Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2588 resultaten - Pagina 38 van 173

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[6] Laten we aannemen dat er tussen het mannelijke en het vrouwelijke geslacht niet de minste prikkel tot assimilatie bestond, zo ook bij de dieren dan zou dit zeker het einde betekenen van de voortplanting van het natuurlijke leven. De reden daarvan zullen jullie beiden zeker wel duidelijk inzien. De totale afwezigheid van deze prikkel is dus ook zonder meer de dood van al het natuurlijke leven. Maar ook is een assimilatieprikkel en eigenlijk -drift die zijn grenzen overschrijdt eveneens zonder meer de dood van het natuurlijke leven en daardoor ook al gauw van het leven van de ziel.
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Want dat er onder de mensen van deze aarde een erfelijk kwaad bestaat, hebben reeds alle wijzen van de bekende aarde ingezien en begrepen; maar waaruit het bestaat en waardoor het te bestrijden is hebben ze niet ontdekt. En precies dit zal de taak van de Messias zijn, om door leer en daad de mensen van dit kwaad, waarvan de vrucht de dood van de ziel is, voor eeuwig te verlossen!
Hoofdstuk 204: Messias en verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Hoe wijzer nu de bemiddelaar is, des te betere resultaten zal hij ook zeker behalen bij degene die hij leidt. En bewandelt zijn leerling dan vastberaden de wegen van het innerlijk geestelijk licht, dan zal hij ook in het licht blijven en zich het leven van het licht eigen maken, waarop geen dood kan volgen, omdat het leven van het geestelijk licht de eeuwige, onveranderlijke en onvergankelijke waarheid is, die datgene wat zij is ook eeuwig moet blijven; want twee en nog eens twee zal in alle eeuwigheid als som vier hebben.
Hoofdstuk 205: De verklaring van het begrip Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Kijk, vriend, hier zijn nog een paar dingen die in tegenspraak zijn met wat je eerder zei en die wijzelf met de beste wil niet onder één noemer kunnen brengen! Want ofwel is het tot stand komen van zo'n levens eenwording een hoogst ernstige aangelegenheid, waar het wel en wee gedurende de hele eeuwigheid dus van afhangt -en dan kan het onmogelijk zo zijn dat het de machtige geest van gene zijde niets uitmaakt of zijn ziel, die door zijn macht en intelligentie uit God gevormd of uit de materie ontwikkeld is, zelf een even volmaakt geestelijk wezen wordt als hijzelf of een waar monster -, ofwel het tot stand komen van deze eenwording is geen hoogst en zelfs heilig ernstige aangelegenheid, maar zomaar een willekeurig spel. Dan hebben wij ondanks jouw nog zo diepe wijsheid ontegenzeggelijk gelijk, als we beweren dat in de grote natuurwereld alles slechts een ijdel spel van haar krachten is, en dat wij enkel als een voorbijgaande grap van de grote natuur het leven hebben gekregen, en dat dit met de dood voor altijd ophoudt, ongeacht wat ergens onsterfelijke volmaakte geesten doen, die zich om de hele natuur nooit bekommeren!
Hoofdstuk 187: Drie bedenkingen tegen het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Kijk eens naar deze arme vissers! Ze zijn de nuchterste, maar verder toch de vriendelijkste mensen, ze verwachten geen levensloon na de lichamelijke dood en toch is voor hen de hele wereld met al haar vergankelijke schatten een gruwel, en ze hebben zich daarom van de hele wereld op dit meest verlaten en eenzame hoekje van de aarde teruggetrokken. Nu hebben ze voor de eerste keer iets over iets hogere geestelijke zaken vernomen en reeds zijn ze vol tevredenheid, -en het zijn zeker voor de helft heidenen; jij echter bent een echte jood en behoort evenals Ik tot de stam van Juda en toch maakt opjou het geestelijke weinig of helemaal geen indruk! Zeg Me nu eens heel eerlijk, waarom je nu eigenlijk precies met Mij van plaats tot plaats rondtrekt!"
Hoofdstuk 190: Johannes is bang voor Hirams scherpe verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] En zoals het met deze slechts als voorbeeld dienende waarheid is, zo is het met alle goddelijk-geestelijke waarheden uit de hemelen. Ze zijn en blijven eeuwig, en alleen zij zijn het eigenlijke ware leven, omdat ze zonder leven ook geen waarheden zouden zijn. Zo kan een ziel wanneer ze eenmaal geheel in zulke waarheden is binnengegaan, nooit meer dood gaan en heeft, omdat ze zelf licht en waarheid is, ook het leven in zich en het leven is dan geheel haar eigen bezit, en dat is dan natuurlijk het resultaat van een waarachtige bemiddelaar .
Hoofdstuk 205: De verklaring van het begrip Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] EPIPHANES zegt: 'Ja, als dat zo is, dan zou dat inderdaad heel bijzonder zijn! Er moeten weliswaar bepaalde magiërs uit Indië geweest zijn die een buitengewone kracht in hun wil en in hun blik hadden, zodat ze de wildste dieren ogenblikkelijk dermate in hun ban konden krijgen, dat deze als dood op één plek moesten blijven staan en met zich laten doen wat zo'n magiër wilde; ook de winden, wolken en bliksems schijnen ze werkelijk hun wil op te kunnen leggen! Dat is dus al eens gebeurd. Wel, of ze van water of lucht ook de beste wijn kunnen meken weet ik werkelijk niet; maar zoveel weet men van de oude magiërs wel, dat ze water in bloed, en regen in louter kikvorsen hebben kunnen veranderen. Alleen is daar natuurlijk wel een sterk geloof voor nodig; want zoiets hebben we nog nooit gezien. Maar dit hebben wij nu zelf gezien en we kunnen dus in ieder geval als volgt denken: Als dit mogelijk is, kan ook het andere mogelijk geweest zijn. Maar we zullen nu hierover niet verder oordelen. Aziona komt reeds met de maaltijd en wij bespeuren al honger, laten we daarom verdere besprekingen voor later bewaren!"
Hoofdstuk 210: Epiphanes, de filosoof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Waarom hebben Plato en Socrates zo weinig praktische navolgers gevonden? Omdat ze mystici waren en zichzelf zeker niet begrepen en daarom al helemaal nooit door een ander begrepen werden! Diogenes en Epicurius hebben helder en duidelijk volgens hun verstand gesproken en daarom ook al snel een groot aantal praktische leerlingen gevonden, en dat voor een leer die de mens hier op aarde bijna niets aangenaams biedt en de mens na zijn lichamelijke dood geheel laat ophouden te bestaan.
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Epicurus was rijk en gaf de raad om tijdens het leven te genieten, omdat na de dood alles voorbij was. Diogenes wilde met zijn leer meer algemeen nut bereiken, omdat hij wel inzag dat de leer van Epicurus alleen de rijken gelukkig kon maken, maar de armen nog ongelukkiger moest maken. Hij leerde daarom de grootst mogelijke ontbering en beperking van de menselijke behoeften, en zijn aanhang was en is nog het grootst, omdat ieder mens zich het snelst aan zijn duidelijk uiteengezette principes zonder enige geheimzinnigheid aan kon passen.
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] De mystici nemen een almachtige en hoogst wijze God aan, - en miljoenen vragen: 'Waar is Hij en hoe ziet Hij eruit?' Maar op deze vragen volgt nergens een houdbaar antwoord. Maar de mensen behelpen zich dan al gauw met de poëzie en opeens wemelt het van grote en kleine goden op aarde en de trage en denk schuwe mensen geloven aan hen, en zo'n geloof is bijna de dubbele dood van de mens; want dit maakt hem fysiek en moreellui, traag, passief en daarom dood.
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Vroeger hadden wij alleen liefde voor de dood, maar nu hebben wij een ware en grote liefde voor het leven, dat tot een buitengewone voltooiing in alle richtingen in staat is, terwijl de dood eeuwig dood blijft en nooit een of andere stapsgewijze voltooiing kan toelaten. En juist daarom geef ik er nu de voorkeur aan om bij U, Heer en Meester, te blijven, opdat mij niets ontgaat van hetgeen Uw - laat ik zeggen waarachtigst heilige mond verder nog zal verkondigen"
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar wanneer iemand Mijn woord hoort en er niet naar handelt, zal Mijn woord hem niet levend maken, maar hem slechts dienen tot gericht en dood. Ook al is dit op deze manier niet Mijn wil, maar enkel Gods eeuwige ordening, dan kan Ik hem toch niet helpen, omdat hij zichzelf moet helpen.
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ik zeg U, o Heer en Meester: Voor wie niet bang is voor de lichamelijke dood, zullen keizers en koningen moeilijk wetten kunnen maken! Laat nu de hele aarde maar tot puin vergaan en ik zal niet schrikken voor de zekere ondergang van mijn lichaam; want ik weet nu door Uw woorden, dat Mijn ziel met Uw levensgeest in zich niet te gronde zal gaan! Met dit vertrouwen mogen er vijanden komen van waar en met zovelen ze maar willen, ze zullen mij, Aziona en Hiram waarlijk geen schrik aanjagen; hun veto zal genegeerd worden en hun dreiging onopgemerkt blijven. -En zegt U ons nu, o Heer en Meester van het leven, of ik gelijk heb of niet!"
Hoofdstuk 219: Epiphanes' moed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Want als iemand, die hongert, voedsel wordt aangereikt en hij eet dit niet, maar kijkt er enkel naar, dan heeft degene die het eten aanreikt er geen schuld aan als de hongerende verhongert en sterft, maar natuurlijk de hongerende zelf, omdat hij geen voedsel tot zich wilde nemen. En precies zo is het met degene aan wie Ik Mijn woord als het waarste brood uit de hemelen voorzet, en die dit enkel aanhoort en er niet naar wil handelen. Daarom moet niemand Mijn woord enkel aanhoren, maar hij moet er ook naar handelen, dan zal hij hierdoor in zijn ziel waarachtig verzadigd worden met het brood uit de hemelen en voortaan geen dood meer zien, voelen of smaken, omdat hij zo zelf geheel tot het leven uit God is geworden. Begrijp je dit?"
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En ik geloof dat tussen U en ons, blinde en niets wetende mensen, bijna hetzelfde het geval is. U bent duidelijk de bouwmeester, die de wereld, het heelal en ook de mens zoals hij is, geestelijk en materieel in zekere zin gebouwd heeft, en derhalve ook het beste moet weten wat goed voor hem is en wat hij als redelijk denkend, zelf oordelend en zichzelf bepalend wezen moet doen en laten. En als U de mens dan nu door woorden en daden toont, dat U onherroepelijk Dezelfde bent aan wie hij zijn bestaan te danken heeft, en U hem verder laat zien wat hij moet doen om datgene te bereiken waarvoor U hem geschapen heeft, dan is het alleen maar de schuld van de blinde en domme mens zelf, als hij om onbelangrijke, materiële redenen het eeuwige leven verspeelt en hem dan de dood ten deel valt. En zo ben ik van mening dat ieder mens, die door Uzelf eenmaal is onderwezen en U heeft herkend als Degene die U bent, het onmogelijk meer kan nalaten om met alle liefde en vreugde precies zo te leven en te handelen als U hem bevolen heeft.
Hoofdstuk 219: Epiphanes' moed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...