Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1957 resultaten - Pagina 38 van 131

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[16] Toen zeiden ook onze JOODSE GRIEKEN: 'Waarlijk, dat kan Hij alleen maar zo uitleggen, die met Zijn geest alles doordringt en eigenlijk alles in alles is! Dat is voor ons nog het grootste en duidelijkste bewijs voor Uw zuiver goddelijke zending. De tekenen doen weliswaar veel als zij op Uw wijze uitgevoerd worden, maar alleen voor mensen die al veel ervaring hebben; toch werken zij niet bevrijdend. Het woord maakt echter levend en het maakt de ziel vrij en het is daarom meer waard dan duizend tekenen, die niet levend maken maar het gemoed slechts in hun ban brengen en het met angst vervullen. Daarom betuigen wij U ook onze dank voor Uw zeer wijze les!'
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Het derde deel van onze magie heeft eigenlijk niets om het lijf omdat het alleen maar door bepaalde geheime afspraken tot stand komt. Bij het volk baart het echter vrijwel het meeste opzien, hoewel er niets anders achter steekt dan een bepaalde aangeleerde vaardigheid en behendigheid. - Dat zijn dus de drie delen waaruit onze magie bestaat.
Hoofdstuk 38: De bekwaamheid en de daden van de drie wijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Hieraan is echter eenvoudig te zien, dat door een slecht middel eigenlijk nooit een goed doel bereikt kan worden; want als de ondersteuning slecht en zwak is, hoe kan dan daar een volkomen stevig gebouw op staan?!
Hoofdstuk 39: Het goede doel heiligt niet de slechte middelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Waarlijk! Ik ben als het levende brood uit de hemel gekomen! Wie van dit brood zal eten (de leer in daden zal omzetten), zal verder leven in eeuwigheid! En zie, het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het menselijk leven van deze wereld!' (Joh.6,51) (daar onder is te verstaan de uiterlijke, stoffelijke omhulling van Mijn woord, waarin zich het levende, geestelijke woord bevindt zoals de levende kiem in zijn dode omhulsel. )
Hoofdstuk 44: De zending van de Heer op aarde. Het vlees en het bloed van de Heer (Ev.Joh. 6,36-58) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] DE WAARD zei: 'Omdat U, o Heer, het zegt, zal het nu wel de beste tijd zijn; maar anders, volgens onze vissersregel, zou het nu eigenlijk de ongunstigste tijd zijn, omdat de vissen nu gelijk met de ondergaande zon de diepte opzoeken en er dus aan de oppervlakte niet veel vis meer aanwezig is.
Hoofdstuk 50: De rijke visvangst. De heerlijk smakende edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] PHILIPPUS zei: 'Dat is maar al te waar, en ik heb dat allemaal heel goed bij mijzelf waargenomen; maar nu ik oud ben, doet geen enkele verzoeking mij nog iets. Ik heb maar één fout en die bestaat uit een soort geloofszwakte die zo nu en dan optreedt, dat wil zeggen, ik geloof eigenlijk wel alles wat U zegt, o Heer, -maar als mijn verstand alles soms niet meteen begrijpt, dan wordt mijn geloof ook zwak, en dan verval ik meteen in allerlei zorgelijke vragen waarop van geen enkele zijde een duidelijk antwoord in mijn hart te vinden is, en dan begin ik al gauw lichte twijfel te voelen. Dat is de enige verzoeking die mij nog steeds zo nu en dan besluipt. Maar U, o Heer, zou mij daar wel van kunnen bevrijden en U zou mij daardoor een zeer gelukkig mens maken!'
Hoofdstuk 52: Over verzoeking en zwakheden. Oefen het denken! - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Van dergelijke vragen heb ik er wel duizenden, en hoe meer ik erover nadenk, des te verwarder word ik en ik raak alleen maar steeds verder van het licht verwijderd in plaats van er dichterbij te komen, en juist door dat gezoek en gepieker kan ik nooit helemaal achter het beslist zeer wijze doel komen dat de Schepper heeft met deze en de talloos vele andere schepselen. Zoiets zou ook eigenlijk voor ons mensen ook helemaal niet nodig zijn, want schepselen zijn er nu eenmaal en de goede en wijze Schepper zal wel weten waarom Hij ze geschapen heeft.
Hoofdstuk 53: De bestemming van de schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Deze vormen zijn slechts voorlopige concentratieplaatsen en dragers van sterker en intelligenter wordend leven. Dit leven is voortdurend bezig hogere vormen aan te nemen en verlaat afhankelijk van de eisen die een hogere vorm stelt de voormalige eenvoudiger vorm. Wat er dan verder met de achtergebleven levenloze vorm gebeurt, is onbelangrijk, want dat was alleen maar een organisch-mechanisch omhulsel dat speciaal geschikt was voor de daarin verblijvende levensintelligentie. Of deze vissen dus nu door ons mensen of door andere dieren gegeten worden, dat brengt het grote doel van de Schepper niet in het minst in gevaar, en het einddoel van het leven wordt toch onvermijdelijk bereikt.
Hoofdstuk 53: De bestemming van de schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] PETRUS zei: 'Die moet gestenigd worden! Maar ik, en eigenlijk wij allen, begrijpen nog steeds niet zo goed hoe U, o Heer, de misdaden van die walgelijke mensen met zoveel geduld en lankmoedigheid kunt aanzien; want het is immers al erger dan in Sodom en Gomorra. Als de heidenen zoiets doen, zijn zij te verontschuldigen, -maar een jood nooit of te nimmer!'
Hoofdstuk 60: De onverschilligheid van de kooplieden op geestelijk gebied - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Deze dieren horen eigenlijk in de grote oceaan thuis; maar ten tijde van de grote vloed van Noach zijn zij in deze binnenzee terechtgekomen en sinds die tijd leven zij hier en zullen zij nog een paar honderd jaar hier blijven leven.
Hoofdstuk 62: De grote zeeslang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen in de afgelopen tijd de ruwe aardgeesten een kleine aardbeving veroorzaakten naar aanleiding van een stille opwinding van de kwade zielen, die door hun materiële aard hun bestaansruimte merendeels in de onderste aardholten hebben, zakte dan ook vanwege de zwakke binding dit hele stuk land in en stortte in de diepte. Dat was eigenlijk de volkomen natuurlijke reden; maar het is toch niet helemaal puur natuurlijk, maar ook geestelijk, omdat het reeds sinds onvoorstelbaar lange tijden ten behoeve van het ontwaken van de slechte slaapgeesten door God voorzien en toegelaten werd.
Hoofdstuk 72: Invloed van geesten bij natuurlijke gebeurtenissen als toelatingen van de voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] En zo gebeurt er op aarde helemaal niets eigenlijk puur natuurlijk op zichzelf, maar altijd in volle verbinding met het geestelijke* (* 'het geestelijke' is een aanvulling), ter wille van een geestelijk doel; want overal staat het geestelijke doorlopend nauw in verbinding met het natuurlijke en beide werken constant op elkaar in, hetgeen jullie echter pas helemaal duidelijk zullen inzien als jullie door volgens Mijn leer te handelen in jullie geest zullen zijn wedergeboren. Maar nu kunnen we na deze gedane arbeid wel weer naar huis teruggaan; want we zullen daar ook iets nieuws aantreffen.'
Hoofdstuk 72: Invloed van geesten bij natuurlijke gebeurtenissen als toelatingen van de voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Ik heb van jou nu voor de eerste keer iets gehoord over wat er eigenlijk achter onze Nazareeër schuilgaat, en kijk, hoe fantastisch jij ook over hem praat, ik vind het toch niet verwerpelijk, maar zelfs zeer de moeite waard om er ernstig over na te denken, het te onderzoeken en ook aan te nemen als aan alle nodige voorwaarden daarvoor geheel voldaan is! Dat lijkt mij helemaal niet onmogelijk, en de omstandigheden spreken er nu erg voor, omdat wij allen maar al te goed weten dat de Nazareeër zich die buitengewone bekwaamheden nergens in een geheime profetenschool eigen heeft kunnen maken omdat hij er nooit een bezocht heeft. Volgens zijn vader heeft hij zelfs nooit op een dusdanige manier leren lezen en schrijven dat men zou kunnen zeggen dat hij dat volledig beheerst. En daarom is zijn plotseling opgedoken gave des te opvallender, en is de onbegrijpelijke macht van zijn wil, waarvoor zelfs naar ik gehoord heb, letterlijk de hardste steen moet wijken des te bewonderenswaardiger. Ik houd alles voor waar omdat ik vorig jaar zelfgetuige was van zo'n daad, die hij duidelijk alleen maar door zijn wil volvoerd heeft. Maar jij, oude vriend, moet niet boos op mij worden wanneer ik als eenvoudig en bescheiden mens alleen maar menselijk met je praat!'
Hoofdstuk 58: Petrus en de rijke inwoner van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Als het nu zo is en niet anders, kunnen jullie dan bij jezelf nog volhouden dat de mensen toen ook al zo rijp waren als nu?! Kijk nu eens naar de mensen op aarde! Hoeveel zijn er zelfs onder de joden, die waarachtig in een God geloven en werkelijk levendig op Hem vertrouwen? Zij hebben bijna allen slechts een puur traditioneel geloof, in hun hart zijn zij echter volkomen goddeloos, en het komt helemaal niet in hen op dat er werkelijk een of andere God zou kunnen zijn, -en mocht er een zijn, dan maakt die zich volgens hen helemaal niet druk om de sterfelijke mensen met hun gebeden en offers. De mensen heeft Hij alleen maar geschapen om Zijn aarde te laten bebouwen en te cultiveren. Dat is eigenlijk wat de betere joden geloven, -de slechtere geloven al helemaal niets.
Hoofdstuk 64: Het ongeloof als bewijs van rijpheid voor een nieuwe openbaring, Vergelijking van de mensen ten tijde van Noach en van Jezus. De geestelijke toestand van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Ik ben zoveel mogelijk toch nog een van degenen die redelijk trouw zijn aan de instellingen van Mozes, en ik ben wat betreft geestelijke zaken steeds het liefst en het meest met de belangrijkste wijze mensen van alle nationaliteiten omgegaan, en zij wisten uiteindelijk geen van allen over het betreffende onderwerp iets meer te zeggen dan ikzelf. De Romeinen zeggen, en met hen ook de Grieken: 'Dat is nu juist de noodlottige sluier van Isis, die tot op heden nog door geen sterveling is opgelicht! ' Ja, dat is heel mooi gezegd, en er zit ook veel waarheid in; maar daar hebben we jammer genoeg niets aan! Want een dode voelt, hoort en ziet niets meer, en wij, die nog aan dit leven knagen als wormen aan een verrot stuk hout, zien, horen en voelen van de gestorvene ook niets anders meer dan zijn dode, stinkende lichaam, dat weinige jaren later tot stof en as wordt. Dus, Heer en Meester, U, die het leven zelfbent volgens Uw leer, geef mij, en eigenlijk ons allen, daarover een duidelijke uitleg, wat ik U smeken mag! Want waarlijk, met de duistere gedachte aan de dood, aan het graf en aan de vernietiging wil ik niet graag nog een jaar leven!'
Hoofdstuk 67: De onsterfelijkheid van de menselijke ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...