Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 38 van 263

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[2] Ik bezweer u bij mijn keizerlijke erewoord, dat getrouwen machtig is: er zijn hier in mijn gezelschap een aantal wijzen -niet van mijn, maar van uw geloof -, voor wie de geheimste gedachten van de mens even helder en klaar zijn als een openlijk begane daad! Als zij u op de proef zouden stellen, zou u hen dan met net zo'n onbezwaard geweten te woord staan als mij? Want van mij weet u dat het mij niet aan verstand en scherpzinnigheid, maar wel aan alwetendheid ontbreekt?! Ik heb deze mensen grondig onderzocht en bevonden dat met hen beslist niet te schertsen valt! Ik zal ook u door hen laten onderzoeken. Als alles zo is als u mij nu hebt verteld, krijgt u alles en nog veel meer dan waarom u hebt gevraagd. Als de genoemde wijzen echter iets anders over u getuigen, zal de broeder en oom van de nu op de troon zittende heerser wel heel goed weten wat hij zal doen!"
Hoofdstuk 143: De mening van de overste der Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Na deze opmerking zeggen de ANDEREN heimelijk tegen hem: "Ga jij nu en vraag de opperstadhouder om wat te mogen zeggen, maar laat die ezel van een overste geen woord meer zeggen! Misschien redden we het nog! En jij wordt onze overste als je ons hier uit deze val redt!"
Hoofdstuk 144: Nog meer meningen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Geëerde gebieder, met uw scherpe verstand moet u zich toch allang ervan overtuigd hebben, dat deze overste van ons een groot rund is! Als ik of een ander van ons de inleiding had mogen houden, zou het proces allang beëindigd zijn. Geëerde gebieder, luister daarom niet meer naar hem, maar geef mij het woord!"
Hoofdstuk 144: Nog meer meningen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Ik geloof dat ik nu openhartig heb gesproken. Dat ik me tegenover het volk heel anders moest tonen, zult u hopelijk ook zonder ergernis wel inzien! Maar dat ik zelf daar steeds een heel andere mening over had, geeft mijn innerlijke, betere overtuiging wel aan, die ik u nooit had kunnen tonen als ik die al niet had gehad! Wonderdoeners doen me tegenwoordig niets meer. Ze moeten echter niet, zoals gewoonlijk, uit broodnijd tegen ontwikkelde mensen zoals ik te keer gaan, maar ze moeten ons daarentegen helpen, dan zal het ons allen goed gaan.
Hoofdstuk 149: De mening van de overste betreffende engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] En ik geloof dit allemaal niet slechts van horen zeggen, maar uit innerlijke en levende overtuiging en het verwondert mij daarom zeer, dat u van dat alles helemaal niets gelooft!
Hoofdstuk 150: De overste en de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ook staat er geschreven: 'In die tijd zullen de hemelen wijd open staan en de engelen zullen opstijgen en neerdalen naar de mensen die van goeden wille zijn en zij zullen voor hen getuigen van het vleesgeworden, eeuwige woord, dat God Zelf is!' Dat gebeurt op dit ogenblik voor uw oren en ogen! Wat wilt en kunt u dan nog meer vragen?! Of denkt u nog steeds dat ik slechts een mens ben?"
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] STAHAR antwoordt, terwijl hij nu diep nadenkt over de woorden van de engel: "Hm, dat is een heel vreemde gewaarwording! Het is zeker waar en de waarheid straalt uit ieder woord van je hemelse mond. Ik ben nu bekeerd. Het gaat nu echter om mijn collega's, dat ook zij bekeerd worden, en dan gaat het erom waar wij de grote Messias kunnen ontmoeten om Hem Zelf te horen!"
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] De OVERSTE antwoordt: "Zijn dan de bedriegerijen van die bij ons zeer beruchte kwakzalver, voor wie de timmermansbijl te zwaar werd en die liever door lekker luieren vooruitkomt dan door degelijk werk, ook al tot uw oren doorgedrongen? Kijk, ons als wettige priesters wilt u nu koste wat kost veroordelen, wat uit ieder van uw woorden en aan uw gezicht maar al te duidelijk merkbaar is. Maar zo'n bedrieger, zo'n volksverleider met behulp van wat ingestudeerde toverkunsten uit het morgenland, krijgt van u in zekere zin vrij spel, kan doen wat hij wil en aan zijn woord zoudt u wel eens heel wat meer waarde kunnen hechten dan aan dat van ons, waarvan de waarheid toch door het verstand, de grotere intelligentie en een zich binnen de wettige orde bevindend, menselijk gevoel duidelijk wordt bevestigd! Ik ken de bedrieger die u bedoelt, en heb hiermee dan ook alles gezegd!"
Hoofdstuk 143: De mening van de overste der Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Alle orthodoxe Farizeeën zetten nu grote ogen op en EEN zegt heel zachtjes: "Nou, het is onze scherpzinnige overste weer eens gelukt! Dat is toch wel een eersteklas kameel! Nu moeten wij maar weer zien, hoe we ons uit dit lastige parket kunnen redden! Had die kameel van een overste de Nazareeër in het bijzijn van de machtige gebieder niet hemelhoog kunnen prijzen, dan zou alles er toch heel anders hebben uitgezien?! Die kameel moet toch net als wij duidelijk aan Cyrenius hebben gezien dat hij heel erg ingenomen is met die wonderdoende Nazareeër en toch trekt hij tegen de lieveling van de opperstadhouder van leer, alsof hij werkelijk God weet hoe vast overtuigd is van zijn mogelijke schanddaden, terwijl hij hem nog nooit gezien, gesproken of onderzocht heeft! Ah, deze stomme overste kunnen we beslist niet meer gebruiken! Hij moet afgezet worden! Als hij nog langer aan het woord blijft, komen we allemaal vandaag nog aan het kruis! Met de opperstadhouder valt niet te spotten!"
Hoofdstuk 144: Nog meer meningen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Jij staat bij ons bekend als iemand die nooit zo snel iets geloofde en daarom nemen we je woord dan ook voor waar aan, maar een voorzichtige terughoudendheid schaadt nooit! Want we weten uit de Schrift, dat menig profeet die wonderen deed, tegen het eind van zijn leven een heel eenvoudig, zwak mens is geworden! Op het laatst bleek pas wiens geesteskind zo'n profeet was. Daarom moet dat ook hier goed in het oog worden gehouden. "
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Slechts één ding zouden wij hier te weten willen komen en dat is: of de reeds in de wereld zijnde, lang beloofde Messias Zich soms hier ergens in de buurt van deze plaats ophoudt! Die te zien en misschien zelfs een woord van Hem te horen, zou nu voor ons een grote stap vooruit betekenen!
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Als Floran hen echter met zijn wereldse wijsheid bewerkt, geeft het woord hen een zeker licht dat voldoende is om voor hen de treden naar de tempel van hun hart te verlichten. Zijn zij eenmaal binnen, dan zijn ze ook helemaal gewonnen voor de gehele eeuwigheid! Maar jullie allen bij elkaar zijn nog lang niet zo verstandig als Floran nu is!"
Hoofdstuk 159: Floran bij de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] FLORAN antwoordt: "Volkomen! Daar is geen twijfel meer aan! Hij is wel een mens zoals wij, maar in Zijn wezen bevindt zich iets, dat zich slechts laat voelen, maar niet met woorden laat omschrijven. Als Hij spreekt, klinkt dat, alsof ieder woord meteen eeuwigheidswaarde heeft! Je kunt heel duidelijk aan Zijn woord merken dat het, aangevuld met 'Er zij!', ogenblikkelijk uit zichzelf of ook uit het niets een wereld vol wonderen kan oproepen!
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Mensen zou ik daar veel over kunnen vertellen, maar omdat U, o Heer, toch al alles weet, zou ieder verder woord uit mijn mond ijdel en dwaas zijn en ik zeg U dat wij ook daarom volkomen in U geloven. Want U moest komen om aan alle oneerlijke gruwelen voor altijd een einde te maken."
Hoofdstuk 161: Het getuigenis van Floran. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Maar toen hij bij Mathaël kwam, zei hij: "Vandaag is er met de Heer niet goed te praten! Ik vroeg Hem heel bescheiden, of de aangekondigde, hoge gasten er aankwamen, maar toen kreeg ik vanwege het woord 'hoge' een zo stevig lesje, dat me dat beslist erg goed bij zal blijven omdat het me zo hard en droogweg werd gezegd! Vandaag lijkt de Heer wel een ander mens! Gisteren was Hij de liefde en gemoedelijkheid Zelf, vandaag krijgt iedereen die in Zijn buurt komt, een les uitgemeten! Daar begrijp ik niets van!"
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...