Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1060 resultaten - Pagina 38 van 71

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[33] Door de Heer Zelf medegedeeld als voorwoord op de geschiedenis van Zijn jeugd, en wel door dezelfde spreekbuis, die Hij voor de weergave van dit werk uitkoos in de periode van 22 juli 1843 tot 9 mei 1851 - Zoals bekend is, leefde Ik in de tijd tot mijn dertigste jaar zoals iedere andere welopgevoede jongen, jongeman en man leeft; ook Ik moest, door mijn leven in te richten volgens de Wet van Mozes, eerst het goddelijke in Mij opwekken, net als iedere mens Mij in zichzelve tot leven moet wekken. Zo goed als ieder ander ordentelijk mensenkind, moest ook Ikzelf beginnen met aan een God te geloven, waarna Ik Hem in alle denkbare zelfverloochening steeds meer en meer heb moeten omhelzen, en met steeds sterker wordende liefde Mij aldus geleidelijk aan volkomen aan de Godheid heb moeten onderwerpen. Op die wijze was Ik, als de Heer Zelf, een levend voorbeeld voor iedere mens, en daarom kan iedere mens Mij nu dus ook op precies dezelfde wijze aantrekken als Ikzelf in Mij de Godheid heb aangetrokken, en kan hij door de liefde en het geloof zelfstandig evenzo volledig één worden met Mij, als ikzelf als Godmens in alle grenzeloze volmaaktheid één ben met de Godheid.
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Wat er op aarde allemaal met het stoffelijk overschot van een bisschop voor uitermate belangrijke ceremoniën plaats­vinden, dat weet u. Daarom staan wij daar niet langer bij stil, maar gaan in de geestenwereld kijken wat onze man daar zal beginnen.
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[7] Hemel, vagevuur en hel heb ik vanaf vele duizenden kan­sels laten verkondigen, ik heb aflaten uitgedeeld, een groot aantal gestorvenen heilig verklaard en vasten, gebed, biecht en communie bevolen -en nu sta ik zelf hier en weet niet wat ik moet beginnen! Als er een gericht bestond, dan zou ik al gericht zijn. Als er een hemel zou bestaan, dan zou ik daar toch als eerste aanspraak op kunnen maken. Want om te beginnen moest ik toch door Gods wil plaatsvervanger van de kerk van Christus worden; en wat ik toen in die functie gedaan heb, was beslist ook slechts een allerhoogste opperste wil, want zonder deze kan er volgens de Schrift geen haar gekrenkt worden en geen mus van het dak vallen.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[2] Bij dit voorbeeld zullen we direct aan gene zijde beginnen en daar een man in ogenschouw nemen die op deze wereld een heel belangrijke rol heeft gespeeld. Hij was de mening toege­daan dat de wereld er ter wille van hem was en hij ermee kon doen wat hij wilde, aangezien hij zich werkelijk aanmatigde de plaatsvervanger van God te zijn, meer nog dan welke andere soortgenoot ook. Maar desondanks moest hij toch 'in het stof bijten' en daartegen beschermde hem noch de grote macht die hij zich had aangemeten noch de wereld en al evenmin zijn plaatsvervangerschap van God.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[20] En zie, Mijn geliefde Lamech, zo is ook jouw dank een gerechte dank, omdat jij niet weet, waar je beginnen en waar je eindigen zal, omdat het besef van de grootte van Mijn liefde en erbarming voor jou je verward heeft gemaakt en je voorts niets anders meer kan doen dan Mij boven alles liefhebben!
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Vanuit Ghemela zal de zuivere lijn beginnen en wanneer de aarde geheel en al met het levende water gedoopt zal worden, zal zij ook spoedig daarna door Lamechs vuur vanuit de hemelen gelouterd worden, waardoor zij geheel van haar vloek gereinigd wordt en weer zal worden tot een Mij welgevallige ster aan de hemel, die haar licht met brede stralen zal uitzenden door alle eeuwige ruimten van de oneindigheid!
Hoofdstuk 5: De inzegening van het jonge paar door de oervaderen. Het sluiten van nog vier huwelijken door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Zou jij, Adam, je ook daarover geen zorgen beginnen te maken?
Hoofdstuk 7: De aanwijzing van de Heer voor het vervaardigen van ijzer en staal. Het enige wat nodig is: vertrouwen en liefde tot de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] En nog verder sprak ik tot jullie: `Kijk naar de wateren, de rivieren en de beken! Zolang zij bescheiden en onopvallend in hun bedding blijven, zolang blijven zij ook helder tot op de bodem, zodat het een ware lust is om er naar te kijken; beginnen zij echter te groeien en worden zij groter en machtiger, - dan worden zij ook al gauw troebeler! En wat vroeger door het bescheiden zuivere beekje gezegend werd, dat, en nog veel meer, wordt dan vernield en verwoest door de machtig gezwollen beek, rivier en stroom!
Hoofdstuk 9: Sethlahem spreekt woorden van dank en prijst de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Toen Kisehel echter deze bevordering van Abedam had vernomen, keek hij Hem weemoedig aan en wilde beginnen te spreken; maar Abedam was hem voor en zei tegen hem:
Hoofdstuk 11: Het wezen van de ware deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[40] Alles, alles looft, bemint en aanbidt Hem onophoudelijk. Niets van dat al vraagt zoals wij: `Wat moeten wij doen? Waar zullen wij beginnen en waar eindigen met de grote loftuiting aan de heilige Vader?'. Maar in stille, innige gelukzaligheid vervullen zij de wil van de heilige Vader; en de verre werelden in de uitgestrekte ruimten zijn, nog rijkelijk getuigend, vervuld van het zo milde heerlijke stille werken van een eerbiedige, stil beminnende, toegewijde zon en andere dingen, die met liefde vervuld zijn!
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[68] `Alleen God liefhebben' betekent dus niets anders dan in God Zelf een nieuw, eeuwig onsterfelijk, onvergankelijk leven beginnen en wel daardoor, dat wij al onze krachten als louter gaven van de heilige Vader op het altaar leggen in ons eigen door God opgerichte spijshuis van de geest, dan het heilige vlammetje met het verse hout van onze deemoed ondersteunen, zodat het een laaiend vuur wordt, dat vervolgens al onze geofferde krachten aangrijpt en verteert en al het wereldse in ons vernietigt.
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[79] Maar hoe dikwijls loopt de mens jaren lang met de waterzak om de kring jonge boompjes heen om ze allemaal zorgzaam te begieten, opdat zij zich maar gauw hoog boven het aardoppervlak verheffen en hij al snel zal kunnen beginnen de geurende takken van mirte-, laurier- en balsempalmbomen tussen de stammen te vlechten en de spleten op te vullen met de welriekende kruiden, die rijkelijk groeien op de hoogten waar de kudden schapen grazen en met geurend mos; en ook wil hij dan kunnen beginnen met het spannen van een goed gevlochten dak uit het onverwoestbare goudstro vanaf de grote boom in het midden tot aan de bomen van de zijwanden!
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Wat nu te beginnen? Ik een armzalig zwakke, onmachtige worm in het stof, die nu niet eens meer in staat is een boompje zo dun als ren arm op te tillen: Hij een God, een eeuwige God, de oneindige oermacht, kracht en het gezag Zelf! Ik een afschuwelijke zondaar; Hij - de allerhoogste heiligheid!
Hoofdstuk 33: Horeds inkeer, zijn bekentenis en zijn nieuwe vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Wat moet ik en wat wil ik nu doen, wat beginnen?
Hoofdstuk 33: Horeds inkeer, zijn bekentenis en zijn nieuwe vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Is hij misschien zo beminnelijk, dat de Heer naar hem neerdaalde? - O, vast niet; want om beminnelijk te zijn, moet men toch om te beginnen goed en mooi zijn!
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...