Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

20425 resultaten - Pagina 38 van 1362

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[4] Agricola zei: 'O, m'n beste dochter, jullie wijze koning Salomo heeft eens gezegd: ' Alles in deze wereld heeft zijn tijd en van tijd tot tijd moet de mens geduld hebben, want zolang de druifniet rijp is, moet men haar niet van de wijnstok afhalen!' En zie, zo zul jij ook nog niet volledig rijp zijn om meer over die verheven man te horen; als je echter rijp wordt, zul je ook wel meer te horen krijgen. Maar zoals gezegd, let goed op alles wat die verheven man zal zeggen en doen, dan zal je hart je wel zeggen wie Hij is! - Heb je mij nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 22: De weetgierigheid van de jonge jodin met betrekking tot de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Agricola zei: 'Je hebt weliswaar helemaal naar waarheid en juist gesproken, maar er is toch nog iets wat je bij je beschrijving van armoede en nood bent vergeten! Kijk, wie God liefheeft, die beproeft Hij eerst heel secuur voor Hij hem volledig helpt! En dat schijnt God de Heer bij jullie gedaan te hebben. Toen jullie nood echter het hoogst was, kwam ook Zijn hulp en nu zijn jullie pas werkelijk geholpen. Want ik heb jullie in de naam van God, onze Heer, mijn belofte gegeven en ik zal mijn woord ook houden en wel zuiver uit liefde en dankbaarheid voor jullie ware God en niet vanwege een of andere speciale liefde en genegenheid voor jou, omdat je een zeer mooie jodin bent. Want mijn liefde tot God is zeer veel groter dan ik ooit voor alle schoonheid en pracht van de wereld heb gevoeld. Dus overje levensonderhoud hoef je van nu af aan niet meer in te zitten, maar dat je een nadere kennismaking met die verhevene nog een poosje wordt onthouden, heeft een heel wijze reder en wij zijn dus niet op een of andere wijze hard tegen je als we je niet meteen alles zeggen, wat wij allen geheel zeker en volkomen waar over Hem weten.
Hoofdstuk 22: De weetgierigheid van de jonge jodin met betrekking tot de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Rafaël zei: 'Daarom heb ik het je ook niet gevraagd, want jullie bezit aan kleren in jullie woonvertrek ken ik heel precies. Ik weet echter nog iets, wat je vanwege je enigszins misplaatste eergevoel graag wilde verzwijgen. Maar zie, bij ons kan niets worden verzwegen, omdat wij alles maar al te precies weten. Je hebt uit liefde voor je ouders en je broer je goede en zelfs zeer kostbare kleren bij een Griekse pandjesbaas voor honderd zilverstukken voor een jaar beleend en de pandbrief heb je thuis, en zie, daarvan heb je me juist niet bepaald veel verteld! Als je nu die kleren zou bezitten, zou je daarmee dan niet tevreden zijn? Voor je ouders en je broer zou dan hier wel gezorgd kunnen worden!'
Hoofdstuk 24: Rafaël kleedt de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] De Griek zei: 'Ja, morgen wilden ik en alle anderen weer vertrekken omdat wij alles wat wij hebben meegebracht al heel goed hebben verkocht, maar ter wille van jou zal ik morgen nog tot de middag hier blijven en je graag nog om een paar geestelijke schatten vragen om mee te nemen naar Griekenland. Misschien hoor ik morgen iets van je over de toebereiding van jullie spijzen, die werkelijk goddelijk heerlijk smaken!'
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar Ik zei: 'Heb maar geduld, beste vrienden, er komt nog meer! Pas als jullie alles gezien hebben, zullen we zien waar het eigenlijk vandaan komt en wat het te betekenen heeft. Kijk dus maar aandachtig naar alles wat er nog zal verschijnen, want er staat immers in de profeten geschreven dat er in deze tijd ook aan de hemel tekenen zullen geschieden en niet alleen op aarde. En omdat er nu zulke tekenen geschieden, zien jullie ook zelfs met je lichamelijke ogen dat de woorden van de oude profetieën nu vervuld worden. Maar let nu verder op wat er nog allemaal te voorschijn zal komen!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] En een fors gebouwde jood riep luid tegen de Farizeeën: 'Als jullie ons in onze grote angst, nood en ontsteltenis geen bevredigende oplossing kunnen geven, dan hebben we jullie ook niet nodig wanneer er niet van zulke tekens aan de hemel verschijnen, die ieder mensenhart uitermate verontrusten en beangstigen! Als jullie ons nu geen troost kunnen geven, waarvoor zijn jullie er dan? jullie kunnen alleen maar tienden en grote offers eisen en die dan opmaken en verkwisten; en wijze mensen, die jullie de waarheid in het gezicht zeggen en die zieken op wonderbaarlijke wijze genezen, jagen jullie met stenen de tempel uit! Maar nu, nu duidelijk het gericht van God met dat verschrikkelijke licht ons allen beschijnt, zijn jullie zo stom als een steen en durven jullie niets te zeggen! 0, ga nu naar buiten naar die twaalf verschrikkelijke zuilen, die dreigend een licht als op de dag van het jongste gericht over de aarde verspreiden en die zeker spoedig met een allerverschrikkelijkste vuurstorm alles wat op aarde leeft en groeit, zullen vernietigen, en werp daar jullie vervloekte stenen heen en begiet ze met jullie vloekwater, dan zullen we zien of die twaalf allerverschrikkelijkste vuurzuilen voor de macht van jullie priesterdom zullen buigen! O jullie ellendige en ook nog hoogmoedige, gruwelijke huichelaars en volksbedriegers! Nu, nu moeten jullie ons tonen dat jullie de enige ware vrienden en dienaren van God zijn, anders zullen wij als volk ons op jullie wreken voor iedere onrechtvaardigheid die wij door jullie te verduren kregen!'
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] 'Wel', denken en zeggen jullie bij jezelf, 'hoe is zoiets nu mogelijk? God moet toch alles kunnen doen wat Hij maar wil!' ja, dat kan God waarlijk. Maar bij de volkomen vrijheid van de menselijke wil kan en mag God nooit of te nimmer doen wat Hij wil, want als God de menselijke wil ook maar enigszins zou beïnvloeden, zou de mens een marionet worden, bestuurd door het koord van de vaste goddelijke wil, en zou dan nooit tot een vrij, zelfstandig leven kunnen komen. Kan hij dat echter uit zichzelf niet bereiken, dan is het met het eeuwige leven van zijn zielonvermijdelijk ook voor eeuwig gedaan.
Hoofdstuk 50: De Heer legt de lichtverschijnselen uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Het zou dus een groot misverstand zijn om aan te nemen dat God al van eeuwigheid voorbestemd zou hebben dat dit alles, wat Ik jullie nu door de verschijnselen getoond en mondeling voorspeld heb, zo zou moeten gebeuren. O nee, dat is geenszins het geval! Maar toch zal alles zo gebeuren, omdat de mensen het zo willen, omdat het allergrootste en invloedrijkste deel van hen zich heel welbehaaglijk en met enorme hardnekkigheid vrijwillig in de totale nacht van de hel bevindt, en nu zelfs na Mijn geweldig machtige oproep deze nacht van de dood niet wil verlaten.
Hoofdstuk 52: Noodlot of vrijheid van wil? - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Daarom kan Ik met jullie daar niet over spreken zoals geleerden dat doen, maar alleen met woorden waarmee de geest van God onderwijst en alle dingen vanuit de geest richting geeft, en jullie kunnen Mij daarom ook niet geheel begrijpen, omdat jullie ziel nog niet helemaal vervuld is van de geest. Maar wanneer jullie ziel zich met alle liefde en een vrije goede wil geheel zal bevinden in de geest uit God, die jullie nu ontvangen, dan zullen ook jullie zelf alle dingen vanuit de geest benaderen en alles goed zien en begrijpen wat jullie nu nog duister en onbegrijpelijk voorkomt.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Jullie vernemen nu echter toch al iets van de eeuwig ware geest van God en jullie kunnen ook al veel vanuit een geestelijk standpunt bezien. Maar de door en door natuurlijke mens merkt niets van Gods geest in zichzelf, en als men daar met hem over spreekt, is dat voor hem een dwaasheid, omdat hij niets in zich heeft waarmee zijn ziel de dingen vanuit de geest kan beoordelen. Want als een mens geestelijke dingen wil verstaan en begrijpen, moet eerst zijn ziel en alles geheel van de geest doordrongen zijn, want al het leven en al het ware licht en alle ware kracht is enkel in de geest aanwezig, die alleen aan alles de juiste richting geeft en door niemand kan worden tegen gehouden.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Jullie moeten daarom vóór alles het ware rijk van God en zijn gerechtigheid zoeken, al het andere zal je er dan vanzelf bij gegeven worden, want dat zal Gods geest dan in je doen. Maak je in het geheel geen zorgen over aardse dingen, niet eens over wat je de komende dag zult eten en drinken en waarmee je je lichaam zult bekleden, want dat is iets waarover de heidenen zich zorgen maken en andere mensen van de wereld die de ware God nog nooit hebben leren kennen. Als de ware geest in jullie zijn volle wedergeboorte heeft bereikt, zullen ook jullie daarmee alles bereikt hebben wat je nodig hebt.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Als jullie op Mijn wegen zullen wandelen en blijven, zoals Ik jullie dat leer en geleerd heb, dan zullen jullie ook in Mij zijn en Mijn geest in jullie, en daarmee zullen jullie alles kunnen doen en tot stand brengen wat zijn wijsheid jullie zal zeggen en wat zijn wil in jullie zal willen. En daarmee is jullie alle noodzakelijke wereldse verzorging voor de tijd van je aardse leven ook in meer dan overvloedige mate gegeven.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Dat zulke capaciteiten in jullie mensen aanwezig zijn, kunnen jullie heel gemakkelijk en juist opmaken uit jullie droombeelden, wanneer die helder zijn, want daarin worden jullie innerlijke gedachten, ideeën en begrippen tot realiteiten en worden ze levend en krijgen ze vorm; jullie kunnen je daarmee als met echte objecten bezighouden. Wel,jullie weten natuurlijk niet hoe dat in zijn werk gaat, dat jullie je in je dromen in een heel gewone wereld temidden van mensen bevinden, die vaak heel wijs met jullie spreken en van alles doen; maar dat is voorlopig niet belangrijk. Als jullie op de manier die Ik jullie heb uitgelegd in de geest uit Mij zijn wedergeboren, zullen je alle geheimen van je leven en de reden daarvan duidelijk worden; maar voorlopig kunnen jullie als een heldere waarheid aannemen, dat ieder verschijnsel in het leven van de mens een zeer wijze en ware reden heeft, daar het anders nooit of te nimmer in de mens te voorschijn zou komen.
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[25] Ik zei: 'Dat, Mijn vriend, zul je nog vroeg genoeg te weten komen, en daarover kun je van gedachten wisselen met Mijn leerlingen, die van dat alles al heel precies op de hoogte zijn. Maar Ik heb jullie nog veel belangrijker dingen te laten zien en te vertellen, maar pas na de ochtendmaaltijd. Want dadelijk zullen de dertig Grieken de berg op komen, een ochtendmaal nemen, en een aantal zaken met de jongeman daar bespreken. Zij komen vroeger omdat de nachtelijke verschijnselen hen ook verontrust hebben.'
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar de engel zei: 'Beste vrienden, stoppen jullie je goud maar gauw weer op de plaats waar je het vandaan hebt gehaald! Want zie en hoor wat ik jullie nu zal zeggen! Echte goden laten zich door mensen niet aanbidden, ook nemen zij van niemand enig stoffelijk offer aan. De wijze en liefdevolle wens van de goden voor jullie mensen bestaat daarin, dat jullie maar in één, enig ware, eeuwige en almachtige God geloven en Hem met al jullie levenskracht boven alles zullen liefhebben en jullie naasten zoals ieder van jullie zichzelf liefheeft, wat zoveel wil zeggen als: wat je redelijkerwijs verwacht datje naaste voorjou zal doen, doe dat ook voor hem!
Hoofdstuk 59: De ware aanbidding van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...