Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 38 van 179

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[2] Zou een godheid die zich van zichzelf en van ieder van zijn handelingen duidelijk bewust zou zijn, in al zijn wijsheid en al zijn voortdurende vastheid van wil ook zo kunnen handelen? Ik zeg: Nee, dat zou voor hem nog veelonmogelijker zijn, dan dat ik mij een zeer wijs heerser zou kunnen indenken die met de grootste vlijt en inzet van hoge kosten steden en paleizen zou bouwen om ze vervolgens weer omver te gooien, en die daarmee steeds maar door zou blijven gaan! Zou er wel een mens op aarde te vinden zijn, die zo ontzettend dom is om op de gedachte te komen hem wijs te noemen?! Thans moet echter de denkende en ervaren mens een god wijs noemen, die datzelfde in een nog veel ingewikkelder mate doet, die werken met een zeer grote innerlijke, organische volmaaktheid voor het grootste deel alleen maar in het bestaan roept om ze meteen weer te gronde te richten en te vernietigen! Nee, laat zich dat degene maar voorstellen, die in de grote beperktheid van zijn kennis en ervaring zich zoiets in zijn grote blindheid voor kan stellen; voor mij is dat onmogelijk!
Hoofdstuk 33: De god van de natuurfilosofen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Bij een god, ook al is hij nog zo wijs, moet twee en twee net zo goed vier zijn, als bij een mens die rekenen kan. Als een ergens bestaand god echter zou zeggen: 'Hoor eens, beste man, bij mij is twee en twee vijf, of ook wel zeven!' dan zou ik zelf tegen zo'n god zeggen: 'Of u bent een dwaas, of u belieft mij daarvoor te houden; want met zo'n rekenkunde kunt u moeilijk een hele wereld scheppen en onderhouden! Eerder wordt een blinde een van de beroemdste kunstschilders, dan dat u voor mij met die wijsheid van u de slechtste paddestoel uit de grond laat groeien!' Wij Grieken hadden een schilder, Apelles genaamd, die mensen en dieren dermate natuurgetrouw schilderde, dat men zou kunnen zeggen, dat de natuur overtroffen werd. Wel, deze beroemde schilder zette beslist geen streek voor niets, maar had iedere streek heel goed berekend; maar hoeveel streken zet daarentegen zo'n zich als zeer wijs voordoende god voor niets bij wie om heel speciale, wijze redenen twee en twee ook zeven kan zijn of zelfs moet zijn!
Hoofdstuk 33: De god van de natuurfilosofen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Deze enige ware God is puur liefde, en door deze liefde is Hij de volste wijsheid en door deze wijsheid almachtig.
Hoofdstuk 37: Raphaël beschrijft Gods wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar de oorspronkelijke, oude wijze Egyptenaren leerden ook van hun ervaringen, en wijdden hun dienaren voor geen goud in hun diepe wijsheid in; want deze zou van hun dienaren immers maar al te gauw rijke mensen gemaakt hebben die geen zin meer zouden hebben in dienen en werken en zij, de oude wijzen, zouden dan weer niemand hebben die hen trouw en op hun wenken zou bedienen en voor hen zou werken.
Hoofdstuk 40: Het ontstaan van slavernij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Door wat ik nu zeg, is je vast wel duidelijk geworden, dat ik niet eens zal proberen om je het geheim te ontlokken; maar er is één ding dat ik uit jouw mond zou willen horen, namelijk hoe, waar en wanneer jij tot deze wijsheid en deze magische kunst bent gekomen! Je hebt mij en mijn metgezellen tot het aannemen van een waar, hoogste goddelijk wezen gebracht, en het zal dus ook helemaal geen probleem voor je zijn mij alleen maar te zeggen, waar je op zo jonge leeftijd achter al deze dingen bent gekomen!"
Hoofdstuk 44: Roclus vertelt over de toverkunst van een Indische magiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Zoals dit echter een werk van God is, is dit eveneens het geval met mijn wijsheid! Alles wat jij aan mij ontdekt, komt van. God! Daarom hoef je dus niet meer te vragen hoe, waar en wanneer Ik tot dit alles ben gekomen!
Hoofdstuk 45: Raphaël verklaart de toverwerken van de Indisch~ magiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Denk er maar eens over na wat de gevolgen van zo'n verraad voor beide partijen zijn, dan zal het je wel duidelijk gaan worden of slechte middelen wel, serieus beschouwd, door een niet te overziene, totaal blinde, goede bedoeling en door het bereiken van een slechts schijnbaar goed doel, als goed en geheiligd beschouwd kunnen worden voor het forum van het heilige gerecht van de ware en alleen juiste wijsheid van God en Zijn lichtende geesten!
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (ROCLUS:) 'Ik vraag hier alleen maar, wat de wereldse rechtbanken zouden doen met een mens die zich met een aantal handlangers de slechte grap zou veroorloven, bijvoorbeeld 's nachts, de gezegende velden slechts over een klein gebied zoveel mogelijk te verwoesten? Ik geloof dat de Romeinen zo'n moedwillige booswicht minstens tienmaal zouden kruisigen als zij hem te pakken kregen, of zij zouden hem op een eventuele verklaring van een dokter voor levenslang in een gekkenhuis opsluiten. Maar een god aanbidt men daarvoor nog en houdt hem voor eindeloos wijs! Ook niet slecht als men zich daarbij maar gelukkig voelt! Want de hoogste wijsheid van de goden heeft immers het onbetwistbare voorrecht in de gehele schepping de allerdwaaste streken uit te halen; zij kan naar goeddunken roven, moorden en te gronde richten, en niemand zal het in zijn hoofd halen ook maar te denken, dat zij daar een kwalijke streek heeft uitgehaald. Wel wagen de bijgelovige mensen het toch te denken, dat de eerder genoemde verwoesting van het gewas nu niet bepaald iets goeds inhield; want als het iets goeds geweest zou zijn, zouden de arme, goede mensen zich de gang naar de plaatsvervangers van de goden zeker bespaard hebben.
Hoofdstuk 34: Roclus vergelijkt menselijke met goddelijke daden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Nu richtte Roclus zich tot de reeds naast hem staande Raphaël: 'Wel, laat dan zien wat je kunt! Als je mijn ervaringen ongedaan kunt maken of mijn verstand met blindheid kunt slaan, dan heb je aan mij een zwakke rietstengel die gemakkelijk door allerlei winden naar alle willekeurige kanten wordt gebogen; laat je me echter zoals ik ben, dan zal het je moeilijk lukken om mij door jouw ervaringen van mening te doen veranderen! Want je kunt nauwelijks meer dan Rome hebben gezien en watje op de reis hierheen allemaal bent tegengekomen! Je was vast nog nooit in Egypte het land van de oude wijsheid, en je hebt nog lang niet uit ervaring geleerd hoeveel soorten van geloof aan één of meer goden en godinnen bij de verschillende volkeren bestaan, en jij wilt het met ons, twaalf reuzen wat ervaring betreft, opnemen? Nu goed dan, ik heb er niet bepaald iets tegen; we zullen wel zien hoeveel haar je op je tanden hebt! Doe dus je best en weerleg mijn puur atheïstische argumenten, en laat mij de God zien die te verenigen valt met het zuivere verstand van een mens en met diens innerlijke levensprincipe, dat duidelijk de liefde is! Maar kom vooral niet met een andere God; want die wordt al bij voorbaat verworpen, omdat er geen andere kan zijn en ook nooit zal zijn! Is hij het daarmee eens, laat hem dan tegen ons beginnen!"
Hoofdstuk 36: Roclus wordt naar Raphaël verwezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Wat had dat tot gevolg? Kijk en luister: Niemand wilde meer de knecht van zijn naaste worden, ieder werkte en leefde tenslotte voor zichzelf en voor geen prijs wilde nog iemand voor zijn naaste werken. Uiteindelijk zagen de mensen echter toch in, dat een leven dat op een dergelijke manier verzorgd is, toch wel heel ellendig is. En de oudsten van het volk zagen het eerst in da~ deze situatie niet goed was, want vooral zij hadden behoefte aan verzorging. Ze bespraken met elkaar wat hieraan te doen zou zijn. Een van hen, een zeer wijs man, zei: 'De aarde is groot; laten we er op uit trekken en kijken of er niet ergens mensen leven die arm zijn en voor een goed loon ons graag zouden dienen!' Ze gingen naar Azië en vonden al spoedig wat ze zochten. De niet zo ver van Egypte wonende kleine volkeren in Azië hadden al snel in de gaten waar het de meer dan rijke Egyptenaren aan ontbrak, en ze trokken rond in de landen die verderop in Azië lagen om daar dienaren te kopen, die ze vervolgens tegen een hogere prijs in Egypte verkochten. Zie, zo ontstond de slavernij en de slavenhandel, die tegenwoordig helaas al bijna overal een normaal verschijnsel is. Kun jij zo'n vrucht van de vroegere buitengewoon hoge, algemene wijsheid van de oude Egyptenaren prijzen?
Hoofdstuk 40: Het ontstaan van slavernij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En zie, deze ellende die de mensheid is aangedaan, is en blijft nog altijd een gevolg van die tijd van Egypte waarin de mensheid over het algemeen een hoge mate van wijsheid bezat en zeer welvarend was en niemand voor een begane zon.de enige straf hoefde te ondergaan, omdat waarlijk niemand ook maar de minste reden had om zijn buurman onrecht aan te doen, daar iedereen zelf zoveel bezat van alles wat hij nodig had om te leven dat hij zijn buurman jarenlang om niets hoefde te vragen. Toen de slavernij echter opgang maakte, stelde men wetten op volgens welke geen slavenbezitter zich tegenover zijn slaven bezondigen kon, al behandelde hij hen nog zo wreed. Maar als men geen zonden kan doen, waarom zou men dan boete doen?'
Hoofdstuk 40: Het ontstaan van slavernij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Want zelfs de hoogste wijsheid van een God moet het met me eens zijn, dat het verstand voor de mens vanwege de zelfkennis en hoofdzakelijk vanwege de daaruit voortvloeiende kennis van God even noodzakelijk is, als de ogen voor hem nodig zijn om te kunnen zien! Ik weet wel dat een mens met zijn verstand, ook al is dit nog zo wakker en helder, eindeloos veel niet kan en zal begrijpen van wat de goddelijke, hoogste wijsheid allemaal heeft verordend, wat haar deed ontstaan, en wat er allemaal is en gebeurt; maar zonder een zekere scherpzinnigheid, die in staat is om te onderzoeken en te onderscheiden, begrijpt de mens helemaal nooit iets!
Hoofdstuk 57: Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Als de Nazarener een God is vol van de hoogste wijsheid, waaraan ik nu niet meer twijfel, omdat ik dat met mijn verstand inzie, dan zou het toch wel dom van hem zijn als hij de mensen zou leren om de leugen en het onware daarvan te onderkennen, maar daarentegen het licht van de waarheid en het goede daarvan zonder enig kritisch verstand aan te nemen!
Hoofdstuk 57: Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Dit is nu mijn naakte bekentenis voor u, o Heer en Meester; maar doet u nu wat u wenst, -alleen, laat ons instituut niet eerder vallen dan de tempel in Jeruzalem! Dat is mijn vurigste verzoek aan u; en het liefst zouden wij allemaal zien, dat u geheel volgens uw wijsheid onze overste en leider zou willen worden! "
Hoofdstuk 68: Het priesterdom als grootste hindernis om de leer van de Heer te verbreiden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Luister dan! 'SHE', of 'SHEI' of ook 'SHEA' betekent: 'hij dorst'; 'OUL' of ook 'VOUL': 'de in zichzelf verlaten mens', men zou kunnen zeggen: ' dierlijke mens' ; en dan' A' : 'naar de consistentie van datgene, wat de innerlijke wijsheid en kennis uitmaakt'.
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...