Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1529 resultaten - Pagina 38 van 102

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[8] Maar nu is de vraag hoe wij tot U moeten bidden, opdat U ons verhoort en ons helpt.Als wij U nu, terwijl U aanwezig bent, om iets goeds vragen, dan verhoort U onze bede ook snel en gemakkelijk; maar hoe moet het, als U persoonlijk niet aanwezig bent zoals nu? Hoe moeten we het dan vragen?'
Hoofdstuk 86: Over het ware vrezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Daardoor zal mettertijd alle geloof onder de mensen verloren gaan; maar die toestand zal maar een zeer korte tijd duren.
Hoofdstuk 89: Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] In de materie is Gods onoverwinnelijke eeuwige macht aanwezig. Die kan alleen door de macht van God Zelf hier en daar vrijgemaakt worden, al naargelang dat nodig is voor een hoger doel. Daarom kan ook geen enkel schepsel anders zijn en handelen dan het door Gods macht is gevormd en geplaatst. Daarom zeiden ook de oude wijzen al, die het element van Gods macht in het wezen van ieder materieel schepsel duidelijk ingezien hadden: 'Voor de mens, die vrij moet worden, is het verschrikkelijk om weer in de handen van Gods macht terecht te komen!'
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Pas als de liefde, de wil en het van de waarheid vervulde verstand in het handelen één zijn geworden, is de mens ook de wedergeboorte van de geest uit God in zijn ziel binnengegaan en daarmee ook in de eerste graad van Gods macht in zichzelf en kan hij in die toestand ook al tekenen doen.
Hoofdstuk 103: De weg van de mensen naar het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik zei: 'Je hebt nu heel goed gesproken, en Ik zegje datje nog eerder dan je denkt die toestand zult bereiken, waarin je zoals Ik je gezegd heb, volmaakt en op God gelijkend zult zijn; want je hebt al de juiste liefde voor Mij en zo ook de juiste liefde voor je naaste. Die liefde is het enige en zekerst werkende middel dat de geest met de ziel verenigt, omdat die liefde in de ziel eigenlijk al de geest Gods is; laat hem sterk worden door goede daden, dan zul je weldra stellig overtuigd raken van zijn wonderbaarlijke macht en kracht in jou en ook buiten jou.
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Toen wij bij de oever waren, waar grote golven tegenaan sloegen, zei Kisjonah, en ook Philopold, tegen Mij: 'Heer en Meester! Mijn knechten hebben in natuurlijk opzicht toch een heel juiste opmerking gemaakt - zonder goede schepen en deugdelijke, sterke netten zal er op een natuurlijke manier niet veel te beginnen zijn. Voor U, o Heer, is natuurlijk niets onmogelijk, maar wij mensen kunnen alleen iets met veel moeite tot stand brengen, als de gelegenheid en de omstandigheden daarvoor gunstig en aanwezig zijn.
Hoofdstuk 131: De rijke visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[21] Kisjonah zei: 'Mijn vriend, waar de Heer persoonlijk aanwezig is, zijn ook Zijn hemelse, met alle macht toegeruste dienaren niet ver weg! Die drie jongemannen zijn ook gisteren van 's morgens vroeg tot zonsondergang bij mij in huis geweest en hebben de leerlingen van de Heer en ook andere mensen die bij mij waren gekomen en van goede wil waren, in allerlei dingen onderwezen. Toen ze 's avonds echter plotseling van ons weggingen, heb jij vast op hetzelfde ogenblik hier gezien hoe ze mijn vissers behulpzaam waren bij die rijke vangst. En dat wilde de Heer allemaal zo! Want zonder Zijn wil kan je geen haar gekrenkt worden en kan geen mus van het dak wegvliegen.'
Hoofdstuk 135: Het vertrek van Kis naar Jesaïra - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Maar iemand, die dikwijls teveel vervuld is van de wereld, kan niet zo snel en gemakkelijk tot die toestand komen, en de reden daarvan heb Ik je al getoond; maar zonder het bereiken van die toestand blijft elke puur verstandelijke kennis voor de mens alleen maar wat alle andere kennis voor hem is; voor de vervolmaking van de innerlijke mens heeft die maar heel weinig waarde en is dikwijls eerder schadelijk dan nuttig. In het algemeen is het voor de mens beter als hij, geplaagd door allerlei bedenkingen en twijfels, de waarheid van het leven moet zoeken, dan wanneer hij die al in zijn verstand zou hebben als een zon die plotseling is opgegaan, terwijl hij in zijn liefde en in zijn wil nog lang niet de kracht bezit om ernaar te kunnen handelen. Daarom moeten bij de mens zijn hart en verstand steeds tegelijk geleidelijk ontwikkeld en sterker gemaakt worden, anders kan geen mens echt vooruitgaan in inzicht en het handelen daarnaar.
Hoofdstuk 103: De weg van de mensen naar het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Kijk, de wijn die door de wijnstok geleidelijk aan bereid wordt, is net zo'n wonder als deze wijn, die Ik hier plotseling voor jullie heb geschapen! Ik zou de wijn en ook al het andere voortdurend kunnen scheppen zoals de wolken en de regen in de lucht en zoals Ik nu ook voor jullie de versterkende wijn heb geschapen uit de lucht, waarin alle bestanddelen die nodig zijn voor de wijn reeds aanwezig zijn, evenals alles wat vereist is voor het voortbrengen van alle andere geschapen dingen. De mens kan dat met zijn lichamelijke ogen niet zien, maar alleen de geest kan dat zien, afzonderen en verenigen, en het dan plotseling of om het menselijk verstand, de liefde en het geduld te beproeven, en ook om de werkzaamheid van de mensen op te wekken en de traagheid van de mensen geen kans te geven -stap voor stap op de jullie bekende manier tot stand brengen. Maar altijd is het een en dezelfde geest, die als enige in staat is alles op de ene of op de andere manier te bewerkstelligen, omdat hij uiteindelijk het oerbegin van alles is en ook eeuwig zal zijn; want alles wat bestaat is in de grond van de zaak alleen maar de macht, kracht, liefde, wijsheid en wil van de geest.
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[24] Daarop zei de schriftgeleerde weer: 'Dan zouden onze dienaren ook iets gemerkt en ons daar melding van gemaakt hebben; want zoals jullie weten hebben drie van onze dienaren ook de oever bewaakt, totdat dit gezelschap vroeg in de ochtend uit huis naar de oever begon te gaan, waar onze dienaren hen nog ontmoetten, wat wij vanaf het dakterras met eigen ogen hebben gezien. We kunnen nu dus denken en praten wat we willen, die drie jongemannen die zoveel kunnen eten zijn in ieder geval een buitengewoon en regelrecht wonderbaarlijk verschijnsel! Want ik ben zeker geen mens die lichtvaardig aan wonderen gelooft; maar die drie, die nu in dat voor ons enigszins raadselachtige gezelschap aanwezig zijn, lijken mij onmiskenbaar een wonder te zijn. Wie en wat er in hen schuilt is natuurlijk een heel andere kwestie. Na de maaltijd zullen wij er wel achter komen!'
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De eerste zei weer: 'Vriend, dat is toch werkelijk verbazingwekkend! Wat zal het Hem kunnen schelen hoe de vissen en lammeren voor het middagmaal klaargemaakt worden? En toch praten ze daar allemaal over. Merkwaardig! Die jongeman heeft ons zojuist allemaal over heel belangrijke en grote dingen onderricht; maar nu de Heer Zelf aanwezig is, praten ze allemaal over het klaarmaken van het middagmaal alsof dat nu het grootste en belangrijkste is, en de Heer spreekt daar met zichtbaar genoegen over met de ons welbekende waard en zijn echtgenote en met die andere vrouw, die eerder tussen de leerlingen zat. Maar ja, er hoeft toch ook niet altijd enkel en alleen over goddelijk verheven dingen gesproken te worden. Als ze klaar zijn met het bestellen van de maaltijd, zullen er zeker ook wel andere dingen en kwesties ter sprake komen.'
Hoofdstuk 126: De Samaritanen bewonderen de verschijning van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Kijk eens naar een kind, dat een grote vrees voor zijn ouders koestert, omdat zij het vanwege zijn kinderlijke stoutheid misschien een paar keer te streng hebben gestraft! Zo'n kind zal zijn ouders dan wel gehoorzamen, maar niet zozeer uit liefde als veeleer uit vrees voor de straf die het te wachten staat als het nog een keer tegen de wil van de ouders zou zondigen. De nabijheid van zijn ouders gaat zo'n kind mettertijd ook tegenstaan, en het probeert zich uit die voor hem onaangename toestand te bevrijden door het ouderlijk huis te verlaten en in verre vreemde streken zijn geluk, zijn rust en zijn behaaglijkheid te zoeken -en het keert daarvan pas met angst en beven berouwvol naar de ouders terug, als het in den vreemde het tegendeel heeft aangetroffen van wat het dacht te vinden.
Hoofdstuk 129: God vrezen en God liefhebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Mijn vriend, je stelt nu nog vragen op een zeer aardse, menselijke manier, wat echter bij jou ook nog niet anders kan zijn! Kijk, de grote, zalige wereld aan gene zijde is het ware Godsrijk, dat vooral inwendig in de mens is, en wel in het diepste innerlijk van zijn ziel. Van daaruit is het dan verder ook boven de sterren overal in de eindeloze ruimte, naar alle richtingen, dus ook in en onder de sterren, in het vrije luchtruim, op en in deze aarde, en dus ook overal waar je je maar kunt denken. Want alles wat je ziet en voelt op deze wereld is ook op overeenkomstige wijze aanwezig in de geestenwereld, zonder welke niets materieels zou bestaan en zou kunnen bestaan.
Hoofdstuk 141: Het wezen van de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De zaligheid van het leven bestaat immers voornamelijk uit het handelen, en het is dus nuttiger voor de zielom zich te oefenen in allerlei werkzaamheid dan zich voortdurend in een toestand te bevinden waarin ze in alle helderheid alle kanten van het leven innerlijk waar kan nemen.
Hoofdstuk 141: Het wezen van de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Hoe maken de mensen op deze materiële wereld licht? Kijk, ze wrijven hout tegen hout of steen tegen steen, net zolang tot er vuurvonken vanaf komen! De vuurvonken vallen op licht ontvlambaar materiaal, dat lange tijd blijft gloeien. Als die gloed eenmaal in voldoende mate aanwezig is en er brandbare voorwerpen mee in aanraking komen - zoals hout, stro of een bepaalde snelontvlambare hars, gemengd met zwavel en nafta -dan zal er al gauw een heldere vlam oplaaien en zal het licht worden in haarzelf en naar alle kanten om haar heen.
Hoofdstuk 142: De werkzaamheid van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...