Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22363 resultaten - Pagina 38 van 1491

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[16] Daar is Judas helemaal verbouwereerd van en hij heeft geen weerwoord; want Petrus had hem nu wezenlijk geraakt. Hij ging naar buiten en dacht er eens diep over na, kwam na enige tijd weer terug en vroeg ons allen om vergeving! Ook beloofde hij, dat hij zich van nu. af aan helemaal zou veranderen en hij wilde nu heel serieus een leerling van Mij zijn; alleen hoopte hij dat we hem niet ruw af zouden wijzen! Daarop zegt Nathánaël, die zelden of nooit iets zei: 'In jou woont de geest van Kaïn, begrijp je wel? En deze geest verbetert zich op deze aarde niet; want de wereld is de geest van Kaïn, en daarvan kun je geen verbetering verwachten!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Ik hoop dat jullie, omdat je al zo wijs bent, zult inzien dat ik nu nog in mijn oude beginselen vastgeroest zit; maar dat ik juist daarom jullie leer wil leren kennen, om daardoor mijn oude leer, waarin ik nu echt niet meer zoveel geloof, kwijt te raken. Als ik nu, als niet ingewijde, soms een beetje protesteer tegen deze nieuwe leer van jullie, dan zul je daar toch niet over vallen, is het wel?!
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] 'Veel en niets', zegt Nathánaël,'net zoals je zelf maar wilt! Dat je geen angst kent, is nu juist niet zo'n grote deugd. Want ook de satan moet geen angst kennen, anders zou hij God de Heer niet eeuw in eeuw uit ongehoorzaam blijven! Dat kun je trouwens hier op aarde ook al bij de dieren zien, waarvan er sommigen duidelijk meer moed hebben dan anderen. Kijk maar eens naar een leeuw, een tijger, een panter, een wolf, een hyena of een beer en vergelijk die eens met een lam, een geit, een ree, een haas en nog meer van die bange dieren! Zeg eens, bij welke van deze twee diergroepen zou je jezelf rekenen?'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Je kunt rustig aannemen, dat zodra ik net als jullie in de nieuwe leer van je meester ingewijd ben, en haar beginselen ook onweerlegbaar goed en waar vind, dat ik dan voor deze nieuwe leer van jullie ook zeker tienmaal harder zal vechten dan jullie allen bij elkaar; want ik ben moedig en trotseer iedereen, omdat ik voor niemand bang ben. Gesteld dat ik ergens bang voor was, dan was ik toch allang bij jullie weggebleven nu je tesamen met je meester me al meerdere malen zo duidelijk hebt laten merken, dat ik bij jullie niet welkom ben! Maar angst ken ik niet, en dus kom ik terug. Het is weliswaar duidelijk te merken dat jullie je eraan ergert; maar dat doet me niets, en ik blijf net als jullie toch een leerling van deze nieuwe leer. Wat kunnen jullie daartegen doen?!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Aan beide zijden van het huis lag een goed omheinde tuin, waarin men alleen door een kleine achterdeur van het huis kon komen. Die deur gebruikten we dus en ontkwamen op deze manier aan de nieuwsgierige ogen van de duizenden, waarvan meer dan driekwart slechts door sensatiezucht werd gedreven, en zich alleen maar eens wilde vergapen aan wonderbare gebeurtenissen.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Zodra de menigte deze mededeling hoort, breekt iedereen op en roept: 'Op naar Kapérnaum! Daar zullen we wel verder navraag naar Hem doen, en het huis vinden waarheen Hij is gegaan!'
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Maar niet lang daarna is het de beurt aan de mensen van Kapérnaum om grote ogen op te zetten, wanneer ze de volksmenigte de stad in zien komen. De Romeinse overste stuurt er meteen een aantal krijgsknechten op af en laat hen vragen, wat die menigte in Kapérnaum komt doen, want het was sabbat en op deze dag, waarvoor de overste de zorg had dat die geheiligd werd, was er echt geen markt of een ander evenement.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Tijdens de gesprekken van de Farizeeën en schriftgeleerden met leerlingen, brengen een man of acht een aan jicht lijdende man op een bed, om hem door Mij te laten helpen! Het huis was echter dermate omringd door mensen, dat het voor die acht mannen niet mogelijk was om de zieke in het huis bij Mij te brengen. Ze waren echter bang dat Ik al gauw zou vertrekken en, omdat het huis aan de zee lag, aan de zeezijde door een kleine uitgangsdeur naar zee zou gaan en ergens heen zou varen. Een van hen ging naar de eigenaar van het huis die hij kende, en zei: 'Vriend, mijn broers en ik hebben met z'n achten de broer van onze moeder, die door aanhoudende jichtaanvallen al acht volle jaren het bed niet meer heeft kunnen verlaten, met bed en al hierheen gebracht om hem op deze manier persoonlijk bij de beroemde wonderheiland te brengen, die zich in jouw huis bevindt en hem zeker kan genezen. Het is echter door die enorme volksoploop totaalonmogelijk hem in het huis voor Jezus te brengen. Vriend, kun jij ons alsjeblieft raad geven, wat we nu doen moeten!'
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De eigenaar zegt: 'Dat zal werkelijk wat lastig gaan; want de kamer waarin Jezus Zich bevindt, is stampvol mensen! Er zijn daar meer dan honderd leerlingen, met daarbij een grote groep Farizeeën, priesters en schriftgeleerden uit alle plaatsen en omstreken, en die overleggen daar. Maar ik zal vanwege onze oude en goede vriendschap, bij deze buitengewone gelegenheid toch wat voor jullie doen!
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Eén van de acht zei: 'Ei, waarover praat jij hier, oude tempelos?! Houd je tandeloze bek dicht en kruip naar Jeruzalem in Salomo's ossen ezel -, kalver - en schaapsstal en blèr daar tesamen met deze gebruikelijke vulling van het godshuis je liederen van Jeremia! Wij hebben jullie tegenwoordige, beestachtige godsdienst al lang afgezworen en weten, dat God meer welgevallen heeft aan goede werken, dan aan het gebrul van jullie ossen en ezels!'
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De nog jonge man had dan ook in. weinig woorden de volle waarheid op een ietwat overdreven grappige manier Uit de doeken gedaan en daarom kreeg hij zoveel bijval. Want men bracht bij grote feesten een massa rundvee, ezels en schapen in de tempel, alleen maar omdat deze dieren het hardste kunnen blèren en blaten, en men gaf ze dan eerst ook nog een paar dagen lang geen voer, opdat ze dan tijdens het offeren in de tempel zo'n ontzettend lawaai zouden maken, dat de mensen daardoor zouden sidderen en beven.
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Deze toespraak veroorzaakt weer grote bijval bij de leerlingen, maar daarentegen ergernis bij de Farizeeën, priesters en schriftgeleerden; maar de leerlingen roepen luid: 'Vooruit, naar beneden met de ongelukkige van boven die hier beneden het heil zoekt!' En meteen wordt de zieke naar beneden gelaten.
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Toen deze op het bed voor Mij lag, smeekte hij Mij onder tranen of Ik hem wilde helpen! Ik zei tegen de zieke, omdat Ik zag, dat hij en degenen die hem op deze manier bij Mij gebracht hadden, een echt en waar geloof hadden: 'Wees getroost, Mijn zoon, je zonden zijn je vergeven!' Dat zei Ik echter alleen maar daarom eerst, om de Mij reeds welgezinde schriftgeleerden op de proef te stellen; want ze waren Mijn vrienden geworden door de opwekking van de dochter van Jaïrus, die hun overste was.
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Een schriftgeleerde antwoordt daarop: 'Het lijkt me toe dat u deze mens, behalve dan met het vergeven der zonde, ook verder niet zult kunnen helpen! Want als de jicht je eenmaal zo heeft toegetakeld, dan helpt alleen de dood nog maar!'
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik zeg: 'Denkt u er zo over?! U matigt zich aan dat u alleen de zonden vergevende kracht zoudt bezitten, en u zegt daarbij dat hij alleen maar door de dood te genezen is. Ik zeg u echter: Opdat u zien en weten kunt dat de Zoon des mensen op aarde óók de macht heeft om de zonden te vergeven, zeg Ik nu in uw bijzijn tegen deze zieke: 'Sta op, neem je bed en ga volledig gezond en getroost naar huis! (Matth. 9:6)
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...