Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6469 resultaten - Pagina 38 van 432

...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...
[15] Een van de ESSENEN zegt: " Ja, een zonsopgang niet alleen voor ons, maar voor de gehele aarde, en zelfs voor de gehele oneindigheid! Want het lijkt ons toe dat deze menswording van de allerhoogste goddelijke Geest niet alleen deze aarde en haar schepsels betreft, maar de hele oneindigheid !
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Dat de goddelijke Geest speciaal deze aarde heeft uitgekozen, is natuurlijk een wat onbegrijpelijke zaak voor onze geest, omdat Hij zoals wij nu weten -talloze myriaden super heerlijke lichtwerelden heeft, waarop Hij met Zichzelf de eigen menswording had kunnen uitvoeren, maar Hij zal wel het beste weten waarom Hij nu juist de aarde heeft uitgekozen!
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Denk nu eens op die manier aan de geestelijke zon! Het licht dat van haar uitgaat wordt door het steeds golvende oppervlak van de geschapen levenszee opgenomen, en deze speelt met dat licht, en er ontstaan daardoor allerlei karikaturen, die nog wel het matte licht afstralen, maar tevens ieder spoortje van de goddelijke oervorm vernietigen. Op gelijke wijze is het hele heidendom en nu ook het Jodendom een vertekening van al het zuiver goddelijke.
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Als een mens zover is, dan is alles bij hem waarheid geworden en dan is zijn ziel in staat om haar blik in de diepten van Gods schepping te richten, en alles in de volheid van de zuivere waarheid te zien. Maar zodra het in haar begint te golven, worden alle oerbeelden vernietigd en bevindt de ziel zich onvermijdelijk in het gebied van het bedrog en alle soorten en vormen van misleiding, en kan niet meer zuiver zien aleer de totale rust in God in haar is ingetreden.
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] En dat is de ware sabbatsrust in God, en daarom heeft God het vieren van de sabbat ingesteld. De mens moet zich dan onthouden van alle zware inspannende arbeid, omdat iedere zware arbeid de ziel noodzaakt om haar krachten aan het lichaam te geven, dat haar dan prikkelt. Dat brengt de spiegel van haar levenswater in heftige beweging, waardoor zij de zuiver goddelijke waarheid niet meer helder in zichzelf kan herkennen.
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar als je een school opricht en daarvoor een groot huis bouwt, moeten de muren geen afsluitingen en geen sloten hebben! Wordt echte vrijmetselaars van jullie schoolhuizen, en profetenscholen zullen jullie volgende werk zijn. Maar jullie hoofdzorg moet daarop gericht zijn dat jullie al Mijn lessen, die al gegeven werden en nog gegeven worden, getrouw bewaren en niet, zoals de Farizeeën en oudsten, vermengen met je eigen voorschriften! Jullie tegenwoordige voorschriften moeten grondig uitgeroeid worden, en Mijn woord moet volledig daarvoor in de plaats komen, en wel vrijwillig, omdat anders Mijn geest niet zou kunnen werken volgens de profetie die de mensen werd gegeven door de mond der profeten!"
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Zelf zou Ik jullie allen nog veel te zeggen hebben, alleen zouden jullie dat nu nog niet begrijpen en verdragen. Maar als de geest van de volle waarheid in jullie zal ontwaken, dan zal hij jullie zelf in alle wijsheid leiden; en deze geest is het goddelijke evenbeeld in jullie harten, en jullie zelf zullen hem in je wekken door het juiste vieren van de sabbat. Zeg eens of jullie dat nu allemaal goed hebben begrepen?!"
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De HOOFDMAN zegt: "Nou, nou, het is al goed, mij schoot alleen een Oudromeinse domme rangorde door het hoofd, - maar ik ben alweer helemaal in orde! Maar wat mij hier het meest verbaast, is, dat de hemelse Raphaël het brood zo gretig opeet alsof hij van ons allen het hongerigst is! Dat is werkelijk erg merkwaardig! Hij is toch meer een geest dan een mens met een lichaam en toch eet hij alsof hij ooit op aarde geboren zou zijn! Dat bevalt mij bijzonder! -Maar ik merk dat brood alleen, hoe goed het ook smaakt, dorstig maakt, en daarom zou ik graag spoedig iets te drinken krijgen."
Hoofdstuk 151: De gezegende maaltijd op de berg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Nu grijnst de SATAN: "Moest je nu wéér die naam uitspreken, die mij zo tegenstaat?! Als je over niets anders kunt spreken, omschrijf dan tenminste die naam, want hij pijnigt mij meer dan tienduizend withete hellen! Bovendien ben ik een geest en dat moet ik eeuwig blijven terwille van jullie heil, en daarom kan ik mij niet bekeren tot jullie God en jullie Heer! Ik ben eens en voor altijd verdoemd en voor mij is er geen redding meer!"
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Maar jij bent vanaf je oerbegin als een zuivere geest geschapen door Hem, die nu in het hart van deze heilige Nazareeër woont, en aan Wie hemel en aarde voor iedereen zichtbaar helemaal gehoorzamen. Voor jou is het zuivere herkennen van de eeuwige waarheid eenvoudig, terwijl ik lang in nacht en nevel moest rondtasten; jij hoeft alleen maar te willen en dan bevind je je weer in het oude oerlicht. Wend je daarom naar de Heer, die hier op wonderbaarlijke wijze lichamelijk temidden van ons verblijft, en met alles, wat mij, inclusief mijn leven, eigen en heilig is, sta ik er voor in dat je aangenomen wordt!"
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[22] Bij God zijn alle dingen wel mogelijk, maar in dit geval geloof ik dat het ook de goddelijke almacht moeilijk zal vallen om deze geest tot berouwen boetedoening te brengen. Want als hij zijn vrije wil behoudt, verandert hij nooit; wordt hem zijn vrije wil echter ontnomen, dan bestaat hij niet meer en dan is er in de gehele oneindigheid geen satan meer. Maar hem met de grootst mogelijke kwellingen en pijn te willen verbeteren, is hetzelfde als water met een zeef in een lek vat scheppen! Volgens mij zou het verstandigste nog zijn, hem voor alle tijden der tijden pijnloos in de een of andere gevangenis op te sluiten, dan zou hij in ieder geval de levende mensen niet meer kunnen beïnvloeden!"
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ik liet hem toen met zware kettingen aan een boom vastleggen, zijn handen en voeten nog met extra sterke touwen binden en hem daarna een heel uur lang geselen, zodat hij weinig kracht meer over had. Vervolgens liet ik hem zo verzorgen, dat hij in twintig dagen weer helemaal hersteld was. En kijk, daardoor is deze mens, bij wie je eerder met liefde niets bereikte, helemaal veranderd. Hij werd een der kalmste en bescheidenste mensen, en ik bevorderde hem na een jaar tot onderaanvoerder. Hij is mij nu nog dankbaar voor die voorbeeldige bestraffing, zonder welke hij nooit onderaanvoerder geworden zou zijn. Maar uit liefde zou ik hem nooit zo'n bestraffing hebben kunnen geven, dat kon ik alleen maar uit toorn. Daarom denk ik dat een rechtvaardige toorn voor mensen vaak heilzamer is dan te veelliefde, al is die nog zo zuiver!"
Hoofdstuk 155: Liefdevuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] De hoofdman gaf de opdracht aan Raphaël en deze was binnen een kwartier al met het antwoord terug, waarin de kommandant van Gadarenum bevestigde dat hij de opdracht in goede orde van een aardige jonge soldaat had ontvangen en dat hij alles ook meteen in de geest van de opdracht uit zou laten voeren.
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] De HOOFDMAN zegt: "Oho, je bent toch een zuivere geest!? Hoe kun je dan stoffelijke kost eten?"
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Dan wendt de baas zich tot JARAH en stelt haar de vraag en zij zegt met het liefste en vriendelijkste gezicht van de wereld: "Beste vrienden. Niet dat ik zoiets ergens geleerd zou hebben en het daardoor nu als een schriftgeleerde zou weten, maar ik voel heel duidelijk in mij dat datgene wat Davids profetische geest verscheidene honderden jaren geleden voorspeld heeft, nu voor onze ogen volkomen vervuld is. Dat moesten jullie toch ook in eerste instantie binnen in je gevoeld hebben!
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51  ...