Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3483 resultaten - Pagina 38 van 233

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[5] Wij braken op, gingen vlug naar de genoemde heuvel en bereikten die na een hal uur. Daar aangekomen begon de tamelijk uitgestrekte heuvel helemaal te leven van louter slangen en adders; er ontstond zo'n gesis en haast onverdraaglijk gefluit, dat men daardoor nauwelijks zichzelf kon verstaan. Al deze duizenden beesten haastten zich naar de zee en zwommen pijlsnel over het grote golvende water, en binnen enkele tellen was de heuvel gezuiverd.
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Hoewel dat dagelijkse ervaringen van ieder mens zijn, begrijpt toch niemand deze, omdat niemand zichzelf goed kent; hoeveel te minder worden dan jullie buitengewone levenseigenschappen begrepen, die duidelijk een diepere oorsprong hebben dan die, welke in jullie lichamelijk organisme werkzaam zijn!
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Wanneer zulke mensen, die arm zijn aan liefde, uiteindelijk, ook al is het maar heel vaag in zichzelf waar zouden gaan nemen, dat hen vanwege de zwakheid van hun liefde niets wil lukken en zij meestal een streep door iedere gemaakte rekening te zien krijgen -wat zij aan zichzelf te wijten hebben, omdat er geen resultaat kan zijn of komen als de daarvoor vereiste kracht ontbreekt -, dan zouden zij nog wel geholpen kunnen worden; maar zo worden zij alleen maar boos en verbitterd over ieder succes bij andere mensen.
Hoofdstuk 217: De voordelen van de juiste opvoeding van de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Alles wordt gedaan om het verstand maar zo vroeg mogelijk te ontwikkelen en te scherpen. Daartoe wordt het kind door allerlei geschenken en onderscheidingen zoveel mogelijk aangespoord, wordt bij de ontwikkeling van zijn verstand reeds vanaf het eerste begin zoveel mogelijk geoefend in zelfzucht en winstbejag, draagt fijne en luxe kleding en kent vaak reeds op tienjarige leeftijd van pure hoogmoed zichzelf niet meer. Wee het arme kind of ook een ander arm mens, die een kind met zoveel verbeelding niet de vereiste eer zou geven of het zelfs zou honen! Die heeft zich dan daarmee een blijvende vijand bezorgd!
Hoofdstuk 217: De voordelen van de juiste opvoeding van de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Een wijze Egyptische Griek, Plato, getuigt daarvan in zijn nagelaten geschriften, en behalve hij doen dat nog meer wijzen uit de oertijd. Zij sliepen in en bevonden zich in een lichtzee waarin zij zichzelf wel in gedachte konden voorstellen, maar niet konden zien, en daardoor ook altijd nog het gelukzalige gevoel hadden helemaal één te zijn met het oerlicht, dat zijde eigenlijke godheid noemden.
Hoofdstuk 219: De werking van het zonlicht. Het menselijk oog. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Wie derhalve begint met het verstand van zijn kinderen te ontwikkelen en te vormen, begint een huis bij de topgevel te bouwen en put water in een vat vol met gaten. Nat zal het wel zijn zolang de schepper met dat vergeefse werk bezig is, maar op zichzelf zal er toch nooit een druppellevend water inblijven, en met de wonderbare uitingen van het zieleleven zal het wel nooit iets worden. Als men de gaten in het vat met heel veel moeite dicht zou stoppen, zou het water er ook wel inblijven. Maar hoe gemakkelijk verrot een stopje dat er niet zo erg goed en vast ingeduwd is, en na verloop van tijd kan het vat dan weer al zijn levenswater verliezen!
Hoofdstuk 220: Over de wedergeboorte en de juiste opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Wie dit bereikt heeft, staat dan natuurlijk onvergelijkbaar veel hoger dan welke ziel dan ook, ook al is die op zichzelf nog zo volkomen; die is weliswaar ook tot veel in staat, maar ondanks dat toch eeuwig niet tot alles wat aan de volledig wedergeborene is voorbehouden.
Hoofdstuk 220: Over de wedergeboorte en de juiste opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Want als er in een land slechts een of twee mensen zijn die dit inzien, begrijpen en voor zichzelf toepassen, zal dat hun net zo min enig voordeel opleveren als de wijsheid aan een wijze geeft in een gekkenhuis temidden van louter dwazen, of in een ezel of ossenstal! Denk je dat de wijze begrepen zal worden, als hij hun uit zijn diepe wijsheid heel vriendelijk de verhevenste lessen zal geven?!
Hoofdstuk 222: De betekenis van de uitstralende levenssfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zo is het ook met een gegeven les. Wie denkt dat hij deze helemaal begrijpt, zal er verder geen vragen over stellen. De verzadigde vraagt geen voedsel meer; als hij weer honger krijgt, zal hij natuurlijk weer op voedsel uitgaan. Maar wat zal hij doen als de kok er niet is? Zal hij voor zichzelf wel iets klaar kunnen maken?
Hoofdstuk 224: Honger naar geestelijk voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Iedere wedergeborene kan weliswaar ook wonderen verrichten, maar niet, zoals deze Moren, zonder de kennis van Mijn naam en Mijn wil, maar met de volle kennis van Mijn naam en Mijn wil en Mijn onveranderlijke orde. Want als iemand iets anders zou willen, zou dat niet kunnen gebeuren, omdat Mijn geest in hem, hem daarvoor geen kracht zou verlenen; de ziel op zichzelf zou dan iets willen, want de geest zou tegen Mijn wil nooit iets kunnen willen!
Hoofdstuk 225: De wonderkracht van de wedergeborenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar het klinkt ook vreemd dat een ziel, die eigenlijk helemaal opnieuw geboren is in haar geest -die dan toch veel sterker zou moeten zijn dan de pure, oervolmaakte ziel van een van deze Moren, bij wie nog lang geen sprake is van een geestelijke wedergeboorte, en vroeger nog des te minder ooit sprake was als zodanig veel minder kan dan zo 'n op zichzelf staande, zuivere, oervolmaakte ziel van een van deze Moren! Als zulke zielen iets willen, gebeurt het; maar als een in haar geest wedergeboren ziel -wat toch beslist meer betekent dan enkel een oervolmaakte ziel te zijn - iets zelf zou willen, gebeurt het niet, omdat de geest het niet wil!
Hoofdstuk 226: De verhouding tussen ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] IK zeg: "Ik wist wel, dat Ik jullie zo ver zou brengen dat jullie zelf zouden beseffen wat er aan jullie ontbrak en een ware behoefte zouden voelen de hiaten in jullie op te vullen; en kijk, dat verlangen van jou is mij liever dan een ander waarmee je je eerst steeds bezig hebt gehouden, toen Ik te kennen gaf dat zelfs de ziel van een volledig wedergeboren mens als zodanig in de materiële wereld der schepselen nooit het wonderbaarlijke zal kunnen doen, wat een oorspronkelijk onbedorven ziel geheel alleen en uit zichzelf tot stand brengt!
Hoofdstuk 229: Cyrenius vraagt om uitleg van de werking van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Dat alles is het gevolg van een volmaakte ziel. Jullie zielen zullen weliswaar, op een paar na, als zielen op zich nooit tot dit inzicht komen, maar zij zullen door Mijn overgrote liefde voor jullie zo gelouterd worden, dat zij volkomen geschikt zullen zijn om Mijn geest volledig op te kunnen nemen. Als jullie dan, niet door jullie verdienste, maar enkel door Mijn liefde, genade en erbarming, in de geest wedergeboren worden, zullen jullie nog grotere dingen verrichten dan deze Moren, -maar niet door de kracht van de volmaaktheid van jullie ziel maar door de kracht van Mijn geest die jullie zielen, die op zichzelf maar zwak zijn, doordringt, waardoor dan natuurlijk ook jullie zielen voor eeuwig steeds levenskrachtiger worden!
Hoofdstuk 225: De wonderkracht van de wedergeborenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Maar als zij voor die tijd zelf kan willen en denken, moet zij ook een vrij, op zichzelf staand onderscheidingsvermogen bezitten, en moet zij daarmee het onnoemelijke voordeel inzien van datgene wat haar geest haar ingeeft, boven datgene wat haar eigen zinnen haar bieden. Als zij dat noodzakelijkerwijs beseft, hoe kan zij dan ooit nog voor zichzelf iets denken en willen wat haar niet door de geest is ingegeven? ! Moet het dan niet voor alles haar vurigste wens zijn, die haar gehele wezen het gelukkigst stemt, om voor eeuwig geheel volmaakt één te zijn met de geest en dat onveranderlijk te blijven?! -Ik vind eigenlijk dat het blijvende vermogen om egoïstisch te denken, te willen en te beslissen, nog een onvolmaaktheid is in het geestelijke bestaan van de mens.
Hoofdstuk 226: De verhouding tussen ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] In onze ziel bevindt zich beslist nog veel te weinig licht om zelf de hersenplaatjes van het hoofd, zowel naar vorm alsook naar bruikbaarheid, juist te beoordelen of zelfs helderziend te bekijken, teneinde zichzelf daarover een juist begrip te vormen. Het is dus noodzakelijk dat wij blanken met een zwakke ziel, op z 'n minst de juiste kennis verkrijgen over dat organisme van ons lichaam waarvan de juiste vorming, zeg maar, vrijwel geheel bepalend is voor het wel en wee van de mens. Indien, zoals gezegd o Heer, het U zou schikken, dan zou ik heel graag één of meer hersenplaatjes willen zien; maar ook, indien mogelijk, zowel met de juiste als met de onjuiste afbeeldingen!"
Hoofdstuk 229: Cyrenius vraagt om uitleg van de werking van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...