Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 38 van 91

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[5] Nojed zei:'Vriend,jij bent een profeet; wij geloven jou, en wij geloven nu ook weer in de God van Abraham, Isaak en Jacob! Want als jij geen profeet zou zijn, vervuld van de geest van jehova, dan zou je niet zo precies onze namen en nog minder onze meest geheime levensomstandigheden kunnen weten. Daarom zij nu opnieuw alle eer aan de enig ware God van de joden, die ons door Zijn zorg zo wonderbaarlijk tot ware mensen heeft gemaakt! In welk land ben jij profeet geworden? Ben jij ook een Samaritaan?'
Hoofdstuk 21: De omstandigheden in het gezin van Hiponias, de vader van de drie dieven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Dan is ook het moment aangebroken waarop God Zich weer opnieuw aan de mensen begint te openbaren, eerst door de mond van gewekte mensen, en door andere tekenen, maar ook door allerlei soorten gericht over die mensen, die door allerlei leugens en bedrog en het onderdrukken van arme en zwakke mensen rijk en machtig, trots en liefdeloos en zeer overmoedig zijn geworden; mensen die zelf aan geen enkele God meer denken en nog minder in hun hart daarin geloven, maar zich alleen maar in alle genietingen van de wereld storten, over de arme mensen heen lopen en hun zelfs niet meer de waarde van een mens, maar nauwelijks die van een gewoon dier toekennen.
Hoofdstuk 23: Over de noodzaak en het doel van verzoekingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] David heeft de ene, ware God alleen daarom bezongen omdat hij niet alleen in Hem heeft geloofd, maar Hem ook gezien en voortdurend met Hem gesproken heeft. En onze zanger, die zelf een zuivere Jood is, heeft helemaal gelijk dat hij door zijn harpspel en zijn gezang alleen Hem de eer geeft, aan Wie sinds eeuwigheid als enige de eer toekomt! Daarom moet hij ook voor de heidenen, die David al naar de oude waarheid heeft teruggeroepen, alleen de psalmen van David zingen, zodat hun harten zachter worden en meer open gaan staan om de ene, eeuwig ware God te herkennen en te aanbidden; en die God is voor een waarachtig mens niet zo verborgen en ontoegankelijk als jullie goden, die alleen maar verzonnen en naderhand door mensenhanden uit dode materie zijn gemaakt, dat voor jullie zijn. Dat het inderdaad zo is, kunnen wij je bijna allemaal ook praktisch bewijzen, hoewel je daardoor niet dichter bij de innerlijke, geestelijke en dus alleen in zichzelf levende waarheid zult staan dan nu.'
Hoofdstuk 11: De Heer geneest de Griek die een zieke maag heeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De Griek zei: 'Vriend, wij danken je voor dit werkelijk zeer wijze onderricht en beloven je, dat wij daar van nu af aan getrouw naar zullen leven en handelen! Maar omdat het nog niet zo laat in de avond is en ik uit jouw woorden en uit wat je aan mij hebt gedaan opgemaakt heb dat jij de enig ware God heel goed kent en ook Zijn liefde en vriendschap geniet, omdat je volledig volgens Zijn wil leeft en handelt, kun je ons vanuit het goddelijke licht in jou toch ook nog wel enigszins uitleggen, hoe God zonder stof of materie deze aarde uit Zichzelf heeft kunnen scheppen. Ik heb weliswaar al gezegd dat de stof, waaruit alles is geschapen, enkel en alleen bestaat uit de almachtige wil van God; maar desondanks vraag ik me nog af hoe het mogelijk is dat uit de zuivere wil van God de stof en de materie zijn ontstaan. Als wij Grieken ons daar ook maar enige voorstelling van zouden kunnen maken, zouden wij buitengewoon tevreden zijn.'
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Jullie vragen je nu natuurlijk af waarom Ik zoiets toelaat. En Ik zeg jullie: de reden dat Ik zoiets toelaat is, dat het voor een menselijke ziel die te traag is om ernstig te zoeken beter is dat ze toch iets gelooft en zich door dat geloof in een orde invoegt, dan dat ze in haar traagheid en werkschuwheid volledig zou afsterven. Als het bedrog en de verdrukking eenmaal te ver gaan, dan worden de lichtgelovigen in de eerste plaats door de nood gedwongen om zelfstandig verder naar de waarheid te zoeken. Ze merken het bedrog, laten hun traagheid varen, beginnen ernstig zelf te zoeken en schuwen de strijd niet -en daaruit komt weldra allerlei licht voort. En in de tweede plaats is daarna voor een mens, die zolang bedrogen en daarom een ijverige zoeker is, een door Mij opnieuw gegeven openbaring hem onuitsprekelijk veel meer welkom en ook effectiever bij het verdrijven van het oude bijgeloof.
Hoofdstuk 19: Over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daarop wendde Ik Mij tot het volk, dat op die manier onder elkaar oordeelde, en omdat Ik Mij bij dit volk werkelijk zo goed als in de buurt van Jeruzalem bevond, vertelde Ik hun het volgende beeld: 'jullie hebben gelijk met te zeggen dat jullie uit de buurt van Jeruzalem komen en niets weten van het feit dat het rijk Gods en de gerechtigheid ervan opnieuw gebracht wordt, en dat jullie nu hier verlangen dat het rijk Gods onmiddellijk geopenbaard wordt, als dat door Mij geopenbaard kan en wil worden!
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik bevind Mij nu in jullie aanwezigheid werkelijk in de buurt van het blinde Jeruzalem, dat met open oren niets hoort en met wijd opengesperde ogen niets ziet! Hoe vaak ben Ik al niet in Jeruzalem geweest en heb jullie onderwezen en voor jullie ogen tekenen gedaan als getuigenis van de ware reden van Mijn komst in deze wereld, en nog zeggen jullie dat jullie niets weten van het feit dat het rijk Gods en de gerechtigheid ervan wordt teruggebracht, en verlangen nu van Mij, als Ik degene ben die het rijk Gods en zijn gerechtigheid opnieuw breng, dat Ik het rijk Gods en zijn gerechtigheid in jullie bijzijn nu direct zal openbaren. Goed dan! Ik zal het doen, luister dus naar het volgende beeld:
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Toen de doodskist en daarmee ook de herinnering aan de dood weggebracht was, begonnen als eersten de Grieken, die ons tot hiertoe hadden begeleid, Mij opnieuw hoog te prijzen en te loven, en zij zeiden luid: 'Geen enkel mens, maar alleen een God kan dat bewerkstelligen!'
Hoofdstuk 33: Het opwekken van de dode jongeman in Nahim - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Iedereen - en vooral de weduwe, die heel goed wist voor hoeveel gasten zij eten had klaargemaakt -begon zich er echter buitengewoon over te verbazen dat er nu meer dan drie keer zoveel gasten al een uur lang aten en dronken, terwijl men aan de schalen nog niet merkte dat de spijzen daarin minder waren geworden. Ook de wijnkaraffen leken zichzelf opnieuw te vullen.
Hoofdstuk 36: Waarom de Heer de weduwe bezoekt (5.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] God aanbidden wil zeggen: Hem steeds boven alles liefhebben en zijn naaste als zichzelf. En God werkelijk liefhebben wil zeggen: heel trouw Zijn geboden houden, ook onder vaak meest onaangename levensomstandigheden, die God, als het volgens Zijn liefde en wijsheid op de een of andere manier nodig is, over deze en gene laat komen als versterking en levensoefening voor zijn ziel, die te sterk door de materie is aangetrokken; want alleen God kent iedere ziel, haar natuur en eigenschappen, en weet ook het duidelijkste en beste hoe die ziel op de ware levensweg geholpen kan worden.
Hoofdstuk 37: De voorwaarde voor een persoonlijke openbaring van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Maar dan kom Ikzelf, bekeer de heidenen en kom met hen hierheen op de meest treurige avond van deze gemeente; Ik maak het dode geloof weer levend en geef het weer terug aan de weduwe, dus aan de zuivere leer van God. En na deze daad van Mij zullen ook alle heidenen hierheen komen, het weer opnieuw tot leven gewekte geloof in één, enig ware God aannemen en hun leven inrichten volgens Zijn wil die Hij hun bekend heeft gemaakt.
Hoofdstuk 40: Over de geestelijke omstandigheden van onze tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Allen zeiden, terwijl ze zich op de borst sloegen: 'Heer, dat willen en zullen wij doen, zo waar wij ons met onze eigen handen op de borst slaan en zo waar wij, door u opnieuw daartoe aangespoord, in de God van Abraham, Isaäk en Jacob geloven en al Zijn geboden precies willen houden, ook in al onze kinderen en kindskinderen tot aan het einde der wereld, als God ons wil helpen!'
Hoofdstuk 46: De bekentenis van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Toen wij binnen enkele ogenblikken helemaal uit hun blikveld verdwenen waren, waar ze zich opnieuw hevig over verbaasden, gingen ze op weg en reisden terug langs de woestijn, tot de plaats waar hun vrouwen en kinderen met hun bezittingen in een grote, moeilijk toegankelijke grot woonden, die van de storm verschoond was gebleven en ook niet vol modder was geraakt. Toen de zeventig mannen zo snel in de grot terugkwamen, waren hun vrouwen en kinderen, die nog beefden van vrees en angst vanwege de plotseling ontstane, ongehoord hevige storm, verbaasd dat ze zo snel en zonder buit teruggekeerd waren.
Hoofdstuk 49: Het in bezit nemen van de vruchtbare kolonie (26.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Toen Ik uitgesproken was, wendde de opnieuw tot leven gewekte zoon van de weduwe zich tot Mij en zei: 'O Heer van het leven, kijk, ik was volkomen dood en leef nu weer door Uw genade. Als ik Uw heilige wil, die U ons nu bekend gemaakt hebt, heel nauwkeurig in acht neem, zal ik dan eeuwig verder leven en nooit meer sterven? Want sterven is verschrikkelijk bitter, en ik zou het niet graag nog een keer meemaken! Als je eenmaal dood bent merkje natuurlijk geen pijn meer en is alle angst en vrees weg, omdat je niets om je heen meer weet, voelt, ziet of hoort; maar voordat je helemaal dood bent, heb je wel heel veel angst en pijn! Daarom zou ik U, o Heer van het leven, willen vragen of U mij en ook alle andere goede mensen niet meer wilt laten sterven!'
Hoofdstuk 36: Waarom de Heer de weduwe bezoekt (5.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Kijk, waarom Ikzelf als een mensenzoon in deze wereld ben gekomen heb Ik jullie en ook heel veel andere mensen maar al te vaak verteld, onder voortdurende verwijzing naar de profeten, en hier heb Ik dat al eerder opnieuw aangeroerd. Ik heb jullie echter ook al meer dan voldoende getoond hoe Mijn leer, die werkelijk een door Mijzelf nieuw gestichte kerk is, in de komende tijden onder de mensen zijn loop zal nemen. Ik heb jullie dat in Jeruzalem ook getoond met grote tekenen aan het firmament; en zie wat hier nu gebeurd is, komt overeen met die laatste en allerdonkerste tijd, waarin Mijn leer zal ontaarden tot een duizendmaal grotere afgodendienst dan er tot nu toe ooit een zuivere goddelijke leer is ontaard, en waarin men voor gestorven en door de priesters heilig en zalig verklaarde mensen en zelfs hun vergane gebeente altaren en tempels zal bouwen en hun daarin goddelijke eer zal bewijzen.
Hoofdstuk 39: Jacobus vraagt naar de geestelijke betekenis van de opwekking van de dode jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...