Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 38 van 103

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[3] Want waarom vreest zo'n ziel de dood van haar lichaam zozeer? Omdat zij, nog verstrikt in het dwanggericht van het lichaam, meent samen met het lichaam mee te sterven! Dat dit het geval is, kunnen jullie goed herkennen bij al degenen die helemaal niet of maar nauwelijks geloven aan een voortleven van de ziel na de dood van het lichaam, omdat hun ziel zich eveneens helemaal of voor het grootste deel in het gericht van haar vlees bevindt en bijgevolg ook de dood daarvan mede moet doormaken, zolang ze daar door Mijn wil niet volledig van gescheiden wordt.
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Wee allen die wereldbelust zijn en Mijn wil weerstreven! Want deze aarde is een wieg voor Mijn kinderen, en die worden niet bekwaam zonder de tuchtroede; en als zachtere waarschuwingen niets helpen, dan zullen er scherpere en zeer ernstige gehanteerd worden, wat dan Mijn zorg zal zijn. Maar nu moeten we nog een deel van jouw vraag afhandelen!'
Hoofdstuk 38: Over het bidden voor de overledenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar tegelijkertijd merken jullie ook dat een nog heel groot, duister deel zich ook inspant om het kleed van het licht over hun zwarte kleed aan te trekken, en daarvan en daarmee uit eigenbelang en heerszucht nogmaals een nieuw antichristelijk heidendom te maken; maar Ikzelf laat Mijn toom, dat wil zeggen het vuur van Mijn waarheid, over hen losbreken, en Mijn engelen van de nieuwe aarde storten zich als het ware met vlammende zwaarden op hen en jagen elke verdere duistere poging op de vlucht en de afgrond van de algehele vernietiging in.
Hoofdstuk 48: Over het duizendjarige rijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Kijk, ik ben net als vriend Agricola iemand die heel veel weet en ook in vele zeldzame dingen zeer ervaren is, en kan daarom ook over veel dingen spreken, wat zeker niet ieder mens mogelijk is. Een aantal jaren geleden moest ik in verband met hoge ambtsbezigheden naar Illyrië* (* Klein staatje op het Balkan-schiereiland aan de Adriatische Zee; later Istrië genoemd.) in Europa. Dit Illyrië is een zeer bergachtig land en voor het grootste deel ook woest en hard, en de bewoners ervan zijn daarom ook weinig ontwikkeld en hebben veelovereenkomsten met het door hen bewoonde land. Ze zijn hard, weinig vruchtbaar in de geest, maar daarentegen sterk in allerlei sagen en speciaal in allerlei bijgeloof, en evenals hun land zeer vruchtbaar voor allerlei onkruid.
Hoofdstuk 31: Agrippa vertelt zijn ervaring met een bezeten Illyriër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ik zei: 'Dat zal je echter beduidend moeilijker afgaan dan hier in het land van de joden het geval zou zijn; want jullie invloedrijke heidense priesters zijn bijzonder geïnteresseerd betrokken bij dat kwade spel. Zolang Mijn nu aan jullie gegeven leer daar geen duidelijke vorderingen heeft gemaakt, valt er tegen de Europese spooknesten met geweld niet veel te beginnen. Maar het beste middel tegen zulke uiterst bedrieglijke onzin is het voorlichten van het betere deel van het volk; want als dat eenmaal goed weet, hoe het in werkelijkheid met deze dingen gesteld is, dan hoort het gepeupel het weldra ook, en dat is dan de snelste en voornaamste uitdrijver van zulke boze geesten van vlees en bloed.
Hoofdstuk 39: Over ruïnes waar geesten spoken (30.11.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ook al keren wellustelingen van beiderlei geslacht na een tijdvolkomen in zichzelf en beginnen ze door grote zelfverloochening een volkomen kuis leven te leiden en verkrijgen ze door zo'n echte boetedoening ook de volledige vergeving van hun zonden, dan zullen ze toch op deze wereld de volle geestelijke wedergeboorte moeilijk of helemaal niet bereiken, maar slechts voor een deel; want de ziel van zulke mensen heeft het druk genoeg om zich alleen al in zoverre van haar vlees vrij te maken, dat ze de waarschuwingen van de geest kan vernemen die noodzakelijk zijn voor haar heil. Zo iemand kan weliswaar nog heel goed en wijs worden en veel goeds tot stand brengen, maar tot de volle omvang van de daadkracht die wonderen bewerkt zal hij nauwelijks komen. Dat kan een dergelijke ziel pas aan gene zijde bereiken.
Hoofdstuk 41: Veelwijverij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Na deze kleine versterking van het lichaam begaven we ons opnieuw naar buiten en liepen door het grootste deel van de bezittingen van Lazarus, en de Romeinen verbaasden zich zeer over de grote rijkdom van Lazarus.
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Dit vermogen is iets onschatbaar groots en voortreffelijks, zoals ook het levens en intelligentievermogen van het beamende, positieve levenskamertje van het hart het onschatbaar volmaaktste en edelste deel van de hele mens is. En ook daarom weer kon Ik alleen maar bij jullie op deze aarde komen en bij niemand anders op een andere aarde.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Zoals de mens zijn hele onderricht en zijn hele ontwikkeling alleen ten deel vallen vanuit dat kamertje in zijn hart, zo ontvangen -al naargelang hun eigen vorm en vermogens -de mensen van andere werelden op dezelfde manier hun ontwikkeling ook alleen maar vanuit het hartkamertje van de Grote Scheppingsmens -dat natuurlijk wel enorm groot is.
Hoofdstuk 59: Hoe onze aarde zich verhoudt tot andere werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Want het oog gebruikt het leven, dat vanuit het hart in de mens binnenstroomt, zeker heel anders dan het oor, en zo doet ieder deel van de mens dat anders al naargelang zijn eigen doeleinden; maar uiteindelijk is al dat eindeloos vele toch slechts één volkomen geheel en beantwoordt het volledig aan het oorspronkelijke fundamentele leven in het hart en vindt het daarin zichzelf terug als in zijn oorspronkelijke geboorteplaats. En als het zichzelf daar gevonden heeft, dan is dat zichzelf vinden nu precies datgene wat U, o Heer, zo treffend de wedergeboorte in de geest noemde.
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Het komt hierbij alleen maar aan op de intentie waarmee een mens actief en werkzaam is. Wie zorgzaam, actief en werkzaam is zoals Mijn vriend en broeder Lazarus dat is, die zoekt ook krachtig en doeltreffend in zichzelf naar Mijn rijk en de gerechtigheid daarvan en zal het ook vinden, net zoals hij, en ook jij, Mijn beste Marcus, dat al voor het grootste deel hebben gevonden. Wees daarom nu vrolijk en opgewekt; want jij heb je die grote parel al toegeëigend en zult voor je broeders een geduchte steun zijn.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Wij daalden nu de heuvel af en gingen het huis en daarin de grote eetzaal binnen, waar reeds een goed maal voor ons bereid was. Wegingen aan tafel zitten en Ik riep Rafaël om ook enkele jongeren, die allemaal in een ander huis van Lazarus ondergebracht waren, te zeggen dat ze naar ons toe zouden komen om aan onze tafel deel te nemen. Rafaël ging en bracht twaalfjongens en twaalfmeisjes mee, die van een bijzondere schoonheid waren en door Mijn invloed ook al de Hebreeuwse, Griekse en Romeinse taal machtig waren. Deze vierentwintig werden aan een speciale tafel gezet met Rafaël aan het hoofd.
Hoofdstuk 67: De Heer wekt een knecht op uit de dood (7.1.1861 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Grassen, planten, kruiden, struiken en reusachtig grote bomen brachten vaak al zaad voort en konden zich voortplanten; maar het grootste deel groeide nog altijd net als de paddestoelen uit de vruchtdragende grond van de stukken land. De dieren ontstonden op nagenoeg dezelfde manier als de jullie bekende krokodillen van de rivier de Nijl in Egypte, namelijk uit eieren; ze konden zowel in de lucht als in het water leven en zich ook voeden met waterplanten en planten op de stukken land, waar het er echter ook nog lang niet al te droog uitzag.
Hoofdstuk 71: De eerste twee ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Weer kwamen er grote omwentelingen van de aarde en die begroeven voor het grootste deel alles wat jullie in die tijd een schepsel genoemd zouden hebben, en jullie vinden uit deze periode ook heel veel begraven in de bodem van de aarde, maar veel daarvan verschilt op sommige punten wezenlijk van de producten van de eerste drie perioden.
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'In de tijd van Adam, waarmee de zesde periode begint moest de aarde weer voor een deel grote veranderingen door vuur en water doormaken, en bij die gelegenheid ging het beschreven pre-adamitische geslacht samen met hun huisdieren nagenoeg helemaal ten onder, evenals de vele bossen en andere dieren daarin, die niet tot de huisdieren gerekend kunnen worden; slechts enkele vogelsoorten bleven bestaan, evenals de dieren op de bergen en in de wateren van de aarde.
Hoofdstuk 73: De twee laatste ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...