Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 38 van 139

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[13] Sterf je echter als een in Gods ogen ongerechtigd mens, dan zal er wel een zeer lange nacht tussen de dood van je lichaam en je ware opstanding volgen - het is echter niet zo dat je je daar niet bewust van bent, de ziel is er zich wel van bewust -, en dat zal een echte en lang durende dood van de ziel zijn. Want een dood waar de ziel geen weet van heeft, zou ook geen echte dood voor haar zijn; maar de dood waarvan ze zich bewust is in het rijk van de onzuivere geesten, zal een grote pijn en kwelling voor haar zijn. Zie, zo zal het gaan! En nu jullie dat weten, moeten jullie een volgende keer duidelijker en meer volgens de waarheid denken en spreken; en waar jullie niets van weten, daar moet je Mij naar vragen, opdat je door je woorden niet tot allerlei verkeerde denkbeelden vervalt! Onthoud dat allemaal goed!'
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Ik zei: 'De ziel van een volkomen en gerechtigd mens zal niet alleen met een enkele oogopslag deze hele aarde door en door en geheel en al kunnen zien en over alles uiterst helder en volledig kunnen oordelen, maar over nog eindeloos veel meer; want deze aarde is niet de enige in de eindeloze scheppingsruimte, maar er zijn er nog eindeloos veel meer, en ook zulke die veel groter zijn en evenveel overeenkomstige zijn er ook in het rijk van de zuivere geesten.
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zei: 'Dat is een goede gedachte van je en wat je wenst zal ook geschieden. Maar zo plotseling als Ik de storm op zee deed bedaren, gaat het niet met de geestelijke hulp; want daarbij had Ik alleen maar met geesten en krachten te maken die nog lang geen eigen vrije wil hebben en Mij derhalve ook onvoorwaardelijk moeten gehoorzamen.
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Zie, zo veel liefde heeft de goddelijke wijsheid voor de mensen, die ze ooit als haar kinderen in deze wereld heeft geplaatst ter beproeving van de volstrekt vrije wil, die hun werd gegeven. Begrijp dat daarom goed en stel verder geen zinloze vragen aan Mij; want God heeft uit Zichzelf voor eeuwig een orde bepaald en daar zal het ook eeuwig bij blijven! En laten we nu over iets anders praten, als jullie dat willen!
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer) : 'Daarop vroeg de raadsheer aan de hem verschenen geesten of ze werkelijkheid waren of misschien een begoocheling van zijn wellicht betoverde zintuigen.
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De geesten zeiden: 'Wij zijn waarheid en als je dat niet ziet en niet wilt begrijpen, houd jij je alleen zelf voor de gek!'
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] De geesten zeiden: 'Je zou ons ook vaker kunnen zien en spreken, als je ziel niet zo verblind zou zijn door de genotzucht van de materiële wereld.
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] De geesten zeiden: 'Hij is Degene die Hij is, die Hij was en die Hij altijd zal zijn! Meer mogen we niet over Hem zeggen; want dat gebiedt ons Zijn wil. Maar Hij is toch bij jullie, je kunt het Hem zelf vragen!'
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daarop richtte de raadsheer zich speciaal tot Julius Caesar en vroeg hem: 'U was op aarde een heel verstandige en machtige held; alles en iedereen had zich te schikken naar uw geboden. Maar hoe leeft u nu in de wereld van de geesten?'
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Kijk, zo ongeveer is alles in die andere, of liever gezegd, in onze geestenwereld! Het verschil tussen onze wereld en die van jullie hier, is alleen maar het volgende: Wij, geesten, wonen in feite eigenlijk in onze geheel eigen wereld, maar jullie wonen in de wereld van God. Want onze wereld is het werk van onze gedachten, ideeën, begeerten en onze wil; maar deze wereld is het werk van de liefde, de gedachten, de ideeën en de wil van God.
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Julius Caesar zei: 'Op deze aarde zal dat door mij beschreven gebied zich wel nergens bevinden, maar toch is het zo dat het plaatselijk overal kan zijn; want waar ik ben, is ook dat gebied. Zo langzaam aan heb ik wel geleerd dat de plaats, de omgeving en alles wat mij in onze wereld als schijnbaar levenloze materie omgeeft, uit mijzelf is gegroeid -zoals in zekere zin een boom uit de aarde- of met andere woorden: ikzelf ben de schepper van de wereld die ik bewoon. Ik en mijn vrienden bewonen daarom ook eenzelfde landschap, omdat wij eenzelfde liefde, dezelfde wil en derhalve ook eenzelfde denkwijze hebben; maar op dezelfde plek kunnen ook nog talloze andere geesten wonen, en ieder in een andere omgeving. Dat is het grote verschil tussen ons, geesten, en jullie, nog aardse mensen.
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] En dat is ook hetzelfde en eindeloos grote verschil tussen God en ons mensen, die op Hem gelijken, dat slechts God alleen vanuit Zijn grote gedachten volkomen, zelfstandige en geheel vrije mensen in het leven kan roepen, terwijl wij, geesten, wel fantomen maar geen realiteiten in het leven kunnen roepen. Zo is ook de wereld die een geest bewoont, eerder een fantoom dan werkelijkheid; want geesten met een grotere volmaaktheid hebben mij ook hun wereld laten zien op een en dezelfde plaats, en die wereld zag er heel anders uit dan de wereld die ik bewoon. Maar dat zul je pas helemaal begrijpen en inzien alsje zelf een bewoner zult zijn van je eigen innerlijke geesteswereld.
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Op dat moment ontnam Ik de raadsheer het innerlijk gezichtsvermogen en hij zag geen geest meer. Maar toen vroeg hij Me vol angst waar de geesten nu naar toe waren gegaan omdat hij er geen een meer kon zien, horen of spreken.
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Ze zijn er nog net zo als zoëven; maar je kunt ze nu niet meer zien, horen of spreken omdat je ziel nog te zeer één is met je vlees en nog helemaal niet verenigd is met Gods geest in haar. Maar als je ernaar gaat streven om je te verenigen met de geest in je, zul je ook altijd de geesten die zich om je heen bevinden kunnen zien, horen en spreken. -Heb je dat goed begrepen?'
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Cyrenius echter zei tegen Mij: 'Heer, Waarom mochten ook wij de geesten die mijn raadsheer zag en sprak eigenlijk niet zien en spreken?'
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...