste krachten van deze aarde gezamenlijk myriaden en aeonen aardse jaren lang in de grote scheppingsruimte woest tekeer zouden gaan, dan ~ouden zij, tegen de kracht van de goddelijke wil in, in de hele schepping nog geen atoom kunnen vernietigen; maar één engelgeest zou in staat zijn om slechts door het te willen, als God het toeliet, in één ogenblik de hele eindeloze ruimte van alle materiële schepselen te ontdoen, en er zou daarin geen zon en geen aarde meer bestaan.
Hoofdstuk 29: De mate van kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Nu kun je deze aardse lichtsterkte vergroten zoveel je maar wilt, vrijwel tot in het eindeloze, en dan zul je met al dat versterkte licht van de zonnen uit ruimte en tijd eenzelfde verhouding vinden ten opzichte van het licht van God, als je gevonden hebt bij de beweging en de kracht.
Hoofdstuk 30: De kracht van het licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Dat er echter toch een levensechte en altijd aanwezige analogie bestaat tussen het oerlicht van God en het slechts ten dele geschapen licht van de zon, kun je gemakkelijk afleiden uit het feit dat ook het licht van de zon levengevende kracht heeft voor de schepselen op de hemellichamen en werelden, waarvan ieder voorjaar je voldoende kan overtuigen. -Begrijp je nu al iets beter hoe en op welke manier noodzakelijkerwijs al het zuiver geestelijke zich buiten tijd en ruimte bevindt en dat dit ook zo moet zijn?'
Hoofdstuk 30: De kracht van het licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Kijk eens naar die mensen die door hun hoogmoed steeds meer beheerst worden door brandende heerszucht! Als zij door hun tirannieke macht vele miljoenen mensen tot ellendige slavernij gebracht hebben, verzamelen zij nog grotere legermachten, vallen de rijken van andere koningen binnen, overwinnen hen en ontnemen hen land, volken en schatten. En als zij op die manier een halve wereld veroverd en ongelukkig gemaakt hebben, wanen zij zich reeds aan God gelijk en verheffen zich zelfs boven Hem, laten zich aanbidden en bedreigen met de pijnlijkste straffen ieder, die het waagt een andere God dan alleen zo' n ZCAR te aanbidden en offers te brengen, zoals wij daarvan in de Babylonische koning NE BOUCH KADNE ZCAR ('Er is geen God buiten mij, de koning! ') een sprekend voorbeeld hebben. En zo'n voorbeeld hebben wij ook thans in de hogepriesters, Farizeeën en schriftgeleerden, die nu ook denken dat alleen zij goden zijn, en die Mij naar het leven staan zodat het op een zeker moment zelfs toegelaten wordt dat zij Mijn lichaam zullen doden, -maar weliswaar slechts voor drie dagen; daarna zal Ik geheel uit eigen kracht weer opstaan, en pas dan zal hun gericht en hun einde komen.
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Momenteel zijn wij in het bezit van een geheim om korrels te fabriceren die zeer licht ontvlambaar zijn, maar tijdens hun snelle ontvlammen in een gesloten ruimte zo 'n kracht ontwikkelen dat daardoor de sterkste en hardste rots met een grote knal in duizend stukken uit elkaar vliegt als men er van tevoren door een hiervoor gemaakte opening een paar pond van de genoemde korrels inbrengt en door een onzichtbare lont aansteekt. Om het volk te misleiden doen we wel alsof wij de rots bevelen uit elkaar te vliegen; maar uiteraard wordt dat alleen maar veroorzaakt door onze springkorrels, die wij al enige dagen van te voren heel ongemerkt op een geschikte plaats weten aan te brengen.
Hoofdstuk 38: De bekwaamheid en de daden van de drie wijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] De JOODSE GRIEKEN zeiden: 'Ja, Heer, dat hebben we heel goed begrepen! Wat U, o Meester, spreekt en zegt, bevat werkelijk alle waarheid, kracht en leven! O, als toch alle mensen dat eens in zouden zien! ,
Hoofdstuk 49: Het geduld van de Heer met Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Als Ik dat door de kracht die in Mij woont zou doen, zou je geen vrij mens meer zijn, erg traag worden en al gauw ophouden om je ziel te oefenen in het steeds meer winnen van de ware levenskracht.
Hoofdstuk 52: Over verzoeking en zwakheden. Oefen het denken! - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...