Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2924 resultaten - Pagina 39 van 195

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[12] Maar het plantenleven moet in tweede instantie een aantal diensten aanvaarden en verrichten die reeds meer gecompliceerd zijn. De diensten van het water zijn nog heel eenvoudig, terwijl de diensten van de planten voor de verdere bevordering van het leven reeds bij het bekijken van de eenvoudigste plant al erg ingewikkeld blijken te zijn.
Hoofdstuk 94: De ontwikkeling van het ziele-leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar met het oude gewaad bedoel ik zeker niet Mozes en de profeten -want die zijn zuiver hemels goud -, maar met het oude verscheurde gewaad bedoel ik jullie door mensen opgestelde regels. Daarmee en met de voorschriften van de tempel is niets meer aan te vangen; want als men een geheel nieuwe lap op een. Wijd gapende scheur zou zetten, dan zou men die toch niet vast kunnen naaien, omdat de stof van het oude gewaad te zeer vergaan is en er daardoor geen steek meer aan vastgehecht zou kunnen worden.
Hoofdstuk 100: De leer van Mozes en de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Het net is een noodzakelijk middel om vissen te vangen, maar wie zal het in het water dompelen om er geen vis mee te vangen, maar het net als zodanig er weer uit halen, dit dan op het vuur roosteren en als voedsel gebruiken?! Het net is daarom alleen maar nodig voor het vangen van de vissen; en als men daarmee de vissen uit het water heeft gehaald en deze in de voorraadkamer heeft gebracht, legt men het net weg en men gebruikt datgene, wat men ermee verkregen heeft.
Hoofdstuk 104: De zelfzucht als oorsprong van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar daarom kan ook slechts een ziel op deze aarde geïncarneerd worden, als deze afkomstig is van een zon waar zich nog alle oerelementen bijeen bevinden en waar zij reeds een lichamelijk bestaan heeft doorlopen en zodoende al die specifieke ziele-intelligentiedeeltjes in zich heeft die voor het voltooien van de hoogste vorm van geestelijk leven nodig zijn, -óf als deze direkt afkomstig is van deze aarde en voordien alle drie de zogenoemde natuurrijken heeft doorlopen, vanaf de grofste steen materie door alle mineraallagen, vandaar door de totale plantenwereld, en tenslotte door de gehele dierenwereld in het water, op de aarde en in de lucht.
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Daardoor werd echter het eigenlijke zwaartepunt van deze ronde klomp steeds meer naar die kant verschoven waar zich voortdurend alle vloeistof bevond, en zo moest in de loop van de tijd de te langzame eigen asrotatie tenslotte geheel ophouden toen door het vaster worden van de klomp het water niet meer zo snel door kon sijpelen en de meegenomen golven tegen de ontstane hoge bergwanden te veel braken en weerstand ondervonden. De gehele klomp begon toen de aarde, die hem uitworpen had, slechts één en hetzelfde gezicht te laten zien.
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Iedereen die van nu af aan in Mijn naam gedoopt wordt met het levende water van Mijn liefde en met de geest van Mijn leer en in de kracht.en de daad van Mijn naam, is voor eeuwig verlost van de oude erfzonde, en zijn lichaam zal daardoor niet langer een oude, moordkuil van de zonde zijn, maar een tempel van de heilige geest.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Wie zich dus met water laat dopen met het ernstige voornemen zich te verbeteren, begaat daarmee geen fout; alleen moet hij niet geloven dat het water zijn hart zal reinigen en zijn ziel zal sterken. Dat gebeurt slechts door de eigen, geheel vrije wil; het water is slechts een teken dat aangeeft dat de wil, die het levende water is van de geest, nu de ziel op gelijke wijze van de zonden heeft gereinigd zoals het natuurlijke water het hoofd en het overige lichaam reinigt van stof en andersoortig vuil.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Je voeten zijn op zichzelf blind en doof en moeten ondanks die zeer stiefmoederlijke bedeling het zwaarste werk verrichten. Je handen moeten naar buiten toe je wil uitvoeren en moeten dan weer dit en dan weer dat doen, en hebben toch geen ogen om het mooie licht te zien en geen oor om de heerlijke harmonie van het gezang te horen; ook hebben zij geen reukzintuig en geen smaak om te genieten van de kruidige charme van het leven! Vind je nu, dat daarom deze ledematen ten opzichte van het hoofd erg slecht bedeeld zijn?
Hoofdstuk 113: De roeping tot het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Maar Ik voeg het volgende daaraan toe: "Voor degene die niet gelooft en niet in en door Mijn naam en Mijn woord gedoopt wordt met water en geest, zal alles bij het oude blijven! Zij zullen aan gene zijde niet in Mijn rijk komen en Mij aanschouwen, maar zij zullen aan de buitenste grenzen van Mijn rijk blijven, waar veel duisternis en nacht zal zijn en veel gehuil en tandengeknars. En het zuivere levenslicht van de hemel zal hen slechts bereiken zoals het licht van een kleine vaste ster tot deze aarde doordringt, en zij zullen van Mijn ware levenshemelen evenveel weten als de mensen hier nu van het uiterlijk van de vaste sterren en wat zich daarop bevindt. En ook al denken de mensen dag en nacht gedurende duizendmaal duizend eeuwen erover na wat die glanzende punten daar boven zijn, dan zullen zij na deze lange tijdsduur evenveel weten als nu. Wel zullen er in de loop der tijd mensen komen die apparaten uitvinden om ver verwijderde voorwerpen zo te kunnen zien alsof zij vlak bij staan; maar met de vaste sterren zullen zij dat nooit bereiken, omdat deze veel te ver van de aarde af staan.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Toen Johannes doopte, brachten zij hem en ook zijn leerlingen kinderen om te dopen en hij doopte hen ook als er zich voor het kind gewetensvolle plaatsvervangers aandienden, die heilig beloofden voor de geestelijke opvoeding alle zorg te dragen. Wel, in dat geval kan een kind ook wel vanwege de naam met water gedoopt worden; maar de doop heiligt de ziel en het lichaam van het kind niet langer dan tot het kind tot de ware kennis van God en zichzelf, en tot het gebruik van de vrije wil komt. Tot die tijd moet de plaatsvervanger zeer gewetensvol ervoor zorgen dat het kind in alles wat ter verkrijging van de ware heiliging nodig is, ruimschoots voorzien wordt, -omdat anders de ziel van de plaatsvervanger alle verantwoording op zich geladen krijgt.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Het is daarom beter de waterdoop pas dan te laten verrichten als een mens zelf in staat is alle voorwaarden tot heiliging van zijn ziel en zijn lichaam vanuit eigen inzicht en uit vrijwillige zelfbeschikking te vervullen. Overigens is de waterdoop voor de heiliging van de ziel en het lichaam helemaal niet nodig, maar alleen het inzicht en het handelen naar de juiste kennis van de waarheid uit God. Als er echter met water gedoopt wordt, hoeft dat niet speciaal met Jordaanwater te gebeuren vanwege het feit dat Johannes in de Jordaan gedoopt heeft, maar dan is ieder vers water daarvoor goed, bronwater echter toch beter dan putwater, omdat het voor de lichamelijke gezondheid bevorderlijker is dan het minder schone water uit de regenput.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Alleen MATHAËL en zijn vier metgezellen zeiden: "Dit wonderlijke zien is ons volstrekt niet vreemd; want op deze wijze zagen wij vaak de merkwaardigste dingen en liepen wij vaak over plaatsen waar in de natuurlijke waaktoestand geen sterveling langs zou kunnen komen zonder een gruwelijke val te maken en wij zagen daarbij de gehele lucht alsook het water van de zeeën en meren, rivieren en beken steeds wemelen van allerlei wonderlijke vormen en vreemd uitziende larfjes, die zich sneller of langzamer in de lucht in alle windrichtingen voortbewogen; ook zweefden zij op en neer, draaiden nu eens langzaam dan weer vlug in kringen rond. Sommige zaten zogezegd als sneeuwvlokken op de aarde en kropen als het ware vlug in haar voren weg; sommige werden als dauw door de planten opgezogen, andere door de grond en nog enkele door allerlei gesteente.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Veel van zulke vormen haastten zich ook naar het water en zwommen licht glijdend een tijdlang over het oppervlak heen en weer. Sommige doken daarop vastberaden onder water, andere dromden wat meer samen tot een nevelige massa en doken pas dan onder wanneer zij tot een nieuwe vorm waren samengesmolten die niet zelden leek op een waterdier .
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Maar wat het wonderlijkste was, wij zagen dat zich nu voortdurend duizenden vreemd uitziende larfjes en figuurtjes uit het water verhieven die ongeveer leken op allerhande vliegende insecten en ook op kleine en grote vogels van alle mogelijke soorten en vormen. Zij hadden zonder meer goed gevormde vleugels, poten en andere ledematen; maar zij gebruikten die niet zoals vogels doen, maar het hing er allemaal bij, en zij zweefden meer als donsveertjes of sneeuwvlokken door de lucht. Alleen als er een zwerm werkelijke vogels in hun buurt kwam, zag je echte tekenen van leven aan deze nevelige figuren en vormen; zij trokken dan ook met de zwerm mee en werden daardoor in korte tijd als het ware verzwolgen.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar uit de lucht zagen wij steeds een soort licht stof naar beneden vallen, soms meer, soms minder en vooral boven de watervlakten was het heel vaak zichtbaar.Als je dit stof beter bekeek, bleek het ook een vorm te hebben, die óf op heel kleine eitjes leek óf op ontzettend kleine waterdiertjes en dit stof werd ook meteen door het water opgenomen.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...