Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13258 resultaten - Pagina 39 van 884

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[12] Wat ervaren jullie in een omgeving op aarde, waar gedenktekens staan die van vele gruweldaden getuigen? Zeker zal jullie bij die aanblik een stille huivering overvallen. Kijk, dat is reeds een vorm van het helse, want in de geest vormt zich hierna eveneens een wereld die vol staat met gedenktekens van gruweldaden. In deze wereld schouwt de geest terug in oneindige diepten en ziet daarin zijn onverbeterlijk slechte gedrag. Maar heel anders is het wanneer jullie in een omgeving komen waar van oudsher mensen hebben gewoond die veel goeds en edels hebben verricht. Jullie zullen je daar echt thuis voelen en er zal een gelukzalig gevoel over jullie komen alsof jullie je bij wijze van spreken in Abrahams schoot zouden bevinden. Dat is een voorgevoel van de hemel. In absoluut geestelijke toestand komt dan juist dit gevoel samen met de vorm heel levendig tot uiting. Deze vorm is het geestelijke landschap van de hemel en dat is, zoals jullie gemakkelijk zullen inzien, eveneens het werk van de geest.
Hoofdstuk 119: De geest, schepper van zijn eigen wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Wanneer iemand op deze wereld niet alles tot op de laatste cent heeft terugbetaald, zal hij niet bij machte zijn het hemelrijk binnen te gaan. Daarom is het hier zaak al deze oude schuldboeken ijverig door te nemen, vooral die, die het woord liefde als opschrift hebben. Liefdesschulden zijn voor het hiernamaals de hardnekkigste. Een miljoenenroof wordt gemakkelijker uit het geestelijke geheugen gewist dan een liefdesschuld. Waarom? Omdat zo'n miljoenenroof slechts een uiterlijke grote schuldenlast is, die de geest niet aantast, maar de liefdesschuld heeft meestal betrekking op de gehele geest, omdat alles wat liefde is, het eigenlijke wezen van de geest is. Daarom is voor de mens op deze wereld niets zo gevaarlijk als het zogenaamde 'verliefd worden', want deze toestand neemt de hele geest in beslag. Treden er dan uiterlijke hindernissen op, waardoor de liefdesdaad tussen beide geslachten zich niet laat verwezenlijken, dan trekken de beledigde geesten zich terug en laten de wonden die zij opliepen door allerlei werelds vermaak weliswaar oppervlakkig genezen, maar volkomen genezen doen ze niet in het minst.
Hoofdstuk 116: In de geestelijke toestand komen alle geheimen aan het licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Volgens de onveranderlijke, eeuwige goddelijke ordening kan dus het allerkleinste naast het allergrootste bestaan. Wanneer dientengevolge de kleinste levenspotentie in haar geestelijke sfeer beseft dat zij niet gedood en niet vernietigd kan worden, dan heeft zij ook geen angst meer voor de allerhoogste levenspotentie. En dit bewustzijn bezorgt dan de laagste levenspotentie een gevoel van heerszucht waarin ze zegt: ik ben voor de opperste levenspotentie, die zich als godheid ziet, zo noodzakelijk en onontbeerlijk dat zij zonder mij niet kan bestaan. Als wij, als verscheidene, ja talloos vele lage levenspotenties, ons tot één geheel verenigen, dan kunnen we vanuit het centrum werken en de vermeende opperste potentie tot de laagste maken. Deze kan ons dan evengoed aanbidden, net als zij dat nu van ons verlangt. Als men mogelijkerwijs het binnenste van een wereld naar buiten kan keren, dan moet dat ook met ons, levenskrachten, het geval kunnen zijn. Als wij, lage potenties, ons verenigen en naar buiten toe grote beroering veroorzaken, dan ligt de godheid als lage levenspotentie aan onze voeten.
Hoofdstuk 108: In de hele schepping is niets voorhanden dat vernietigbaar is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Maar de Heer heeft willens en wetens de innerlijke betekenis heel wijs in een uiterlijk, natuurlijk beeld verhuld, opdat deze heilige, innerlijke, levendige betekenis niet, door welke boosaardige mensen dan ook, zou kunnen worden aangetast en vernietigd, waardoor dan aan alle hemelen en werelden de grootste schade zou kunnen worden toegebracht. Om die reden heeft de Heer ook gezegd: 'Voor de grote en machtige geleerden van de wereld zal het verborgen blijven en alleen aan de kleinen, zwakken en onmondigen geopenbaard worden'.
Hoofdstuk 97: De innerlijke, eigenlijke betekenis van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Luister, het kind zegt: lieve, wijze leraar, kijk nu toch eens! Toen ik in mijn kamertje de lieve grote Hemelvader zo echt begon lief te hebben, kwam deze eenvoudige man naar me toe en vroeg mij of ik de Vader in de hemel werkelijk wel zo liefhad. Ik zei tegen Hem: och lieve man, dat kun je toch wel van mijn gezicht aflezen. Daarna vroeg de man mij hoe ik me de grote Hemelvader in mijn gemoed voorstelde. En ik zei tegen hem: ik stel me Hem als een mens voor; maar wel moet Hij heel groot en sterk zijn en ook zeker een grote glans om zich heen hebben, omdat deze wereld en de zon die op haar schijnt al zo buitengewoon heerlijk en stralend zijn.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Is zo'n gedeelte voltooid, dan worden de leerlingen naar de kleine globes in de kapellen gebracht, en daar moeten zij voor hun leraren op een zelfwerkzame, creatieve wijze herhalen wat de leraren hun op de grote globe hebben laten zien. Daardoor wordt het hele onderricht op zich levendig en de leerlingen kennen dan de gebeurtenissen op aarde van a tot z precies zo levendig alsof ze op de werkelijke aarde van dat alles zelf actieve getuigen zouden zijn geweest.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Zo is het vandaag de dag ook gesteld met de standvastigheid in het geloof. Zolang iemand zich in een of andere hoek van de aarde veilig weet voor de klauwen van de heers- en hebzuchtige groten der aarde, zolang spreekt hij ook als een Mozes op de Sinaï. Hebben echter deze grote en machtige vrienden van de wereld en vijanden van de waarheid onze Mozes ontdekt en maken zij aanstalten om hem op een wereldse, hoogst onaangename manier tegemoet te treden, dan kijkt onze waarheidsprediker om zich heen of er niet ergens een poortje openstaat om te ontsnappen. Zou dit gebarricadeerd zijn, dan wordt na een streng wereldlijk onderzoek door de sterk bedreigde profeet dezelfde zogenaamde moedige beslissing genomen die de sterrenkundige Copernicus met betrekking tot jullie wetenschap nam toen hij tot zijn grote schrik de brandstapel voor zich zag. Ook sommige werkelijk vrome mensen in Spanje hebben zo gehandeld. Zij wilden ten tijde van de inquisitie ook menige, door de Heer Zelf meegedeelde leerstelling liever verbranden dan grote narigheid over zich heen laten komen.
Hoofdstuk 71: Over de heilige school van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Maar zij die waarachtige leerlingen van de school van de Heer voor het eeuwige leven zijn en voorheen waren, verachtten de dood van het lichaam en verlangden met grote vreugde en zaligheid naar de volledige ontbinding van de zware, uiterlijke levensbanden met de wereld. Zij getuigden van de waarheid van de levensschool van de Heer - als martelaren met hun bloed.
Hoofdstuk 71: Over de heilige school van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Bovendien is er voor ons in dit gebouw niet meer veel te leren, want het spreekt toch vanzelf dat deze kindertjes, die heel voortijdig van de wereld naar hier werden overgebracht, uitsluitend door de liefde van de Heer rijpen en dat de oppassers in dit gebouw engelengeesten zijn die op aarde eveneens grote kindervrienden waren. En daar we dit nu weten, begeven we ons naar het derde gebouw.
Hoofdstuk 67: Intrede in het kinderrijk. Praktische methode tot zelfontwikkeling van de kinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Kijk, zoals er in de natuurlijke wereld verschijnselen zijn waarvan men kan zeggen: dit ligt dichtbij, maar dat ligt ruimtelijk veraf, zo komen er in de geestelijke wereld ook verschijnselen voor waarbij een object zich tot op grote afstand terugtrekt. En al zou dit op zich nog zo groot zijn, en uit een ontelbare geestelijke veelheid bestaan, dan nog zal het op de geestelijke afstand toch als één enkel concreet wezen gemakkelijk te overzien zijn.
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Welnu, daarin ligt dan ook het grote verschil tussen onze allergrootste, maar daarbij toch steeds uiterlijke gelukzaligheid, en de allerinnerlijkste zaligheid van de kinderen van God. Wanneer echter de wederkerige liefde ons als schepselen al zo gelukkig maakt, hoe eindeloos zaligmakend moet dan wel die liefde zijn, waarbij schepselen als kinderen Gods hun Schepper als Vader zichtbaar in de allergrootste liefde omvatten kunnen en zij weer door Hem eindeloos almachtig liefdevol omvat worden?! Waar op deze hele grote wereld leeft er wel een wezen dat in staat zou zijn om slechts één atoom van de grootte van zo'n zaligheid te beseffen, waarbij het schepsel als kind tegenover zijn Schepper, zijn God, staat en Hem met alle liefde kan omvatten en door Hem weer met de allergrootste liefde omvat wordt?!
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Maar wat is zelfs deze meest verheven en grandioze materiële gebouwenpracht ten opzichte van onze geesten, die gindse verre lichtsfeer bewonen, welke onze bijna onbegrensd grote wereld buitengewoon wijd uitgestrekt omgeeft?
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Kijk, dat alles weten we reeds uit allerlei ervaringen, want er zijn er immers verscheidene onder ons, aan wie het reeds meerdere malen vergund was de geestelijke dingen van onze wereld heel duidelijk te aanschouwen. Bijgevolg is ons lot doorgaans van een onschatbare heerlijkheid, want we zijn als geesten toch waarachtig grote heren, aan wie niet alleen hun eigen, bijna eindeloze wereld ter allerhelderste beschouwing ten dienste staat, maar ook nog talloze andere werelden, die allemaal min of meer van onze grote wereld afhankelijk zijn. Dat alles bij elkaar, mijn kinderen, kan ons niets anders zeggen dan:
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Willen wij, na het afleggen van ons vergankelijke lichaam, als geesten eeuwige wachters van onze nog zo grote wereld hier blijven, of willen we na het afleggen van dit lichaam, in de geest dadelijk kinderen van God worden en daarheen gaan, waar Hij, de enige eeuwig en oneindig boven alles machtige God en Heer, woont te midden van Zijn kinderen, die Hij liefheeft met de gehele oneindige liefdeskracht van Zijn hart?
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Wij hebben hier weliswaar volgens onze geestelijke leer het grote vermogen gekregen, om als geesten alle diepten van Gods scheppingen te bereizen en onuitsprekelijk te genieten van Zijn eeuwige talloze en meest veelsoortige wonderwerken, maar naar ik ten sterkste vermoed, kunnen de kinderen van God in één oogopslag overzien, waarvoor wij eeuwigheden nodig hebben. Wij hebben wel de macht om als geesten de dingen van onze wereld en bijgevolg ook die van andere werelden die van deze afhankelijk zijn, te regelen, maar de kinderen Gods, die met God heel nauw verbonden en intiem verenigd zijn, zijn zeker medescheppers. En terwijl wij toch altijd slechts materiële zaken moeten regelen, hebben de 'kinderen uit God', hun Vader, niet alleen de heerschappij over de totale, eindeloze materiële schepping, maar ook over alle geestelijke schepselen.
Hoofdstuk 63: Over het wezen van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...