Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8736 resultaten - Pagina 39 van 583

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[8] IK zeg: "Ja, vriend, deze zich als halve goden gedragende mensen zal het eens niet zo goed vergaan, want zij weten dat zij de niet in hun kunst ingewijden schandelijk bedriegen en hen door zulke bedriegerijen vaak tot allerlei gruwelijkheden verleiden. Daarom kan het zulke booswichten ook nooit goed vergaan, want zij verkopen niets voor veel geld en zijn de echte verwekkers van talloze gruwelen en zonden, tot verderf van de mensen!"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Ja, ja, als zij zich zouden verbeteren dan kunnen ze ook zalig worden, maar het is nu juist zo droevig, dat zulke mensen zich het minst willen verbeteren! Moordenaars, rovers, dieven, hoeren en echtbrekers kun je bekeren, en een keizer, een koning kan makkelijk zijn kroon afzetten, maar een tovenaar laat zijn toverstok niet los! Want zijn onzichtbare gezellen laten dat niet toe, en zij zijn hem altijd de baas als hij zich van hen zou willen losmaken.
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] En IK leg het volgende antwoord in zijn hart: "Wat gebeurt, heeft de volgende reden: De verlorene wordt gezocht en de zwaar zieke wordt een geneesmiddel gegeven, maar zijn wil blijft vrij en moet vrij blijven, want als zijn wil belemmerd wordt, dan zou dat betekenen dat de gehele bijna eindeloze materiële schepping en al haar bestanddelen in de hardste steen zouden veranderen, waarin geen leven mogelijk is. De gehele materiële schepping is de zo ver mogelijk geoordeelde grote geest en deze is daarbij verdeeld in talloze werelden, die echter met hun oneindige aantal toch zijn gehele wezen vormen. Maar uit dit ene wezen worden ontelbaren van de ontelbare wezens, zoals de meeste mensen van deze aarde, genomen en door Gods kracht, macht, liefde en wijsheid tot complete op God gelijkende wezens omgevormd, en dat is een betrouwbare terugkeer van de ene grote geest!
Hoofdstuk 63: De terugkeer van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Als echter alle aarden en zonnen geheel in mensen zijn opgegaan, zal ook van die e n e niets meer over zijn dan alleen maar zijn 'ik' dat in volkomen eenzaamheid zich na tijden der tijden zal moeten gaan omkeren, wanneer het zich niet wil prijsgeven aan een eeuwig versmachten. Dan zal er geen stoffelijke zon en geen stoffelijke aarde meer in de eeuwige eindeloze ruimte rondcirkelen, maar overal zal een wonderheerlijke nieuwe geestelijke schepping met zalige vrije wezens de eindeloze eeuwige ruimte vullen, en Ik zal als altijd dezelfde God en Vader van alle wezens zijn van eeuwigheid tot eeuwigheid, en deze gelukzalige toestand zal daarna nooit eindigen. Daar zal één kudde, één schaapsstal en één herder zijn!
Hoofdstuk 63: De terugkeer van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Toen wij echter uit de grot waren gekomen en U die, door Uw macht in Archiël, voor eeuwig hebt laten afsluiten, waren wij zonder brood en wijn, en geen van de dragers kon mij vertellen wie het brood en de wijn van hen had afgenomen. Ik heb het in de grot en ook daarbuiten tijdens die wondervolle momenten niet gezien. Een dag later, toen U Kis verliet, sprak natuurlijk mijn gehele huis alleen maar over U, en -zoals dat met mensen gaat, vooral bij zulke wonderbaarlijke gebeurtenissen -er werden op z'n minst dubbel zoveel daden verteld dan U bij mijn weten verricht heeft! Veel van die verhaalde daden, die men beweerde door U te hebben zien doen, liet ik de vertellers terugnemen en verklaarde ze tot uitvindingen van hun verhitte fantasie en tot vrome leugens. Maar het verhaal over het verdwijnen van het meegenomen brood en de wijn had zelfs mij serieus aan het denken gezet, want ik kon mij echt niet herinneren wat er met het vele meegenomen brood en de wijn was gebeurd, we hadden er niets van gebruikt."
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Wie zich aan het zuivere geloof houdt, die mag vragen. En wat hij gevraagd heeft zal hem gegeven worden ook al zouden de door ervaring bevestigde slechte voortekenen van aarde en lucht een schrille tegenstelling daarmee vormen; maar wie zich op de tekenen verlaat, die zal het ook naar de tekenen vergaan. De Farizeeën geloven in de tekenen en laten zich door de mensen voor grof geld betalen voor hun adviezen; zij zullen echter eens ook des te meer verdoemd worden!
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Alle AANWEZIGEN aan Mijn tafel zeggen: "Heer, dat is zeker en waar! U moest maken dat de hele wereld er ook zo over dacht en zo deed, dan zou het er in de wereld anders uitzien dan nu! Wij, die hier om U heen verzameld zijn, hebben het nu natuurlijk gemakkelijk, omdat wij U als de grondslag van al het zijn en alle verschijnselen bij de hand hebben. Maar vele honderdduizend maal duizenden, die het onschatbaar grote geluk niet hebben om in Uw allerheiligste gezelschap te zijn en uit Uw mond de woorden des levens te horen, gaat het niet zoals ons! Die verlangen zeker ook net als wij naar Degene, waarvan de gehele schepping maar al te zeer getuigt, maar hun verlangende blikken naar de sterren ontdekken U nooit, en hun grote verlangen wordt nooit bevredigd. Is het dan een wonder, dat bij zulke mensen de miraculeuze tovenaars en de tekenen en hun uitleggers maar al te gemakkelijk gehoor vinden, omdat ze de naar goddelijke zaken verlangende mensen iets aanbieden, dat, ook al is het niet echt, toch in ieder geval een op God gelijkend tintje heeft!?"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Kijk, de mensen van de aarde zijn erg blind en dom en daardoor ook slecht. Maar ik vraag mij af waar de schuld daarvan ligt, en waardoor het kwaad veroorzaakt wordt! En zoals ik, vragen vele honderdduizenden Romeinen, die zeker niet achterlijk zijn, zich dat ook af!
Hoofdstuk 66: De dwaling van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Maar vriend Cyrenius! Heb je alles dan alweer vergeten wat je zowel van Mij als ook van de beide engelen hebt gehoord? Zei Ik dan dat Ik Zelf zulke mensen veroordelen of verdoemen zal? Een paar dagen geleden heb je zelf toch nog de Farizeeën ogenblikkelijk willen laten tuchtigen, omdat ze mij wilden stenigen, en Ik stond je dat niet toe! En nu lijkt het erop dat je bijna aan hun kwade kant zou willen gaan staan! Of ben jij soms beter in staat de mens zo te plaatsen, dat hij in die situatie een kind van God moet worden, als hij dat wil? Merk toch hoe zwak je nog bent!
Hoofdstuk 66: De dwaling van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Weet je dan zo meesterlijk veel af van de meest algemene geschiedenis van alle mensen, dat je op grond daarvan Mij kunt verwijten dat Ik Mij nu pas bekommer om de roependen en zoekenden, en vroeger nooit?
Hoofdstuk 66: De dwaling van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Hebben de eerste mensen niet onafgebroken omgang met Mij gehad? Wie was van Noach tot Mozes de hogepriester te Salem, die Melchizedek heette, en die daarbij als een echte koning der koningen in Salem woonde? Wie was vervolgens de Geest in de ark des verbonds? En omdat de Geest uit de ark in Mij overging, -vraag ik: Wie ben Ik dan?
Hoofdstuk 66: De dwaling van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] O mensen, neem allen aan mij een voorbeeld! Ook ik was een zondares, en God liet Zijn altijd heilige tuchtroede verschrikkelijk op mij neerkomen, maar ik wankelde niet in mijn vertrouwen, had berouw over mijn zonden en bad vurig tot de Vader in de hemel, en zie, Hij, Hij alleen heeft mijn smeken gehoord en hielp mij wonderbaarlijk uit de grootste en verschrikkelijkste nood!
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Dan vraag je je toch af waarom God de Heer, die vol liefde en barmhartigheid is, dit doet aan mensen die op Hem hopen en vertrouwen! Duizend arme kinderen dwalen zonder onderdak en beschaving rond, en God roept ze niet weg van deze aarde, maar kinderen van ouders, die alle mogelijkheden bezitten om hun kinderen die opvoeding te geven die God alleen maar welgevallig kan zijn, moeten gewoonlijk het onderspit delven! Waarom dan op die manier?
Hoofdstuk 69: Nogmaals in de grafkelder van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Het is toch niet aan te nemen dat Uw hand de mens oorspronkelijk slecht gemaakt heeft, net zoals er ook geen kind al als duivel ter wereld komt. Als de eerste mens echter goed was, hoe werd de tweede of de derde daarna dan slecht? Was dat Uw wil, of die van degene, die hen naderhand verwekt heeft? Alles, zoals het is, moet toch volgens Uw wil gekomen zijn! Maar als Uw wil dit zo heeft gewild, waarom dan de ergste verdoemenis over zulke mensen, die goed beschouwd de arme mensheid slechts van een zekere vertwijfeling hebben gered, omdat U geen gehoor hebt willen geven aan hun roepen?! Daarom vraag ik U om wel rechtvaardig, maar niet hard te zijn, want het schepsel heeft tegen zijn schepper geen verweer, - het kan slechts vragen, dulden, lijden en vertwijfelen!"
Hoofdstuk 66: De dwaling van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] En IK zei tegen hem: " Jij en allen, die ongetwijfeld jouw lot gedeeld zouden hebben, jullie zijn nu helemaal genezen, maar wees in de toekomst vrienden van mensen en geen vrienden van honden! Waarvoor moesten jullie zo buitengewoon veel honden houden? Alleen diegenen moeten ze houden, die ze nodig hebben bij de jacht op wilde, verscheurende dieren, en de schaapherders van grote kudden als bescherming tegen de wolven, beren en hyena 's. Niemand anders heeft een hond nodig. Maar wie er toch een wil houden, moet hem goed aan de ketting houden, opdat de armen niet vanwege de kwade honden bang zijn om jullie huis binnen te gaan en je om een aalmoes te vragen. Wie van jullie in het vervolg deze raad niet zal opvolgen, zal van zijn honden hetzelfde loon ontvangen dat jou ten deel viel.
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...