Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

11480 resultaten - Pagina 39 van 766

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[15] Nadat het volk al haar klachten geuit had, en de drie schriftgeleerden en Farizeeën, die uit Jeruzalem gekomen waren, met de hand op het hart beloofd hadden, dat ze hun uiterste best zouden doen en de aangeklaagde priesters aan een scherp verhoor zouden onderwerpen en dat ze, als de aanklacht waar bleek te zijn, hen zouden weten te tuchtigen, stelt een schriftgeleerde met zijn vriendelijkste gezicht aan het volk de vraag, of, en wat de hier aanwezigen zoal over Mij, dat wil zeggen de beruchte opruier Jezus, weten. Want men had tot in Jeruzalem vernomen, dat hij in Galiléa nogal rond zwierf en grote tekenen deed, die nog niemand ooit voor hem gedaan had; en nu was het voor hen de vraag of dat wel waar was en wat zij en de andere mensen daar nu wel van dachten.
Hoofdstuk 105: Naar Nazareth. Ongeloof verhindert de wonderen. (3/4.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Omdat hij dit alles doet en aan zijn leerlingen de zuiverste leer verkondigt, is hij voor ons een buitengewone profeet, die Jehova ons nu, zoals eens Elia, in onze grote tegenspoed als uit de hemel.gezonden heeft! Dat is alles, wat ik en nog velen met mij van deze heerlijke Jezus weten, en we kunnen God niet genoeg danken, dat Hij toch nog weer aan Zijn arme, uitermate verdrukte volk gedacht heeft. .
Hoofdstuk 106: Leven, daden en leer van Jezus van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Velen denken dat Hij de beloofde grote gezalfde des Heren is! Persoonlijk ben ik daar niet voor of tegen, maar ik vraag me wel af of de Christus, Die dan nog komen moet, grotere daden zal verrichten?!
Hoofdstuk 106: Leven, daden en leer van Jezus van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De priester zegt: 'Je praat als een blinde die een oordeel geeft over kleuren! Waar staat dan geschreven dat er ooit een profeet Uit Galiléa op zal staan?! Wij zeggen, dat deze Jezus van jullie niets anders is dan een boosaardige tovenaar, die verbrand zou moeten worden! Zijn leer is een masker, waarachter hij zijn godslasterlijke oplichterijen verbergt! Niet met God maar met de opperste duivel doet hij zijn wonderen, en jullie blinden denken zelfs dat hij de grote Beloofde is! Waarlijk, jullie moesten daarvoor samen met hem verbrand worden!'
Hoofdstuk 106: Leven, daden en leer van Jezus van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Met betrekking tot onze grote profeet Jezus zeg ik je nu echter nog dit: Wee jullie, als je van plan mocht zijn, om in dit land je boosaardige handen aan Hem te slaan!
Hoofdstuk 106: Leven, daden en leer van Jezus van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar Ik antwoordde haar: 'Vrouw, maak je over Mij niet bezorgd, noch over Mijn gezelschap en over voldoende mondvoorraad! Want zie, Degene Die de hele grote aarde voedt en de zon, de maan en alle sterren met Zijn liefde verzadigt, Die weet alles van dit kleine huis en Hij weet heel precies, wat dit huis nodig heeft! Bemoeit u zich er daarom maar niet mee en maakt u zich geen zorgen; want waar u zich nu zorgen over maakt, daarvoor is van boven al gezorgd!
Hoofdstuk 108: Maria de moeder van de Heer. (8.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Maria haast zich naar de voorraadkamer en vindt deze volgepakt met brood, meel, vruchten, gerookte en verse vis, met melk, kaas, boter en honing! Als moeder zo'n grote voorraad in de voorraadkamer ziet, dan beangstigt dat haar; ze komt vlug naar Mij terug, valt voor Mij op de knieën en dankt Mij knielend voor zo'n rijke verzorging van haar voorraadkamer! Ik buk Mij echter snel en hef moeder op, en zeg tegen haar: 'Wat doet u voor Mij, wat alleen de Vader toekomt? Sta op; want wij kennen elkaar toch al dertig jaar, en Ik ben nog steeds Dezelfde en niet veranderd!'
Hoofdstuk 108: Maria de moeder van de Heer. (8.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als je in een grote werkplaats van een kunstenaar komt en je ziet vele verschillende werktuigen, weet je dan wel hoe de kunstenaar ze gebruikt om een kunstwerk te scheppen? Daar zul je ook wel je hoofd schudden en je schouders ophalen; maar daarmee kom je niet te weten, hoe de kunstenaar zijn vele verschillende werktuigen gebruikt, en hoe daardoor een bepaald kunstwerk geschapen wordt. Als de kunstenaar het je echter wil uitleggen, dan zul je het ook begrijpen, op de manier waarop de kunstenaar het je uitgelegd heeft.
Hoofdstuk 109: Korenschoppen in de hand van God. ( 11/ 12.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Terwijl we daarna het goed bereide maal verder nuttigen, komt Judas terug, spreekt ons vriendelijk toe en vraagt om eten, want hij kon in de stad nergens iets krijgen, omdat door het grote aantal gasten al het klaargemaakte eten al op was !
Hoofdstuk 110: De Heer en de drie Farizeeën. (13.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Geef hem dan maar wat te eten!' En broeder Jacob gaf hem brood, zout en een hele grote goed toebereide vis. En Judas at de hele, bijna zeven pond zware vis op en dronk daar veel water bij, zodat hij zich daarna niet zo erg lekker voelde, waarop hij zich begon te beklagen, en meende dat de vis te oud was geweest, want daar kreeg hij altijd maagpijn van.
Hoofdstuk 110: De Heer en de drie Farizeeën. (13.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen Petrus hoorde dat Ik de zee op wilde, vroeg hij Mij, of hij vast vooruit zou gaan om het grote schip klaar te maken. Maar Ik zei tegen hem: 'Maak je daarover maar geen zorgen! Als we er komen, staat alles al voor ons klaar!'
Hoofdstuk 111: De genezing van de Griekse vrouw. (14/15.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Maar toen ze Mij had aangeraakt, merkte ze, dat ze helemaal beter werd. Haar bloedvloeiing werd direkt gestopt en ten opzichte van haar kwaal maakte zich een grote rust van haar meester, en ze voelde in haar hele wezen dat ze weer in orde was.
Hoofdstuk 111: De genezing van de Griekse vrouw. (14/15.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Jaïrus stonden de tranen van vreugde in de ogen, en zijn vrouwen dochter snikten toen Ik weer met Mijn leerlingen terug naar Nazareth ging. Ze begeleidden Mij tot aan de plaats waar de andere leerlingen en een grote mensenmassa op Mij wachtten.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Petrus zei toen tegen hem: 'Ga naar buiten en kijk!' En Judas ging naar buiten en zag slechts die grote hoeveelheid mensen, die rondom Mijn huis bivakkeerden. Al vlug komt hij weer naar binnen en vraagt aan Petrus, waar de vissen dan wel mochten zijn; want hij was om het hele huis gelopen en had geen vis gezien.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] 'Veel en niets', zegt Nathánaël,'net zoals je zelf maar wilt! Dat je geen angst kent, is nu juist niet zo'n grote deugd. Want ook de satan moet geen angst kennen, anders zou hij God de Heer niet eeuw in eeuw uit ongehoorzaam blijven! Dat kun je trouwens hier op aarde ook al bij de dieren zien, waarvan er sommigen duidelijk meer moed hebben dan anderen. Kijk maar eens naar een leeuw, een tijger, een panter, een wolf, een hyena of een beer en vergelijk die eens met een lam, een geit, een ree, een haas en nog meer van die bange dieren! Zeg eens, bij welke van deze twee diergroepen zou je jezelf rekenen?'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...