Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1346 resultaten - Pagina 38 van 90

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[7] Kijk en luister! Toen jullie 's nachts -weliswaar reeds bij de ochtendschemering -thuis kwamen, hoorden jullie in jullie heilige bos gehuil en geweeklaag. Jullie gingen wat bangelijk dieper het bos in en hoorden zelfs dreigend zeggen dat de goden zich op jullie zouden wreken omdat jullie je eed tegenover hen gebroken hebben. Jullie haastten je toen niet weinig beangst naar jullie vrouwen en vertelden hun watje gehoord had, en dat was nu juist koren op hun molen. (Ten tijde van Jacob waren er al zulke molens. )
Hoofdstuk 102: De listige vrouwen van de heidense priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daar kwam weer commentaar op, -kort en goed, bij het grootste deel van Mijn leerlingen werd het geloof zelf daardoor wat wankel gemaakt, en sommigen beweerden dat Ik misschien toch niet meer was dan een groot profeet, ongeveer te vergelijken met Mozes of Elia, bij wie het ook nooit aan verbazingwekkende tekenen ontbroken had. Met dergelijke beschouwingen en vergelijkingen kwam de avond en wij gingen na het avondmaal weer rusten.
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[34] VELEN zeiden: 'Deze man is erg vroom, en God heeft hem alle gaven van de profeten geschonken zoals eens aan Mozes, en alleen hij is geschikt om ons van het juk van de heidenen te verlossen!'
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ik was echter wel op de hoogte van wat zij onder elkaar bespraken en zei tegen hen: 'Heeft Mozes jullie niet de wet gegeven? jullie zeggen wel: 'ja ' ; maar waarom doet dan niemand van jullie meer wat de wet voorschrijft?'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] DE JODEN protesteerden en zeiden: 'Hoe kun je zeggen dat wij Mozes' wetten niet hielden?'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Pas daarop zei IK: 'Goed dan, - als jullie je aan de wet van Mozes houden, waarom proberen jullie Mij dan te doden?' (Joh.7.19)
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Mozes heeft jullie opgedragen de besnijdenis toe te passen -niet omdat hij dat wilde, maar de aartsvaders -, en jullie besnijden de mensen nog heden ten dage ook op de sabbat. (Joh. 7,22) Maar als jullie ook op sabbat mensen besnijden, zonder angst te hebben dat daardoor de wet van Mozes wordt geschonden, -waarom zijn jullie dan kwaad op Mij omdat Ik een heel mens op de sabbat gezond heb gemaakt?! (Joh. 7,23) Ik zeg jullie; Als jullie dan al willen oordelen, oordeel dan niet volgens de nietszeggende schijn, maar vel een rechtvaardig oordeel op grond van de volle waarheid!' (Joh. 7 ,24)
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Waarlijk, grote Heer en van God vervulde Meester, onze Griekse wijze, de bekende man in de ton* (*Diogenes) heeft tot op heden de volle waarheid over dit mensenleven van ons nog het dichtst benaderd, doordat hij heel duidelijk met veel voorbeelden het niet bestaan van de mens voor de geboorte en na de dood heeft beschreven, en wij waren het allen tot op heden onder elkaar volledig met hem eens, hoewel wij bij ons zelf vaak dachten aan Plato, Socrates en zelfs aan de oude Egyptische wijze Mozes, wiens geschriften wij ten dele ook te lezen kregen toen wij nog in Sidon waren. Ja, wij lazen zelfs de geschriften van de Indiërs, de Birmanen en de Meden en Perzen; maar -alles tevergeefs! Onze leraar in Sidon, een in alle geschriften door en door doorkneed man, bewees ons namelijk heel afdoend met woorden en voorbeelden van andere volkeren, dat de ziel van de mens na de dood van zijn lichaam zelfstandig, onverwoestbaar verder leeft in een betere, maar soms ook slechtere wereld, en hij bezwoer ons bij alles wat hem heilig was dat hij, als hij eerder dan wij zou sterven, als geest bij ons zou komen en ons daardoor dan het grootste en zekerste bewijs van de waarheid van zijn leer zou geven.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Dat wij met die paar mensen nu juist het grote geluk genieten, U, Heer en Meester, bij ons te hebben, Die ons door woorden en tekenen laat zien dat en hoe een mens tot een eeuwig en zuiver geestelijk leven geroepen en bestemd is, geldt echter nog lang niet voor alle mensen in de wereld, en zelfs voor ons slechts in zoverre wij van U moeten geloven dat het zo is omdat Uw zuiver goddelijke tekenen en daden ons geloof een vaste steun geven. Maar de werken van Mozes waren ook indrukwekkend, en dwongen vooral de mensen van zijn tijd volkomen te geloven; naderhand hielden al die buitengewone tekenen echter op, en de mensen werden zwakker en zwakker in het geloof, en staan zodoende nu merendeels op het punt een eeuwig niet-zijn als het grootste geluk te zien en dat reeds van te voren werkelijk te voelen. Want voor het totale vergaan van de dingen hebben zij dagelijks talloze bewijzen, maar voor het eeuwige voortbestaan zelfs niet één!
Hoofdstuk 106: Een schriftgeleerde ondersteunt de opvattingen van de priestervrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Als jullie nu echter alleen nog als natuurlijk levende mensen handelen en in dat handelen jullie eigen eer zoeken, als jullie jezelf goed vinden, dan zijn jullie net als de Farizeeën in de tempel die zich voor God rechtvaardigen, en dan zeggen jullie ook: 'Heer, ik dank U dat ik niet ben zoals vele anderen, en dat ik mij van de eerste tot de laatste letter aan de wet hield en alles precies gedaan heb wat Mozes en de profeten voorgeschreven hebben!' Weliswaar heb Ik jullie deze gelijkenis al een keer gegeven, maar jullie zijn hem vergeten! Als jullie hem zouden hebben onthouden, wisten jullie ook dat toen niet de Farizeeër, maar alleen de zich voor God zeer vernederende tollenaar gerechtvaardigd de tempel verliet.
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] DE WAARD zei: 'Maar je vader Jozef was toch altijd graag bij mij, en we hebben steeds veel over Mozes en alle andere profeten met elkaar gesproken, en hij heeft mij ook heel opmerkelijke dingen over jou verteld! Waarom wil je dan nu beslist niet in mijn huis blijven, terwijl je toch al bijna in geen driejaar in Jeruzalem bent geweest?!'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ten tijde van Noach kregen de mensen weer een grote openbaring van God; maar deze was voor hen een heel groot gericht.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Ten tijde van Abraham vond er weer een grote openbaring plaats, en wel vanwege de ontzettend ontaarde bewoners van Sodom, Gomorra en de omliggende tien kleinere steden. Het was opnieuw een gericht voor deze mensen; de Dode Zee geeft tot op de huidige dag nog een sprekend getuigenis daarvan.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Zo was het ten tijde van Samuël en Elia en ook ten tijde van de vier andere grote profeten; en lees maar na welke gerichten daarop volgden! Zelfs de kleine profeten waren niet zonder gericht naar deze wereld gezonden.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Zoals het echter met het gericht over Jeruzalem zal gaan, zo zal het ook gaan met een toekomstig, groot gericht over de wereld, wanneer Ik een definitief einde zal maken aan de grote hoer van Babel. Dat zal dan een gericht zijn zoals ten tijde van Noach en ten tijde van Sodom en Gomorra.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...